xxnullxx - 64a6f1114963036127e44885

RICOH Auto Color Adjuster

1 De gebruiken RICOH Auto Color Adjuster

De RICOH Auto Color Adjuster biedt een efficiënte oplossing voor kleuraanpassing, kleurafstemming, colorimetrie en het beheer van printers.

In deze publicatie worden de functies van het apparaat uitgelegd en wordt beschreven hoe elke functie werkt. U vindt hier ook oplossingen voor de oorzaken van weergegeven foutberichten.

Deze publicaties van RICOH Auto Color Adjuster zijn ook beschikbaar als PDF. Klik op de koppeling om de PDF te openen:

1.1 Overzicht van het apparaat

In dit hoofdstuk wordt de configuratie beschreven van apparaten die nodig zijn om het apparaat te gebruiken. De namen van apparaatonderdelen worden ook behandeld. U vindt hier ook informatie over de toepassingen die beschikbaar zijn op het apparaat.

1.1.1 Mogelijkheden van het apparaat

Dit product biedt een efficiënte oplossing voor kleuraanpassing, kleurafstemming, colorimetrie en het beheer van printers.

RICOH Auto Color Adjuster bestaat uit de volgende vier onderdelen:

Snelle kleuraanpassing
Hiermee kunt u een kleurenwaaier scannen en automatisch een profiel genereren. Gebruik deze functie regelmatig om te voorkomen dat de kleuren op uitgevoerde vellen worden beïnvloed door wijzigingen in de toestand van het apparaat of de afdrukomgeving.
Afstemming kleurmonster
Hiermee wordt een profiel gegenereerd op basis van het afgedrukte kleurmonster dat u heeft gescand met behulp van de functie Afstemming kleurmonster. Gebruik het gegenereerde profiel om de kleurtoon van het kleurmonster zo nauwkeurig mogelijk te reproduceren op de afgedrukte pagina.
Beheerconsole
Hiermee kunt u een snelle certificering uitvoeren van het resultaat van kleuraanpassing van de printer op basis van verschillende certificeringsstandaarden. U kunt de wijzigingen in de loop van de tijd van het certificeringsresultaat beheren voor afzonderlijke printers.
Colorimetrie
Het apparaat meet de kleuren op een afgedrukte testwaaier volgens een vooraf ingesteld interval. U kunt de meetresultaten opslaan in een bestand en beheren met een app voor kleurbeheer of een andere vergelijkbare app.

    Opmerking:
  • Er is voor het gebruik van elke functie een afzonderlijk contract nodig, behalve voor Colorimetrie.

1.1.2 Apparaatconfiguratie

U kunt het apparaat bedienen, een profiel registreren bij de DFE en andere bewerkingen uitvoeren met behulp van een computer die via USB is verbonden met het apparaat. Gebruik een computer die is verbonden met het apparaat in een netwerkomgeving zoals hieronder wordt weergegeven.
Netwerkomgeving vereist voor gebruik van apparaat

1 Apparaat
2 Een computer die met het apparaat is verbonden via twee USB-kabels die bij het apparaat zijn geleverd. U kunt alle functies gebruiken, inclusief Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster, Colorimetrie en Beheerconsole.
3 Een printer en bijbehorende DFE: Fiery Color Controller, TotalFlow Print Server of een andere printercontroller.
4 Een netwerkcomputer

Gebruik Beheerconsole om de kleuren van de printer te beheren.

1.1.2.1 Gebruiksomgeving van de computer

Het wordt aanbevolen om een computer te verbinden met het apparaat die voldoet aan de hieronder beschreven voorwaarden. Als u de computer aansluit in een omgeving die niet aan deze voorwaarden voldoet, kunnen personen buiten de organisatie mogelijk uw inlog-ID, wachtwoord en andere informatie zien. .

  • Instelling voor versleuteling van harde schijf (BitLocker)
  • Firewall

    Toegang via de poort HTTPS/8080 moet zijn beveiligd.

  • Gebruikers- en inlogbeheer op de computer

1.1.3 Namen van apparaatonderdelen

Beschrijft de basisonderdelen van het apparaat en de terminologie die wordt gebruikt om deze onderdelen te beschrijven.

    Belangrijk:
  • Oefen geen overmatige druk uit op de bovenzijde van het apparaat. Het apparaat kan in dat geval omvallen en letsel veroorzaken.

1.1.3.1 Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant

Beschrijft de basisonderdelen aan de voor- en linkerzijde van het apparaat.

Voor- en linkeraanzicht van het apparaat

1. Uitvoerlade
Het gescande document of de kleurenwaaier wordt in deze lade uitgevoerd.

Als de uitgevoerde vellen omkrullen of niet mooi gestapeld, bevestigt u de hulplade die bij het apparaat is geleverd.

    Opmerking:
  • Oefen geen overmatige druk uit op de uitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen.

2. Stroomschakelaar
Druk hierop om het apparaat aan of uit te zetten.
3. Lampje
Geeft de status van het apparaat aan.
  • Blauw (links): Het apparaat werkt normaal. Het apparaat is klaar voor het scannen van originelen en kleurenwaaiers.
  • Rood (rechts): er is papier vastgelopen of er is een andere fout opgetreden. Controleer het bericht dat op de computer wordt weergegeven en volg de instructies om het probleem op te lossen.

1.1.3.2 Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant

Beschrijft de basisonderdelen aan de voor- en rechterzijde van het apparaat.

Voor- en rechteraanzicht van het apparaat

1. Voorpaneel
Open dit paneel om vastgelopen papier te verwijderen.
2. Papierlade
Open de lade om een origineel of kleurenwaaier te plaatsen die u wilt scannen met het apparaat.
3. Papiergeleiders
Verplaats de papiergeleiders tot ze tegen de randen van het papier zitten wanneer u een origineel of kleurenwaaier in de papierlade plaatst.
4. Uitbreidingslade
Plaats het verlengstuk als u een origineel of kleurenwaaier langer dan 210 mm in de papierlade plaatst.
    Opmerking:
  • Oefen geen overmatige druk uit op het voorpaneel, de invoerlade, papiergeleiders of het verlengstuk. Dit kan het apparaat beschadigen.

1.1.3.3 Aanzicht vanaf de achter- en linkerkant

Beschrijft de basisonderdelen aan de achter- en linkerzijde van het apparaat.

Achter- en linkerzijde van het apparaat

1. Ventilatieopeningen
Voorkomen dat de interne onderdelen van het apparaat oververhit raken. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt.
2. USB-poorten
U kunt met de twee bijgeleverde USB-kabels een computer aansluiten op het apparaat.
  • USB A 2.0: Gebruik deze poort om een USB-kabel aan te sluiten op een USB 2.0-/2.1-poort van een computer. Via deze poort kan het apparaat vanaf de computer worden bediend.
  • USB A 3.0: Gebruik deze poort om een USB-kabel aan te sluiten op een USB 3.0-poort van een computer. Via deze poort kunnen de gegevens die zijn gescand op het apparaat worden overgebracht naar de computer.
    Belangrijk:
  • Gebruik alleen de USB-kabels die bij het apparaat zijn meegeleverd. Ricoh kan alleen een juiste werking van het apparaat garanderen als dit via de meegeleverde USB-kabels wordt verbonden met uw computer.
  • Gebruik geen USB-verlengsnoer of -hub.
3. Aansluiting netsnoer
Sluit hier het netsnoer aan dat is bijgeleverd bij het apparaat.
  • Regio A: steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact van 220–240 V, 1 A of meer, 50/60 Hz.
  • Regio B: steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact van 120–127 V, 1,2 A of meer, 60 Hz.
    Opmerking:
  • Zorg ervoor dat de stekker van het netsnoer stevig in het stopcontact zit. Gebruik geen stekkerdoos of verlengsnoer.

1.1.4 Specificaties

Hier vindt u de technische details en kenmerken van het apparaat.
Item Specificatie
Spectrale uitvoer Golflengte tussen 400-700 nm bij een pitch van 10 nm, spectrale reflectie-uitvoer van 31 punten
Verlichtingsomstandigheden M0 (A), M1 (D50), M2 (A+UV cut) conform ISO 13655
Meetdekking Witdekking conform ISO 13655
Opwarmtijd (20°C, nominaal voltage) Korter dan 300 seconden
Scansnelheid1 Eerste vel: 40 seconden, tweede en volgende vellen: 35 seconden (A3)
Netspanning Regio A(voornamelijk Europa)

220–240 V, 1 A, 50/60 Hz

Regio B (voornamelijk Noord-Amerika)

120–127 V, 1,2 A, 60 Hz

Stroomverbruik (max.) 150 W of minder
Afmetingen (breedte x lengte x hoogte) 374 × 727 × 1098 mm (14,8 × 28,7 × 43,3 inch)
Oppervlak dat wordt ingenomen door apparaat (breedte x lengte) 1102 × 727 mm (papierlade geopend en verlengstuk bevestigd, en uitvoerlade bevestigd)
Gewicht 86 kg met inbegrip van bijgeleverde onderdelen
Interfaces USB 3.0 (voor overdracht van gemeten kleurafbeeldingsgegevens)

USB 2.0/2.1 (voor bediening van het apparaat)

Aanbevolen temperatuur- en vochtigheidsbereik Optimale temperatuur en vochtigheid: 23 °C bij 50%
  • Temperatuur: 10 – 32 °C
  • Luchtvochtigheid: 15-80%
Geluidsemissie (geluidsvermogenniveau) Stand-by: 58 dB (A)

Scannen: 65,4 dB (A)

Geluidsemissie (geluidsdrukniveau) Stand-by: 43,5 dB (A)

Scannen: 54,2 dB (A)

Geluid Geluidssterkteniveaus en geluidsdrukniveaus zijn gemeten volgens ISO 7779.

De geluidsdrukniveaus worden gemeten vanaf de plaats van een omstander.

1 De scansnelheid kan afnemen afhankelijk van de specificaties of de gebruiksstatus van de computer die met het apparaat is verbonden.

1.2 Basisbediening van het apparaat

In dit hoofdstuk wordt basisinformatie beschreven over de bediening van de het apparaat en de toepassing RICOH Auto Color Adjuster.

1.2.1 Het apparaat aan- en uitzetten

Als u het apparaat wilt in- of uitschakelen, gebruikt u de hoofdstroomschakelaar aan de linkerkant van het apparaat.

    Belangrijk:
  • Zet het apparaat niet onmiddellijk opnieuw aan als het net is uitgeschakeld. Voordat u het apparaat weer inschakelt, moet u wachten tot de indicator 10 seconden of langer niet oplicht.
  • Zet het apparaat niet direct weer uit nadat u het apparaat heeft aangezet. Wacht totdat het lampje minimaal tien seconden heeft gebrand voordat u het apparaat uitzet.

1.2.1.1 Het apparaat aanzetten

Als u het apparaat wilt inschakelen, gebruikt u de hoofdstroomschakelaar aan de linkerkant van het apparaat.

    Belangrijk:
  • Zet het apparaat niet onmiddellijk opnieuw aan als het net is uitgeschakeld. Voordat u het apparaat weer inschakelt, moet u wachten tot de indicator 10 seconden of langer niet oplicht.

Het apparaat inschakelen:

  1. Controleer of het lampje van het apparaat uit is.Stroomindicator van het apparaat
  2. Zorg ervoor dat de stekker goed in het stopcontact zit.
  3. Druk op de stroomschakelaar aan de linkerzijde van het apparaat.Aan/uit-schakelaar
    Het lampje gaat blauw branden.
  4. Zet de computer aan die op het apparaat is aangesloten.

1.2.1.2 Het apparaat uitschakelen

Als u het apparaat wilt uitschakelen, gebruikt u de hoofdstroomschakelaar aan de linkerkant van het apparaat.

    Belangrijk:
  • Zet het apparaat niet direct weer uit nadat u het apparaat heeft aangezet. Wacht totdat het lampje minimaal tien seconden heeft gebrand voordat u het apparaat uitzet.

Het apparaat uitschakelen:

  1. Zet de computer uit die is aangesloten op het apparaat.
  2. Sluit de invoerlade als die is geopend.
    1. Klap het verlengstuk (1) in en duw het in de uitgangspositie (2).De bronlade sluiten
    2. Sluit de invoerlade door deze omhoog te klappen ((3)).
  3. Verwijder de uitvoerlade zo nodig uit de houder.
    1. Duw de uitvoerlade omhoog (1).De uitvoerlade uittrekken
    2. Trek de uitvoerlade uit (2).
  4. Zet het apparaat uit met de schakelaar aan de linkerzijde van het apparaat.Uitschakelen met de hoofdstroomschakelaar
    Het lampje gaat uit.

1.2.2 De toepassing RICOH Auto Color Adjuster gebruiken

U kunt het apparaat bedienen met RICOH Auto Color Adjuster die is geïnstalleerd op de computer. In dit gedeelte worden de functies en instellingen van de RICOH Auto Color Adjuster en de procedure beschreven voor het starten van elke functie en het openen van de instellingenmenu's.
Functies en instellingen openen Functie/Instellingen Overzicht
Selecteer de functie of de knop Instellingen in het menuscherm van de RICOH Auto Color Adjuster Snelle kleuraanpassing Hiermee kunt u een kleurenwaaier scannen en automatisch een profiel genereren. Registreer het gemaakte profiel als het uitvoerprofiel (printer) in de DFE en gebruik het profiel als u een document gaat afdrukken. Gebruik deze functie regelmatig om te voorkomen dat de kleuren op uitgevoerde vellen worden beïnvloed door wijzigingen in de toestand van het apparaat of de afdrukomgeving.
Afstemming kleurmonster Hiermee wordt een profiel gegenereerd op basis van het afgedrukte kleurmonster dat u heeft gescand met behulp van de functie Afstemming kleurmonster. Registreer het gemaakte profiel als het CMYK-invoerprofiel (bron) in de DFE en gebruik het profiel als u een document gaat afdrukken. U kunt het gegenereerde profiel gebruiken om de kleuren van het kleurmonster zo nauwkeurig mogelijk te reproduceren op de afgedrukte pagina.

Colorimetrie Het apparaat meet de kleuren op een afgedrukte testwaaier volgens een vooraf ingesteld interval. U kunt de meetresultaten opslaan in een bestand en beheren met een app voor kleurbeheer of een andere vergelijkbare app.
Apparaatinstellingen Hiermee kunt u verschillende instellingen van het apparaat opgeven.

De functie of de knop Instellingen in een webbrowser selecteren Beheerconsole Hiermee kunt u een snelle certificering uitvoeren voor het resultaat van de kleuraanpassing van de printer op basis van verschillende certificeringsnormen. U kunt per printer de dossiers met veranderingen van het certificeringsresultaat beheren die in de loop der tijd plaatsvinden.

Begininstellingen Geef de printer, het type papier en andere instellingen op die u wilt gebruiken voor Snelle kleuraanpassing.

    Opmerking:
  • U kunt Begininstellingen en Beheerconsole gebruiken vanaf een computer in het netwerk.

1.2.2.1 Het menuscherm van RICOH Auto Color Adjuster weergeven

Geef het menuscherm van de RICOH Auto Color Adjuster weer en gebruik de functies Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster en Colorimetrie.

Het menuscherm van RICOH Auto Color Adjuster weergeven:

  1. Start de computer die via USB-kabels is verbonden met het apparaat.
    Het menuscherm wordt weergegeven.
  2. Als het menuscherm RICOH Auto Color Adjuster niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op het pictogram RICOH (RICOH-pictogram).
  3. Selecteer de functie die u wilt gebruiken.Het scherm met het menu voor RICOH Auto Color Adjuster
      Opmerking:
    • Klik op de knop Help (de knop Help) op het menuscherm om de onlinehandleiding weer te geven.
    Het scherm van elke functie wordt weergegeven:
    • Het scherm Snelle kleuraanpassinghet scherm Snelle kleuraanpassing
    • Het scherm Afstemming kleurmonsterhet scherm Afstemming kleurmonster
    • Het scherm Colorimetriehet scherm Colorimetri

1.2.2.2 De Beheerconsole starten in een webbrowser

De Beheerconsole starten in een webbrowser:

  1. Start de computer die via USB-kabels is verbonden met het apparaat.
  2. Controleer het IP-adres en poortnummer van de server.
    1. Klik op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen) op het menuscherm.De knop Instellingen in het hoofddialoogvenster van RICOH Auto Color Adjuster
    2. Als het menuscherm RICOH Auto Color Adjuster niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op het pictogram RICOH (RICOH-pictogram).
    3. Klik op Inst. server Auto Color Adjuster om het IP-adres en poortnummer te controleren.Inst. server Auto Color Adjuster
  3. Start een webbrowser en typ het IP-adres en poortnummer in de adresbalk.Adresbalk van een webbrowser
      Opmerking:
    • Gebruik de volgende notatie van het IP-adres en poortnummer: https://(IP-adres):(poortnummer). Vergeet niet de dubbele punten (:) en punten (.) over te nemen. De invoer na ":" kunt u weglaten als het poortnummer "80" is.
    • U kunt ook de beheerconsole gebruiken vanaf een computer in het netwerk. Typ in de adresbalk van de browser het IP-adres en het poortnummer van de computer die via USB is verbonden met het apparaat.
    • Wanneer u meer dan één apparaat bedient en een cliëntcomputer gebruikt, vraagt u de beheerder om het IP-adres en het poortnummer van de server.
  4. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
      Opmerking:
    • Dit zijn de standaardinstellingen voor de gebruikersnaam en het wachtwoord:
      • Gebruikersnaam: aca-user
      • Wachtwoord: user
    Het scherm Beheerconsole wordt weergegeven.

1.2.3 Een origineel of kleurenwaaier gebruiken

1.2.3.1 Beschikbare papierformaten en -dikten

Het apparaat kan papier met de volgende specificaties scannen.

    Belangrijk:
  • Papier dat niet voldoet aan deze specificaties kan een papierstoring veroorzaken of niet goed worden gemeten.
  • Zelfs als het papier voldoet aan de specificaties, kan de normale werking van het apparaat of de scankwaliteit niet worden gegarandeerd.

Papierspecificaties
Item Specificatie
Type Houtvrij papier, gecoat papier, mat papier, kunstdrukpapier
    Opmerking:
  • Gebruik het aanbevolen papier als u Snelle kleuraanpassing gebruikt.
Papierformaat: breedte

210-330,2 mm

297-330,2 mm bij gebruik van Snelle kleuraanpassing

Papierformaat: lengte

210-487,7 mm

420-487,7 mm (16,5-19,3 inch) bij gebruik van Snelle kleuraanpassing

Papiergewicht 73,3–279,0 g/m² (63–240 kg: 5 x 7,4 inch)
Aantal vellen 70 vellen bij gebruik van glanzend gecoat papier van 104 g/m²
Scangebied Het apparaat scant het volgende blauwe gebied: Gescand gebied
    Opmerking:
  • Als u Colorimetrie gebruikt, moet u papier plaatsen vanaf het formaat A4 (210 x 297 mm, 8,27 x 11,69 inch) of Letter (215,9 x 279,4 mm, 8,5 x 11 inch) tot A3 (330,2 x 482,6 mm, 13 x 19 inch).

1.2.3.1.1 Originelen of kleurenwaaiers die u niet kunt gebruiken

Plaats geen origineel of kleurenwaaier met de onderstaande kenmerken in het apparaat:

  • Vastgemaakt met een nietje of paperclip
  • Met een gat, scheur of inkeping
  • Met een scheur of gekreukeld
  • Is vastgeplakt aan een ander stuk papier
  • Met plakband of lijm
  • Heeft een uitstekend gedeelte zoals een tab of label
    Belangrijk:
  • Als u een origineel of waaier in een van de bovengenoemde situaties plaatst, kan er papier vastlopen of kan het apparaat defect raken.

Probeer de krulling te verwijderen voordat u kleurenwaaiers of originelen plaatst die flink zijn omgekruld. U kunt een origineel of kleurenwaaier scannen als wordt voldaan aan deze voorwaarden:Gekrulde waaier die kan worden gebruikt

1 7,5 mm (0,3 inch) of minder
2 30 mm of meer
3 Aan de voorste invoerzijde of onderrand van een origineel/waaier

1.2.3.2 Een origineel of kleurenwaaier in de papierlade plaatsen

    Belangrijk:
  • Leg geen origineel in de lade als deze nog niet leeg is. Er kunnen dan twee vellen tegelijk worden ingevoerd.
  • Er kunnen lichte strepen of overlappingen ontstaan op het papier wanneer u een origineel of kleurenwaaier gebruikt die is afgedrukt op gecoat papier of media die gevoelig is voor krassen.
  • Als u meerdere vellen papier tegelijk plaatst, maak de vellen dan goed los van elkaar, buig de stapel vellen een paar keer heen en weer voordat u de stapel in de lade legt. Als het papier dan toch nog vastloopt, legt u steeds één vel in de lade.
De vellen waaieren De stapel buigen

Een origineel of kleurenwaaier in de papierlade plaatsen:

  1. Open de papierlade.De papierlade openen
  2. Trek de uitbreidingslade naar buiten als u een origineel plaatst dat over de rand van de lade uitsteekt (langer dan A4-papier in staande richting).De uitbreidingslade uittrekken
  3. Plaats het papier voorzichtig met de kant die moet worden gescand naar boven gericht.Papier in de papierlade plaatsen
      Opmerking:
    • Plaats originelen zo dat ze niet boven bovenste limietmarkering, de limietmarkering uitkomen. Als u dat wel doet, worden de originelen mogelijk gescand onder een hoek of veroorzaken ze een papierstoring.
  4. Stel de papiergeleiders af op het papierformaat.De papiergeleiders afstellen op het papierformaat

1.3 Snelle kleuraanpassing

Hiermee scant u een kleurenwaaier en wordt er automatisch een profiel gegenereerd. Gebruik de functie regelmatig om te voorkomen dat de kleuren op uitgevoerde vellen worden beïnvloed door wijzigingen in de toestand van het apparaat of de afdrukomgeving.

1.3.1 De workflow in Snelle kleuraanpassing

Hiermee kunt u een kleurenwaaier scannen en automatisch een profiel genereren. Registreer en gebruik het gemaakte profiel als het uitvoerprofiel (printerprofiel) in de DFE en gebruik het profiel bij het afdrukken van een document. Gebruik de functie regelmatig om te voorkomen dat de kleuren op uitgevoerde vellen worden beïnvloed door wijzigingen in de toestand van het apparaat of de afdrukomgeving. (kleuraanpassing).

U kunt ook bepalen of de afgedrukte kleuren binnen de tolerantie vallen van de norm die u heeft geselecteerd in Begininstellingen na het uitvoeren van kleuraanpassing of met regelmatige tussenpozen (evalueren van het resultaat).

1.3.1.1 Kleur aanpassen

Gebruik Snelle kleuraanpassing om kleuraanpassing uit te voeren op een printer en het resultaat te evalueren.

Kleuraanpassing uitvoeren:

  1. Druk de kleurenwaaier af om een profiel te maken op de printer waarvan u de kleuren wilt aanpassen.De kleurenwaaier afdrukken
  2. Scan de afgedrukte kleurenwaaier op het apparaat om een profiel aan te maken.De kleurenwaaier van de printer scannen
  3. Er wordt automatisch een profiel aangemaakt en geregistreerd bij de DFE.Automatisch een profiel aanmaken en registreren bij de DFE

    *1 Afhankelijk van de DFE die u gebruikt, is het mogelijk dat het profiel niet automatisch wordt geregistreerd. In dat geval moet u het profiel handmatig registreren bij de DFE.

1.3.1.2 Kleurverificatie

U kunt het resultaat van de kleuraanpassing evalueren en de status van de opgegeven printer controleren.

Kleurverificatie uitvoeren:

  1. Druk de kleurenwaaier af voor kleurverificatie op de printer waarvan u de kleuren wilt evalueren.De kleurenwaaier afdrukken voor kleurverificatie
  2. Scan de afgedrukte waaier voor kleurverificatie op het apparaat.De afgedrukte kleurenwaaier scannen voor kleurverificatie
  3. Controleer op de computer of de afwijking van de afgedrukte kleuren binnen de tolerantie van de geselecteerde norm valt.

1.3.1.3 Bij het uitvoeren van kleuraanpassing en kleurverificatie

Als u een groot aantal afdrukken wilt gaan maken, of na het uitvoeren van onderhoud of aanpassing van de afbeeldingskwaliteit op de printer, is het raadzaam om Kleuraanpassing of Kleurverificatie uit te voeren zoals hieronder wordt beschreven.

  • Wanneer Kleuraanpassing niet is uitgevoerd: voer Kleuraanpassing uit.
  • Wanneer Kleuraanpassing al is uitgevoerd (en er een profiel is gemaakt en geregistreerd): voer Kleurverificatie uit. Voer Kleuraanpassing uit en vervolgens nogmaals Kleurverificatie als het resultaat van Kleurverificatie NG is.

Tijdens de kleurverificatie worden de gemiddelde/maximum delta E-waarden in kleurafwijking geëvalueerd aan de hand van de standaard- en tolerantiewaarden van de kleuren die zijn opgegeven in de geselecteerde afdruknorm. De kleurenwaaier die wordt gebruikt bij de evaluatie wordt aangepast voor gebruik op het apparaat en garandeert geen overeenstemming met diverse certificeringsnormen.

  Kleurenwaaier Geëvalueerd item Afdruknorm Toegestane grenzen
JA JC Digital 2011 Coated, Wedge Gemiddelde en maximale ΔE00 Japan Color 2011 Coated Digital print certification
US ISO12647-8 Coated V3 F51 Gemiddelde en maximale ΔE00 GRACoL2013 CRPC6 GRACoL Digital Press Cert
EU Verify GRACoL2013, Wedge Gemiddelde en maximale ΔEab Fogra51 ISO 12647-8
EU ISO12647-8:2021 Coated V3 F51 Gemiddelde ΔE2000 (zonder grensvlakken)

95% ΔE2000 (zonder grensvlakken)

Gemiddelde ΔCh van CMY grijs

Maximale ΔCh van CMY grijs

Witheid van papier ΔE2000

Fogra51 ISO 12647-8
US Simple Gray Scale, Wedge 2013 Gemiddelde gewogen ΔL van K grijs

Maximum gewogen ΔL van K grijs

Gemiddelde gewogen ΔL van CMY grijs

Maximum gewogen ΔL van CMY grijs

Gemiddelde gewogen ΔCh van CMY grijs

Maximum gewogen ΔCh van CMY grijs

GRACol2013 CRPC6 G7 Grayscale

De kleurafwijking en het beoordelingsresultaat (OK/ NG) die worden weergegeven in Post-beoordeling kunnen verschillen bij gebruik van een andere colorimeter.

1.3.1.4 Het scherm Snelle kleuraanpassing gebruiken

Klik op Snelle kleuraanpassing op de computer om het scherm Snelle kleuraanpassing weer te geven.

U kunt de status bekijken van de profielregistratie. U kunt ook het resultaat van Post-beoordeling controleren.Het scherm Snelle kleuraanpassing weergeven

1. Status van het apparaat
Hier ziet u de status van het apparaat.
2. Scannen
Klik hierop om de kleurenwaaier te scannen en een profiel te maken.
3. Waaierscan/profiel maken en registreren
Hier ziet u de status van elke printer. Er kunnen maximaal 1000 statuswaarden worden weergegeven. Eventuele oudere statuswaarden boven de 1000 worden in chronologische volgorde verwijderd.
  • Printernaam: apparaatnaam.
  • Papiernaam: de naam van het papier dat is geregistreerd bij de printer in Begininstellingen.
  • Pre-beoordeling: Afwijking op pagina/tussen pagina's en het tijdstip en het resultaat van beoordeling van de maximale dichtheid van CMYK.
  • Profiel maken: de status van het aanmaken van een profiel en het tijdstip waarop dit is bijgewerkt.
  • Profiel registreren bij DFE: de status van het registreren van een profiel en het tijdstip waarop dit is bijgewerkt.

Nadat u een kleurenwaaier hebt gescand om een profiel te maken, verloopt het proces in de volgende volgorde: Pre-beoordeling, Profiel maken en vervolgens Profiel registreren bij DFE.

4. Fout
Hier wordt een bericht weergegeven als er een fout optreedt tijdens het proces van kleuraanpassing.
5. Resultaten kleurverificatie
Hier ziet u het meest recente resultaat van het evalueren van de aangepaste kleuren op elke printer. Er kunnen maximaal 1000 beoordelingsresultaten worden weergegeven. Eventuele oudere resultaten boven de 1000 worden in chronologische volgorde verwijderd.
  • Apparaatnaam: printernaam.
  • Papiernaam: de naam van het papier dat is geregistreerd bij de printer in Begininstellingen.
  • Verificatie: resultaten van post-beoordeling.
  • Gem.: de waarde van de gemiddelde kleurafwijking (tot één cijfer achter de komma).
  • Max.: de waarde van de maximale kleurafwijking (tot één cijfer achter de komma).
  • Details: hier ziet u de details van Post-beoordeling.

1.3.1.5 Soorten kleurenwaaiers

Gebruik in Snelle kleuraanpassing een kleurenwaaier die individueel is toegewezen aan elke combinatie van printer en papier om kleuraanpassing uit te voeren. Gebruik bij het genereren van de waaier de PDF die tijdens de eerste configuratie van het apparaat is geregistreerd bij de DFE.

Er zijn twee soorten waaiers:

Kleurenwaaier voor maken van een profiel
Gebruik dit type bij het registreren van een profiel. Druk de waaier af met de instelling waarbij het profiel niet wordt geconverteerd.
Kleurenwaaier voor kleurverificatie
Gebruik dit type waaier om te bepalen of het resultaat van de kleuraanpassing voldoet aan de norm. Specificeer dat het profiel van elke certificeringsstandaard moet worden gebruikt als het CMYK-bronprofiel (invoer) en het profiel dat is gemaakt in Snelle kleuraanpassing als het uitvoerprofiel (printer), en druk de waaier af.

Een afgedrukte kleurenwaaier bevat de volgende informatie:Afgedrukte kleurenwaaier

1. Kleurcode
De kleurcode geeft de informatie aan van de printer en het papier die zijn opgegeven in de begininstelling. Scan de kleurcode op het apparaat om de combinatie van printer en papier te identificeren.
2. Kleurenwaaier
Allerlei gekleurde vakjes aan de hand waarvan een profiel wordt gemaakt of de kwaliteit van een profiel wordt geëvalueerd.
    Opmerking:
  • Bij Details in Begininstellingen kunt u de naam vinden van het PDF-bestand voor de kleurenwaaier dat is toegewezen aan elke combinatie van printer en papier waarop u kleuraanpassing wilt toepassen.

1.3.1.6 Aandachtspunten bij het registreren van een profiel

Er wordt automatisch een profiel gemaakt op de computer wanneer u een kleurenwaaier scant voor het maken van een profiel op het apparaat. U kunt het profiel gebruiken nadat het is geregistreerd bij een DFE (*1).

Een profiel maken en registreren op de DFE

De procedure van het registreren van een profiel op een DFE varieert afhankelijk van de instelling van Type DFE in Begininstellingen.

  • Wanneer de DFE-naam wordt opgegeven in Type DFE:

    Het profiel wordt automatisch geregistreerd. De gebruiker hoeft hier niets mee te doen. Er wordt ook een uitvoerprofiel gekoppeld aan een kalibratieset in Fiery. Als u een profiel automatisch wilt registreren in Fiery, geeft u vooraf de kalibratieset op waaraan u het profiel wilt koppelen. Geef de juiste naam op in Naam kalibratieset op het scherm Papier toevoegen van Begininstellingen om het profiel automatisch te registreren wanneer dit wordt gekoppeld aan de kalibratieset.

      Belangrijk:
    • Voer geen update uit van Fiery Command WorkStation of ColorGATE Productionserver op de computer die is verbonden met het apparaat. Als de gebruiksomgeving namelijk verandert door een update, wordt het profiel mogelijk niet automatisch geregistreerd.

  • Wanneer de gebruikte DFE niet wordt vermeld in Type DFE, en Overige is opgegeven:

    Registreer een profiel dat is opgeslagen op de computer handmatig bij de DFE. Zie de handleiding van de DFE voor instructies.

    Profielen worden opgeslagen in de map die u opgeeft bij Profiel opslaan. Als u dit scherm wilt weergeven, klikt u op Diversen in Begininstellingen.

1.3.2 Snelle kleuraanpassing uitvoeren

Gebruik Snelle kleuraanpassing om kleuraanpassing uit te voeren op een printer en het resultaat te evalueren.

    Belangrijk:
  • Het wordt aangeraden om eerst de beeldbelichting aan te passen.
  • Controleer het volgende voordat u deze functie gebruikt:
    • Op de printer waarvan u de kleuren wilt aanpassen: De dichtheid van de afgedrukte afbeelding is normaal en er zijn geen fouten. Controleer of het papier is geladen dat is geregistreerd in Begininstellingen.
    • Op het apparaat: er brandt geen rood lampje
    • Op de computer die met het apparaat is verbonden: het menuscherm van RICOH Auto Color Adjuster wordt weergegeven. Ook moet de ColorGATE Productionserver opgestart en actief zijn.
    • Om de functie Snelle kleuraanpassing te gebruiken met een Fiery controller, moet u de taal van Fiery Command WorkStation instellen op Engels of Japans.
    Opmerking:
  • Als u een kleurenwaaier gaat afdrukken, moet u papier gebruiken dat voldoet aan de volgende instellingen en het papier correct opgeven in de afdrukinstellingen.
    • Papier van het formaat dat is opgegeven in Snelle kleuraanpassing op het scherm Scaninstellingen.
    • Hetzelfde papier als het papier dat is opgegeven bij Papiertype op het scherm Papier toevoegen van het scherm Begininstellingen.
  • Gebruik het papier dat overeenkomt met het formaat dat is opgegeven bij Snelle kleuraanpassing op het scherm Scaninstellingen. Zo niet, dan kan er een papierstoring optreden. Wijzig de instelling als u papier van een ander formaat gaat gebruiken.
  • Wanneer ISO12647-8 Coated V3 F51 is gespecificeerd als de verificatienorm voor het verifiëren van kleuren in Verificatiestrook, wordt het aangeraden om de kleurenwaaier af te drukken op UPM Digi Finesse glans (250 g/m²) om een pass of fail te krijgen in Kleurverificatie.
  • Druk ongeveer 10 kopieën af van de waaier en gebruik de kopie die het laatste is afgedrukt.

1.3.2.1 Kleuraanpassing uitvoeren

Pas de kleuren aan die worden afgedrukt op de printer door een kleurenwaaier te scannen op het apparaat en het resulterende profiel te registreren bij een DFE.

    Opmerking:
  • In Begininstellingen Details kunt u de naam vinden van het PDF-bestand voor de kleurenwaaier die is toegewezen aan elke combinatie van printer en papier waarop u kleuraanpassing wilt toepassen.

Kleuraanpassing uitvoeren:

  1. Druk het PDF-bestand van de kleurenwaaier af via het bedieningsscherm van Fiery Command WorkStation of TotalFlow Print Server om een profiel te maken.
      Belangrijk:
    • Stel geen dubbelzijdig afdrukken in.
    • Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.
    1. Selecteer de printer waarop de kleuraanpassing moet worden uitgevoerd.
    2. Druk de documentgegevens af met de vereiste afdrukinstellingen.
    3. Bij gebruik van Fiery registreert u de afdruktaak in het taakarchief om de waaier niet te hoeven importeren.
    4. Bij gebruik van TotalFlow Print Server bewaart u de taak als een opgeslagen taak zodat u de waaier niet hoeft te importeren.
  2. Pak de laatste kopie van de kleurenwaaier die u heeft afgedrukt.De laatste kopie van de afgedrukte waaier gebruiken
  3. Leg de kleurenwaaier voor het maken van een profiel op het apparaat met de afdrukzijde naar boven.De kleurenwaaier op het apparaat plaatsen
  4. Klik op de taakbalk van de computer op het RICOH-pictogram ([RICOH]-pictogram).
      Opmerking:
    • Laat het scherm Productionserver geopend.
  5. Klik op Snelle kleuraanpassing.Het scherm van RICOH Auto Color Adjuster
  6. Klik in het dialoogvenster Snelle kleuraanpasser op Scannen.
  7. Klik in het dialoogvenster Patroon scannen op Scannen starten.Klikken op de knop [Scan starten]
    De waaier wordt gescand, waarna er automatisch een profiel wordt gegenereerd.
      Belangrijk:
    • Bedien de computer niet terwijl het bericht Command WorkStation (TM) of TotalFlow wordt uitgevoerd.Raak de muis of het toetsenbord niet aan. op het scherm wordt weergegeven.
  8. Controleer of de selectievakjes Pre-beoordeling, Profiel maken en Profiel registreren bij DFE zijn ingeschakeld.De selectievakjes [Pre-beoordeling], [Profiel maken] en [Profiel registreren bij DFE] zijn aangevinkt.
  9. Volg de instructies op het scherm als er een fout optreedt.
  10. Klik op Afsluiten.
  11. Wanneer u een DFE gebruikt die geen ondersteuning biedt voor de automatische registratie van profielen, registreert u het opgeslagen profiel handmatig bij de DFE.

1.3.2.1.1 Fiery gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleuraanpassing

Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.

Fiery gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleuraanpassing:

  1. Plaats het papier dat is opgegeven in Papiernaam op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen in de papierlade.
  2. Selecteer bij MEDIA de optie Papiercatalogus of geef handmatig de instellingen op voor Papiertype, Papiergewicht en Papierformaat.
  3. Stel Dubbelzijdig in het gedeelte LAY-OUT in op Uit.[Dubbelzijdig] instellen op [Uit]
  4. Geef in het gedeelte KLEUR het Uitvoerprofiel op dat is toegewezen aan Verificatiestrook en dat is geregistreerd in het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen. Geef echter Verify GRACoL2013, Wedge op als Simple Gray Scale, Wedge 2013 wordt gespecificeerd in Verificatiestrook.Instellen van het [Uitvoerprofiel] en [CMYK-bron] op [Bypass conversion]
  5. Stel CMYK-bron in op Bypass conversion.
  6. Stel Zwarte tekst en afbeeldingen in op Normaal.[Zwarte tekst en afbeeldingen] instellen op [Normaal]

1.3.2.1.2 TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleuraanpassing

Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.

TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleuraanpassing:

  1. Plaats het papier dat is opgegeven in Papiernaam op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen in de papierlade.
  2. Klik in het gedeelte Papier op Papiercatalogus om een papiertype uit de papiercatalogus te selecteren. Klik op Handmatig papier om de papiersoort, het papierformaat en het gewicht handmatig op te geven.
  3. Stel in het gedeelte Kleur het CMYK-invoerprofiel in op Pass-through.[CMYK-invoerprofiel] instellen op [Pass-through]
  4. Stel het Referentieprofiel in op Geen.[Referentieprofiel] instellen op [Geen]
  5. Stel Zwart (tekst/lijnillustraties) in op Normaal.Instellen van [Zwart (tekst/lijnillustraties)] op [Normaal] en [Zwart-/grijsreproductie] op [Uit]
  6. Stel Zwart-/grijsreproductie in op Uit wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) SCREEN APPE, Kodak APPE of CPSI is.
  7. Stel Zuiver zwart behouden in op Uit wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) Heidelberg APPE is.Instellen van [Puur zwart behouden] op [Uit]
  8. Stel in de sectie Afdrukkwaliteit de Overdrukvolgorde CMYK in op Na kleurconversie wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) SCREEN APPE of Kodak APPE is.De [Overdrukvolgorde CMYK] instellen op [Na kleurconversie]

1.3.2.2 Kleurverificatie uitvoeren

U kunt het resultaat van de kleuraanpassing evalueren en de status van de opgegeven printer controleren.

    Opmerking:
  • In Begininstellingen Details kunt u de naam vinden van het PDF-bestand voor de kleurenwaaier die is toegewezen aan elke combinatie van printer en papier waarop u kleuraanpassing wilt toepassen.

Kleurverificatie uitvoeren:

  1. Druk het PDF-bestand van de kleurenwaaier af via het bedieningsscherm van Fiery Command WorkStation of TotalFlow Print Server om verificatie uit te voeren.
      Belangrijk:
    • Stel geen dubbelzijdig afdrukken in.
    • Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.
    1. Selecteer de printer waarop kleurverificatie moet worden uitgevoerd.
    2. Druk de documentgegevens af met de vereiste afdrukinstellingen.
    3. Bij gebruik van Fiery registreert u de afdruktaak in het taakarchief om de waaier niet te hoeven importeren.
    4. Bij gebruik van TotalFlow Print Server bewaart u de taak als een opgeslagen taak zodat u de waaier niet hoeft te importeren.
    5. Stel in dat de met RIP verwerkte gegevens niet hoeven te worden opgeslagen als het proces is voltooid.
  2. Pak de laatste kopie van de kleurenwaaier die u heeft afgedrukt.De laatste kopie van de afgedrukte waaier gebruiken
  3. Leg de kleurenwaaier voor verificatie op het apparaat met de afdrukzijde naar boven.De kleurenwaaier op het apparaat plaatsen
  4. Klik op de taakbalk van de computer op het RICOH-pictogram ([RICOH]-pictogram).
      Opmerking:
    • Laat het scherm Productionserver geopend.
  5. Klik op Snelle kleuraanpassing.Het scherm van RICOH Auto Color Adjuster
  6. Klik in het dialoogvenster Snelle kleuraanpasser op Scannen.
  7. Klik in het dialoogvenster Patroon scannen op Scannen starten.Klikken op de knop [Scan starten]
    De kleurenwaaier voor kleurverificatie wordt gescand en het resultaat wordt geëvalueerd.
  8. Controleer Resultaten kleurverificatie.De resultaten van de kleurverificatie controleren
  9. Als NG wordt weergegeven, klikt u op de knop Details om meer informatie over Post-beoordeling weer te geven.
  10. Als NG wordt weergegeven, controleert u of de afdrukinstellingen juist zijn opgegeven en of het papier voldoet aan de opgegeven norm. Voer Snelle kleuraanpassing vervolgens opnieuw uit.
  11. Klik op Afsluiten.
    De kleurverificatie van het resultaat van de kleuraanpassing is voltooid.
    Opmerking:
  • U kunt de verandering van kleuren in de loop der tijd controleren in Beheerconsole.

1.3.2.2.1 Fiery gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleurverificatie

Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.

Fiery gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleurverificatie:

  1. Plaats het papier dat is opgegeven in Papiernaam op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen in de papierlade.
  2. Selecteer bij MEDIA de optie Papiercatalogus of geef handmatig de instellingen op voor Papiertype, Papiergewicht en Papierformaat.
  3. Stel Dubbelzijdig in het gedeelte LAY-OUT in op Uit.[Dubbelzijdig] instellen op [Uit]
  4. Selecteer bij KLEUR het Uitvoerprofiel dat bij het kleuraanpassingsproces is gemaakt.Kleurinstellingen: [Uitvoerprofiel], [CMYK-bron], [Zwartpunt-compensatie], [CMYK-opbouwprincipe], [Grijs CMYK afdrukken met behulp van alleen zwart]
  5. Stel CMYK-bron in op het profiel dat is opgegeven in Verificatiestrook op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen.
      Opmerking:
    • Specificeer Japan Color 2011 Coated wanneer Japan Color Digital 2011 Coated, Wedge is opgegeven in Verificatiestrook, specificeer PSO Coated FOGRA51 (EFI) wanneer ISO12647-8 Coated V3 F51 is opgegeven, of specificeer GRACoL2013 CRPC6 (EFI) wanneer Verify GRACoL2013, Wedge is opgegeven.
  6. Stel CMYK-opbouwprincipe in op Relatief colorimetrisch.
  7. Schakel het selectievakje Zwartpunt-compensatie uit.
  8. Stel Grijs CMYK afdrukken met behulp van zwart in op Uit.
  9. Stel Zwarte tekst en afbeeldingen in op Normaal.[Zwarte tekst en afbeeldingen] instellen op [Normaal]
  10. Geef voor modus Halftoon de instelling op die ook is gebruikt bij het maken van het uitvoerprofiel dat is opgegeven in Begininstellingen.De [Halftoonmodus] opgeven

1.3.2.2.2 TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleurverificatie

Druk 10 kopieën van de waaier af om een stabiele kleuruitvoer te verkrijgen. Gebruik de kopie van de kleurenwaaier die het laatste is afgedrukt.

TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand van de kleurenwaaier af te drukken voor kleurverificatie:

  1. Plaats het papier dat is opgegeven in Papiernaam op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen in de papierlade.
  2. Klik in het gedeelte Papier op Papiercatalogus om een papiertype uit de papiercatalogus te selecteren. Klik op Handmatig papier om de papiersoort, het papierformaat en het gewicht handmatig op te geven.
  3. Stel in het gedeelte Kleur het CMYK-ingangsprofiel in op het profiel dat is opgegeven in Verificatiestrook op het scherm Waaier toevoegen/bewerken van Begininstellingen.
      Opmerking:
    • Geef Japan Color 2011 Coated op als Japan Color Digital 2011 Coated, Wedge is opgegeven bij Verificatiestrook, geef PSO Coated v3 op als ISO12647-8 Coated V3 F51 is op gegeven, of geef GRACoL2013 CRPC6 op als Verify GRACoL2013, Wedge is opgegeven.
  4. Stel het Referentieprofiel in op Geen.Het instellen van het [Referentieprofiel], [Printerprofiel, voor], [Opbouwprincipe]
  5. Stel Printerprofiel, voor in op het uitvoerprofiel op dat is gemaakt tijdens de kleuraanpassing.
  6. Stel Opbouwprincipe in op Relatief colorimetrisch.
  7. Stel Zwartpunt-compensatie in op Uit wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) Heidelberg APPE is.[Zwartpunt-compensatie] en [Puur zwart behouden] instellen op [Uit]
  8. Stel Zuiver zwart behouden in op Uit wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) Heidelberg APPE is.
  9. Stel Zwart (tekst/lijnillustraties) in op Normaal.Instellen van [Zwart (tekst/lijnillustraties)] op [Normaal] en [Zwart-/grijsreproductie] op [Uit]
  10. Stel Zwart-/grijsreproductie in op Uit wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) SCREEN APPE, Kodak APPE of CPSI is.
  11. Stel bij Afdrukkwaliteit Halftoonrastering in op de instellingen die ook zijn gebruikt bij het maken van het uitvoerprofiel dat is opgegeven in Begininstellingen.Afdrukkwaliteit > Halftoonrastering
  12. Stel Overdrukvolgorde CMYK in op Na kleurconversie wanneer de PDF-taakverwerker (RIP) SCREEN APPE is.De [Overdrukvolgorde CMYK] instellen op [Na kleurconversie]

1.3.3 Problemen oplossen (Snelle kleuraanpassing)

In dit gedeelte wordt beschreven wat u moet doen als er een bericht wordt weergegeven in Snelle kleuraanpassing of als regelmatig NG wordt vermeld in Resultaten kleurverificatie.

Sluit het menuscherm en start Windows opnieuw wanneer het scherm Snelle kleuraanpassing niet verschijnt nadat u op het menuscherm op Snelle kleuraanpassing heeft geklikt. Als u dan het scherm Snelle kleuraanpassing nog steeds niet kunt openen vanaf het menuscherm, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.

1.3.3.1 Als er een bericht wordt weergegeven (Snelle kleuraanpassing)

Bericht Oorzaak Oplossing en verwijzing
Ten minste één van de maximumdichtheden van C, M, Y of K voldoet niet aan de waarschuwingscriteria. De waaier is afgedrukt op een printer waarvoor aanpassing vereist is. Gebruik de aanpassingsfunctie van de printer om de tonerdichtheid aan te passen van de kleur die niet voldoet aan de waarschuwingscriteria. Pas de maximale afbeeldingsdichtheid aan als u een RICOH-printer gebruikt. Als u een andere printer gebruikt, past u de afdrukdichtheid aan.

Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over het aanpassen van de printer.

De drempelwaarde is niet goed ingesteld. Klik op Drempel instellen op het scherm Begininstellingen en controleer of er een geschikte waarde is opgegeven.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Kan het profiel niet registreren bij Command WorkStation (TM) of TotalFlow. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. U heeft de computer bediend terwijl het bericht Command WorkStation (TM) of TotalFlow wordt uitgevoerd.Raak de muis of het toetsenbord niet aan. op het scherm wordt weergegeven. Bedien de computer niet terwijl het bericht Command WorkStation (TM) of TotalFlow wordt uitgevoerd.Raak de muis of het toetsenbord niet aan. op het scherm wordt weergegeven.
De printer staat niet aan. Controleer of de printer is ingeschakeld.
Er kan geen verbinding met de DFE van de printer worden gemaakt via het netwerk of het netwerk is overbelast.
  • Controleer of het apparaat en de DFE van de printer zijn verbonden met het netwerk. Neem voor meer informatie over de netwerkomgeving contact op met de beheerder.
  • Start de DFE en de netwerkrouter opnieuw op.
De DFE van de printer wordt bediend vanaf een andere computer. Bedien de DFE van de printer niet bij gebruik van Snelle kleuraanpassing.
Als u meer dan een apparaat bedient, is de server niet toegankelijk vanaf een clientcomputer.
  • Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.
  • Start Windows opnieuw op de computer en server.
Kan het profiel niet registreren bij Command WorkStation (TM) of TotalFlow. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Bij gebruik van Fiery wordt Naam kalibratieset niet correct geregistreerd in Begininstellingen Papier toevoegen. Kijk wat de naam is van de kalibratieset die is geregistreerd bij de DFE en controleer vervolgens of dit de naam is die is opgegeven bij Naam kalibratieset die is opgegeven bij Begininstellingen Papier toevoegen.

Controleren welke kalibratieset is geregistreerd bij de DFE:

  1. Klik in het menu Start op Fiery Fiery Command Workstation.
  2. Klik op Server Apparaatcentrum.
  3. Klik op ALGEMEEN Extra Calibrator.
  4. Geef Opnieuw kalibreren op en klik op Volgende.
  5. Kijk welke naam wordt weergegeven in het pop-upmenu Kalibratienaam.

U kunt de naam van de op de DFE geregistreerde kalibratieset ook controleren door te klikken op RESOURCES Profielen Importeren Uitvoer Kalibratie op het scherm Apparaatcentrum en vervolgens een nieuw, niet-geregistreerd ICC-profiel op te geven.

Kan het profiel niet registreren bij Command WorkStation (TM) of TotalFlow. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Bij gebruik van Fiery wordt Servernaam DFE niet goed geregistreerd in Begininstellingen Waaier toevoegen/bewerken. Controleren of de Servernaam DFE correct is geregistreerd in Begininstellingen:
  1. Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Apparaatnaam en Papiernaam en klik vervolgens op Waaier bewerken.
  2. Controleer Servernaam DFE.
Kan het profiel niet registreren bij Command WorkStation (TM) of TotalFlow. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Er wordt een DFE-systeem gebruikt waarvan niet kan worden gegarandeerd dat dit goed werkt.
  • Bij gebruik van Fiery: controleer of u een systeem gebruikt waarbij een normaal gebruik van Fiery kan worden gegarandeerd.
  • Bij gebruik van TotalFlow Print Server: controleer of u een systeem gebruikt waarbij een normaal gebruik van TotalFlow Print Server kan worden gegarandeerd.
Bij gebruik van Fiery is de printer die u gebruikt, geïnstalleerd met een systeem met een versie waarvan de juiste werking niet kan worden gegarandeerd. Controleer de versie van Fiery Command WorkStation die is geïnstalleerd op de computer.
Het wachtwoord op de DFE komt niet overeen met het wachtwoord dat in de database is geregistreerd. Zorg ervoor dat het wachtwoord op DFE overeenkomt met het wachtwoord in de database. Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
Er is een nieuwere versie van TPS23 beschikbaar. Er is een nieuwere versie van ColorGATE Productionserver beschikbaar. RICOH Auto Color Adjuster werkt mogelijk niet goed na het bijwerken van ColorGATE Productionserver. U kunt onbedoelde updates van de toepassing voorkomen door het selectievakje Updatemelding uit te schakelen.
Het IP-adres dat is opgegeven in de begininstellingen is mogelijk onjuist. Controleer de instelling. Bij gebruik van Fiery wordt de IP-adres DFE die in Begininstellingen Waaier toevoegen/bewerken is geregistreerd onjuist opgegeven. Om te controleren of de IP-adres DFE op de juiste manier is geregistreerd in Begininstellingen.
  • Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Printernaam en Papiernaam en klik vervolgens op Waaier bewerken.
  • Controleer of de IP-adres DFE juist is gespecificeerd.
De naam van de kalibratie-instelling die is opgegeven in de begininstellingen is mogelijk onjuist. Controleer de instelling. Bij gebruik van Fiery wordt Naam kalibratieset niet correct geregistreerd in Begininstellingen Papier toevoegen. Kijk wat de naam is van de kalibratieset die is geregistreerd bij de DFE en controleer vervolgens of dit de naam is die is opgegeven bij Naam kalibratieset die is opgegeven bij Begininstellingen Papier toevoegen.

Controleren welke kalibratieset is geregistreerd bij de DFE:

  1. Klik in het menu Start op Fiery Fiery Command Workstation.
  2. Klik op Server Apparaatcentrum.
  3. Klik op ALGEMEEN Extra Calibrator.
  4. Geef Opnieuw kalibreren op en klik op Volgende.
  5. Kijk welke naam wordt weergegeven in het pop-upmenu Kalibratienaam.

U kunt de naam van de geregistreerde kalibratieset ook controleren door te klikken op RESOURCES Profielen Importeren Uitvoer Kalibratie op het scherm Apparaatcentrum en vervolgens een nieuw, niet-geregistreerd ICC-profiel op te geven.

Het wachtwoord of de servernaam die is opgegeven in de begininstellingen is mogelijk onjuist. Controleer de instelling. Bij gebruik van Fiery wordt de Servernaam DFE of DFE-wachtwoord die in Begininstellingen Waaier toevoegen/bewerken is geregistreerd onjuist opgegeven. Controleren of de Servernaam DFE en DFE-wachtwoord op de juiste manier zijn geregistreerd in Begininstellingen:
  • Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Printernaam en Papiernaam en klik vervolgens op Waaier bewerken.
  • Controleer of de Servernaam DFE en DFE-wachtwoord juist zijn gespecificeerd.
Beoordeling is mislukt. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Er is een verkeerde kleurenwaaier gebruikt. Controleer of de juiste kleurenwaaier is afgedrukt. Controleer of het nummer van de kleurenwaaier juist is:
  1. Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Apparaatnaam en Papiernaam en klik vervolgens op Details.
  2. Controleer ID profileringswaaier.
De kleurenwaaier is niet goed gescand. Leg de kleurenwaaier op de juiste manier in het apparaat.
Er is een tijdelijke storing opgetreden en de waaier is niet goed gescand.
  • Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
  • Sluit Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster, Colorimetrie en de apparaatinstellingen af als deze toepassingen actief zijn en start ze vervolgens opnieuw vanaf het menuscherm. Als alleen het menuscherm wordt weergegeven, start u RICOH Auto Color Adjuster opnieuw.
Beoordeling is mislukt. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Als u meer dan een apparaat bedient, is de server niet toegankelijk vanaf een clientcomputer.
  • Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.
  • Start Windows opnieuw op de computer en server.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Kan het profiel niet maken. Probeer het opnieuw vanaf het begin.Bel om service als dit foutbericht herhaaldelijk wordt weergegeven. Er is een time-out opgetreden in de verbinding voordat er een profiel is gemaakt.
  • Controleer of de ColorGATE Productionserver draait.
  • Als REST niet actief is, klik u op Opties REST Server... Server starten in het menu ColorGATE Productionserver.
  • Start Windows opnieuw op. Als u een clientcomputer gebruikt, moet u Windows ook op de server opnieuw starten.
Een andere toepassing gebruikt het bestand met een extensie zoals IT8 en ICC die wordt gebruikt bij het maken van een profiel. Sluit alle andere toepassingen af als u Snelle kleuraanpassing gaat gebruiken.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

De aanpassing wordt uitgevoerd, ondanks dat het verschil tussen pagina's de waarschuwingscriteria overschrijdt.

Gebruik de aanpassingsfuncties van de printer om de afbeeldingskwaliteit aan te passen.

In het geval van een Ricoh-apparaat voert u de volgende functies uit.

[02 Apparaat: Afbeeldingskwaliteit] - [0201 Aanpassing van afbeeldingskwaliteit uitvoeren] - [01: Afb.dichtheid aanpassen]

Als het geen apparaat van Ricoh is, gebruikt u de aanpassingsfuncties van de printer om het verschil tussen pagina's te verminderen.

De waaier is afgedrukt op een printer waarvoor aanpassing vereist is. Stel de printer af volgens de instructies in het bericht.

Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over het aanpassen van de printer.

De drempelwaarde is niet goed ingesteld. Klik op Drempel instellen op het scherm Begininstellingen en controleer of er een geschikte waarde is opgegeven.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

De aanpassing wordt uitgevoerd, ondanks dat het verschil op een pagina de waarschuwingscriteria overschrijdt.

Gebruik de aanpassingsfuncties van de printer om de afbeeldingskwaliteit aan te passen.

In het geval van een Ricoh-apparaat voert u de volgende functies uit.

[02 Apparaat: Afbeeldingskwaliteit] - [0201 Aanpassing van afbeeldingskwaliteit uitvoeren] - [02: Dichtheidsverschil bij afdrukken: Haaks op invoer]

[10 Dichtheidsverschil bij afdrukken: Haaks op invoer]

Als het geen apparaat van Ricoh is, gebruikt u de aanpassingsfuncties op de printer om de ongelijkmatige dichtheid op een pagina te verminderen.

De waaier is afgedrukt op een printer waarvoor aanpassing vereist is. Stel de printer af volgens de instructies in het bericht.
De drempelwaarde is niet goed ingesteld. Klik op Drempel instellen op het scherm Begininstellingen en controleer of er een geschikte waarde is opgegeven.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Scannen is mislukt. Er is een verkeerde kleurenwaaier gebruikt. Controleer of de juiste kleurenwaaier is afgedrukt. Controleer of het nummer van de kleurenwaaier juist is:
  1. Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Apparaatnaam en Papiernaam en klik vervolgens op Details.
  2. Controleer ID profileringswaaier.
De kleurenwaaier is niet goed gescand. Leg de kleurenwaaier op de juiste manier in de lade van het apparaat.
Er is een tijdelijke storing opgetreden en de waaier is niet goed gescand.
  • Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
  • Sluit Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster, Colorimetrie en de apparaatinstellingen af als deze toepassingen actief zijn en start ze vervolgens opnieuw vanaf het menuscherm. Als alleen het menuscherm wordt weergegeven, start u RICOH Auto Color Adjuster opnieuw.
    Opmerking:
  • Volg de instructies in het bericht als er andere berichten worden weergegeven.

1.3.3.2 NG komt vaak voor in Resultaten kleurverificatie

Oorzaak Oplossing en verwijzing
Er is een verkeerde kleurenwaaier gebruikt. Controleer of de juiste kleurenwaaier is afgedrukt. Controleer of het nummer van de kleurenwaaier juist is:
  1. Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Apparaatnaam en Papiernaam en klik vervolgens op Details.
  2. Controleer ID verificatiestrook.
De kleurenwaaier is niet goed gescand. Leg de kleurenwaaier op de juiste manier in de lade van het apparaat.
De kleurenwaaier is niet op het juiste papier afgedrukt. Druk de kleurenwaaier af op het type papier dat is opgegeven in Papiertype onder Papierbeheer op het scherm Begininstellingen.
De drempelwaarde is niet goed ingesteld. Geef in het scherm Begininstellingen de standaardwaarde op in Drempel instellen.
De kleurenwaaier voor het maken van een profiel of de kleurenwaaier voor kleurverificatie is afgedrukt met de verkeerde instellingen.
  • Druk de kleurenwaaier voor het maken van een profiel af met de juiste afdrukinstellingen.
  • Druk de kleurenwaaier voor verificatie af met de juiste afdrukinstellingen.
Gegevens die zijn verwerkt door de RIP, blijven aanwezig in de taak voor het afdrukken van de kleurenwaaier voor kleurverificatie die is geregistreerd in de DFE. Kijk of er door RIP verwerkte gegevens aanwezig zijn in de taak voor het afdrukken van de kleurenwaaier voor kleurverificatie in de DFE, verwijder eventuele aanwezige gegevens en druk de taak nogmaals af.

Zie de handleiding van de DFE voor instructies.

De kleurreproductiestatus van de printer is gewijzigd nadat het profiel is gemaakt. Voer Snelle kleuraanpassing nogmaals uit.
    Opmerking:
  • Als NG nog steeds regelmatig wordt weergegeven, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.

1.4 Afstemming kleurmonster

Met de functie Afstemming kleurmonster kunt u een profiel genereren op basis van het afgedrukte kleurmonster dat is gescand. Registreer en gebruik het gemaakte profiel als het CMYK -invoerprofiel (bron) in de DFE en gebruik het profiel bij het afdrukken van een document.

Gebruik het profiel om de kleurtinten van het kleurmonster op de afgedrukte pagina zo dicht mogelijk te benaderen.

1.4.1 Workflow van Afstemming kleurmonster

Scan of laad een kleurmonster en scan vervolgens de proefafdruk van een document (PDF) op het apparaat. Vergelijk en match vervolgens hun kleuren met behulp van Afstemming kleurmonster. Gebruik het ICC-profiel dat wordt gegenereerd tijdens de kleurafstemming om het document af te drukken met kleuren die zo nauwkeurig mogelijk overeenkomen met de kleuren van het kleurmonster.
  1. Als u de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld hebt, laadt u ze.
  2. Als u niet beschikt over de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld, bereidt u de originele PDF en het kleurmonster voor.
    1. Druk het document af op papier (genereer een hard copy van het document).Het document afdrukken
    2. Selecteer Afstemming kleurmonster en geef het document weer in de toepassing.De functie Afstemming kleurmonster starten en het document weergeven in de toepassing
    3. Leg het kleurmonster op de papierlade van het apparaat en scan het in Afstemming kleurmonster.
  3. Leg de hard copy van het document dat u in stap 2 heeft afgedrukt op het apparaat en scan het in Afstemming kleurmonster.Het afgedrukte document scannen
  4. Voer kleurafstemming uit in Afstemming kleurmonster en sla het profiel op.
  5. Optioneel: Sla de oorspronkelijke gegevens en de perfecte voorbeeldgegevens op.
  6. Registreer het profiel bij een DFE en druk het document vervolgens af aan de hand van het profiel.Het profiel registreren bij een DFE en het document afdrukken met het nieuwe profiel
    De kleuren worden afgestemd op het monster en het document wordt afgedrukt.

1.4.1.1 Het scherm Afstemming kleurmonster gebruiken

Om het dialoogvenster Afstemming kleurmonster te openen, selecteert u Afstemming kleurmonster in de toepassing RICOH Auto Color Adjuster. Voer de items in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster van links naar rechts uit om een profiel te maken voor gebruik tijdens het afdrukken.

Afstemming kleurmonster

1. Laden
Selecteer de knop Laden om het bestand te laden met de oorspronkelijke gegevens en de gescande perfecte voorbeeldgegevens.
2. Oorspronkelijke gegevens
Open het document (PDF) op de computer en geef de afbeelding weer.
  • Bestand selecteren: geef het document op.
  • Gebied opgeven: geef de richting van de afbeelding en het gebied op om de positie van het kleurmonster en het gedrukte document af te stemmen.
  • de pagina Vorigede pagina Volgende: geef de pagina op
3. Opslaan
Selecteer Opslaan linksboven van het dialoogvenster Afstemming kleurmonster om de bestanden met de oorspronkelijke gegevens en de gescande perfecte voorbeeldgegevens op te slaan. Met deze actie kunt u het oorspronkelijke PDF-bestand en het gescande perfecte voorbeeld opnieuw gebruiken, zonder het fysieke perfecte voorbeeld te bewaren en opnieuw te scannen.
    Opmerking:
  • Deze knop is alleen actief als het kleurmonster is afgestemd.
4. Perfect voorbeeld
Leg het kleurmonster op het apparaat en geef de afbeelding ervan weer op het scherm.
  • Papierformaat, Subscan: geef het papierformaat op van het kleurmonster dat u op het apparaat heeft gelegd. Als u Aangepast formaat heeft opgegeven, voert u de papierlengte (richting van subscan) tussen 210 en 487,7 mm in bij Subscan.Het kleurmonster op het apparaat plaatsen
  • Scannen: het kleurmonster scannen.
  • Gebied opgeven: geef de richting van de afbeelding en het gebied op om de positie af te stemmen met het gedrukte document (PDF).
  • Verwijderen: selecteer dit om de gescande afbeelding te verwijderen.
5. Voor kleurafstemming
Scan het gedrukte document op het apparaat en geef de afbeelding ervan vervolgens weer op het scherm.
  • Scannen: selecteer dit om het gedrukte document te scannen.
  • Gebied opgeven: geef de richting van de afbeelding en het gebied op om de positie af te stemmen met het gedrukte document (PDF).
  • Verwijderen: selecteer dit om de gescande afbeelding te verwijderen.
6. Opnieuw afdrukken na kleurafstemming
Voer kleurafstemming uit. Er wordt een gesimuleerde afbeelding weergegeven als de kleurafstemming is voltooid.
  • Kleurafstemming uitvoeren: selecteer dit om de afgedrukte kleur aan te passen aan de Perfect voorbeeld.
  • CMYK-bron, CMYK-opbouw: geef het bronprofiel en het opbouwprincipe op die moeten worden gebruikt bij het afdrukken van de documentgegevens.
7. ΔE-kaart weergeven
Voer een visuele inspectie van het kleurverschil uit. Bij Voor kleurafstemming ziet u de kleurverschilkaart vóór het uitvoeren van kleurafstemming en bij Opnieuw afdrukken na kleurafstemming de kaart nadat u kleurafstemming heeft toegepast. Het heldere gebied in de kleurverschilkaart geeft kleuren aan met een grote afwijking qua kleur. De kleurafwijking wordt berekend door de waarde van de papierkleur in mindering te brengen en de decimalen af te kappen.
8. Gemiddeld kleurverschil
Toont het gemiddelde kleurverschil voor en na (gesimuleerd) het afstemmen van kleuren. Het gemiddelde kleurverschil wordt afgeleid door het gemiddelde kleurverschil te berekenen voor alle pixels in de afbeelding.
9. Opslaan
Selecteer Opslaan rechtsonder het dialoogvenster Afstemming kleurmonster om het profiel op te slaan dat wordt gegenereerd tijdens de kleurafstemming.

1.4.1.2 Ondersteunde indelingen van documentgegevens in Afstemming kleurmonster

Afstemming kleurmonster ondersteunt documentgegevens die tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • Gegevens in een indeling die wordt ondersteund door de printer die de "Oorspronkelijke gegevens" uitvoert
  • CMYK (gegevens die speciale kleuren, RGB, grijstinten of DeviceN bevatten, worden niet ondersteund)
  • Een PDF-bestand van een van de volgende versies:
    • PDF1.3 (Acrobat 4.x) - PDF1.6 (Acrobat 7.x)
    • PDF1.7 Adobe Extension Level 3 (Acrobat 9.x)
    • PDF1.7 Adobe Extension Level 8 (Acrobat X)
    • PDF/X-1a
    • PDF/X-3
    • PDF/X-4
  • Een PDF-bestand met ingesloten lettertypen

Kleurafstemming kan mislukken voor de volgende afbeeldingen, zelfs als aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • Een afbeelding die volledig is gevuld met een effen kleur, zonder gradatie of randen.Afbeelding ingekleurd met een effen kleur
  • Een afbeelding met een ontwerp dat bestaat uit lijnsymmetrie of rotatiesymmetrie.Afbeelding met een ontwerp bestaande uit lijnsymmetrie of rotatiesymmetrie
  • Als dezelfde afbeelding herhaaldelijk wordt weergegeven
  • De pagina bevat heel veel tekens en lijntekeningen.
  • De pagina heeft een extreem kleurenschema, zoals voornamelijk kleuren uit een specifieke kleurfamilie.
  • De pagina is volledig bedekt met een fijnmazig patroon.
  • Als het schermformaat te klein is
    Opmerking:
  • Bij gebruik van een kleurenwaaier voor Afstemming kleurmonster wordt het gebied buiten de kleurvlakken waaruit de waaier bestaat ook beïnvloed door het effect van kleurafstemming.
  • Kleurafstemming kan mislukken in de volgende gevallen, zelfs wanneer u gegevens van originelen gebruikt die geschikt zijn voor kleurafstemming.
    • Het kleurengamma van de printer voor het afdrukken van de origineelgegevens is te klein.
    • Het aantal inkten dat wordt gebruikt in de origineelgegevens en in de gegevens die de printer gebruikt voor afdrukken is niet hetzelfde. Als het kleurmonster bijvoorbeeld wordt afgedrukt met een printer met vier kleuren inkt, worden de origineelgegevens afgedrukt op een printer met zeven kleuren inkt.
    • Als de kleur van het papier in het kleurmonster verschilt van de kleur van het papier dat is geladen in de printer die de documentgegevens afdrukt.

1.4.2 Afstemming kleurmonster uitvoeren

Met deze functie wordt een document afgedrukt op papier terwijl de kleuren in het document worden afgestemd op de kleuren van afgedrukte kleurmonsters. In dit gedeelte wordt beschreven hoe kleurafstemming werkt bij een document van één pagina.

    Belangrijk:
  • Het wordt aangeraden om eerst de beeldbelichting aan te passen.
  • Controleer het volgende voordat u deze functie uitvoert:
    • Op de printer: er is papier geladen van het formaat dat is opgegeven in de documentgegevens en er zijn geen actuele storingen of fouten.
    • Op het apparaat: er brandt geen rood lampje
    • Op de computer die met het apparaat is verbonden: het menuscherm van RICOH Auto Color Adjuster wordt weergegeven en er zijn geen andere toepassingen actief.
    • Oorspronkelijke gegevens: geef gegevens op die kunnen worden gebruikt in Afstemming kleurmonster.
    • Afgedrukt kleurmonster: het kleurmonster moet worden afgedrukt met het formaat dat is opgegeven in de documentgegevens.

1.4.2.1 De gegevens voorbereiden die nodig zijn voor Afstemming kleurmonster

Selecteer de oorspronkelijke gegevens, scan het kleurmonster en het afgedrukte document op het apparaat, en geef ze weer in het scherm Afstemming kleurmonster.

    Opmerking:
  • Druk meer dan één kopie af van de documentgegevens (PDF) en gebruik de kopie die het laatst is afgedrukt.

De gegevens voorbereiden die nodig zijn voor kleurafstemming:

  1. Druk de documentgegevens (PDF) af.
    1. Selecteer de printer waarop kleurafstemming moet worden uitgevoerd.
    2. Druk de documentgegevens af met de vereiste afdrukinstellingen.
        Belangrijk:
      • U mag het document niet verkleinen of vergroten tijdens het afdrukken.
  2. Selecteer Afstemming kleurmonster op de computer.Het scherm van RICOH Auto Color Adjuster
    Het scherm Afstemming kleurmonster wordt weergegeven.
      Opmerking:
    • Geef de items van links naar rechts op.
  3. Als u de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld hebt, laadt u ze.
    1. Om de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld te laden, selecteert u Laden.
    2. Selecteer in het dialoogvenster Map selecteren de map met de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en perfecte voorbeeldgegevens.
    3. Klik op Map selecteren.
      Het originele bestand en het perfecte voorbeeld worden weergegeven in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster.
  4. Als u geen opgeslagen perfect voorbeeld hebt, scant u het.
    1. Klik in de sectie Oorspronkelijke gegevens op Bestand selecteren.
    2. Selecteer in het dialoogvenster Originele gegevens selecteren het bestand met de oorspronkelijke gegevens.
        Opmerking:
      • De Fout bij instellen van CMYK-bronprofiel wordt weergegeven wanneer geen profiel is gespecificeerd in CMYK-bron onder Opnieuw afdrukken na kleurafstemming.
      De afbeelding van het geselecteerde bestand wordt weergegeven in het gedeelte Oorspronkelijke gegevens.
    3. Leg het kleurmonster met de te scannen zijde omhoog in de invoerlade van het apparaat. Het kleurmonster op de lade plaatsen
    4. Selecteer in het gedeelte Perfect voorbeeld het papierformaat van uw afgedrukte kleurmonster.
    5. Als u Aangepast formaat heeft geselecteerd, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.Het papierformaat selecteren
        Belangrijk:
      • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het perfecte voorbeeld dat u wilt scannen.
    6. Selecteer Scannen in het gedeelte Perfect voorbeeld.
      Wanneer de scan klaar is, wordt de gescande afbeelding weergegeven in het gedeelte Perfect voorbeeld.
  5. Leg het afgedrukte document met de te scannen zijde naar boven in het apparaat.
      Opmerking:
    • Als u meer dan één kopie heeft afgedrukt van de documentgegevens (PDF), gebruikt u de kopie die het laatst is afgedrukt.
  6. Geef in de sectie Voor kleurafstemming het papierformaat van het afgedrukte origineel op. Als u Aangepast formaat heeft opgegeven, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.Het formaat van het origineel opgeven vóór kleurafstemming
      Belangrijk:
    • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het origineel dat u wilt scannen.
  7. Selecteer Scannen in het gedeelte Voor kleurafstemming.
    Wanneer de scan klaar is, wordt de gescande afbeelding weergegeven in het gedeelte Voor kleurafstemming.
  8. Ga verder met de stappen voor het maken van een profiel.

1.4.2.1.1 Fiery gebruiken om het PDF-bestand af te drukken voor kleurafstemming

Fiery gebruiken om het PDF-bestand af te drukken voor kleurafstemming:

  1. Stel in het gedeelte KLEUR het Uitvoerprofiel in op een profiel dat overeenkomt met het papier dat u gebruikt of geef het profiel op dat u hebt bijgewerkt met Snelle kleuraanpassing.[Uitvoerprofiel] en [CMYK-bron] instellen
  2. Selecteer voor de CMYK-bron een andere instelling dan ColorWiseOFF of Bypass conversion.
  3. Schakel het selectievakje Ingesloten CMYK-profielen gebruiken uit.De selectievakjes [Ingesloten CMYK-profielen gebruiken] en [Steunkleurovereenkomst] uitschakelen
  4. Schakel het selectievakje Steunkleurovereenkomst uit.
  5. Schakel het selectievakje PDF/X-uitvoerprincipe uit.Het selectievakje [PDF/X-uitvoerprincipe] uitschakelen

1.4.2.1.2 TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand af te drukken voor kleurafstemming

TotalFlow Print Server gebruiken om het PDF-bestand af te drukken voor kleurafstemming:

  1. Stel bij Kleur de optie Printerprofiel, voor in op een profiel dat overeenkomt met het papier dat u gebruikt of geef het profiel dat u hebt bijgewerkt op met Snelle kleuraanpassing.[Printerprofiel, voor] instellen
  2. Selecteer voor het CMYK-invoerprofiel een andere instelling dan Pass-through.[CMYK-invoerprofiel] en [Ingesloten profiel gebruiken]
  3. Stel de optie Ingesloten profiel gebruiken naast CMYK-invoerprofiel in op Uit.
  4. Stel Steunkleurovereenkomst in op Uit.[Steunkleurovereenkomst] en [PDF/X-uitvoerintentie gebruiken] instellen op [Uit]
  5. Stel PDF/X-uitvoerprincipe gebruiken in op Uit.

1.4.2.2 Kleuren afstemmen en een profiel maken

Stem de kleuren af op de afbeelding die wordt weergegeven in Voor kleurafstemming en maak vervolgens een profiel.

Kleuren matchen en een profiel maken:

  1. Controleer het profiel dat is opgegeven in de afdrukinstellingen bij het afdrukken van de documentgegevens.
      Opmerking:
    • De naam van het te controleren item verschilt afhankelijk van de DFE die u gebruikt.
      • Voor Fiery is CMYK-bron de naam van de instelling.De [CMYK-bron] selecteren
      • Voor TotalFlow Print Server is CMYK-invoerprofiel de naam van de instelling.Het [CMYK-ingangsprofiel] selecteren
  2. Specificeer het profiel dat is gebruikt in stap 1 van CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming.Het profiel [CMYK-bron] selecteren
      Opmerking:
    • Als u een profiel wilt toevoegen, selecteert u de knop Toevoegen (knop Toevoegen) en geeft u het profiel op dat u wilt toevoegen.
  3. Controleer het opbouwprincipe dat is opgegeven in de afdrukinstellingen bij het afdrukken van de documentgegevens.
      Opmerking:
    • De naam van het te controleren item verschilt afhankelijk van de DFE die u gebruikt.
      • Voor Fiery is CMYK-opbouwprincipe de naam van de instelling.[CMYK-opbouwprincipe] instellen
      • Voor TotalFlow Print Server is Opbouwprincipe de naam van de instelling.[Opbouwprincipe] instellen
  4. Geef CMYK-weergave op in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming.De waarde voor [CMYK-opbouw] instellen
      Opmerking:
    • Geef Op waarneming gebaseerd op als Fotografisch is opgegeven in Fiery of geef Verzadiging op als Presentatie is opgegeven.
  5. Selecteer Kleurafstemming uitvoeren.Selecteer [Kleurafstemming uitvoeren] in het gedeelte [Opnieuw afdrukken na kleurafstemming]
    Het kleurafstemmingsproces wordt gestart en er wordt een profiel gemaakt. Wacht tot het proces is voltooid. Wanneer het kleurafstemmingsproces is voltooid, wordt de verwerkte afbeelding weergegeven in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming.
  6. Controleer de gemiddelde kleurafwijking (gesimuleerd) na uitvoering van kleurafstemming.De gemiddelde kleurafwijking controleren na kleurafstemming
      Opmerking:
    • De gemiddelde kleurafwijking wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van de kleurafwijkingswaarden voor alle pixels in de afbeelding.
  7. Controleer de kleurafwijking op de kleurafwijkingskaart.
    1. Selecteer ΔE-kaart weergeven.Selecteren van [ΔE-kaart weergeven
      De kaart met de kleurafwijking wordt weergegeven en de naam van de knop verandert in ΔE-kaart verbergen.
    2. Controleer de afwijking van de kleuren.De afwijking van de kleuren controleren
        Opmerking:
      • De kleurafwijking wordt berekend door de waarde van de papierkleur in mindering te brengen en de decimalen af te kappen.
      • Het lichtere gebied op de kaart geeft een grotere afwijking aan.
    3. Selecteer ΔE-kaart verbergen.
  8. Optioneel: Sla de bestanden op met de oorspronkelijke gegevens en de gescande perfecte voorbeeldgegevens.
    1. Om de bestanden met de oorspronkelijke gegevens en het gescande perfecte voorbeeld op te slaan, selecteert u Opslaan linksboven in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster.
    2. Als de map waarin u de oorspronkelijke gegevens en de perfecte voorbeeldgegevens wilt opslaan nog niet is aangemaakt, selecteert u Nieuwe map in het dialoogvenster Map selecteren. Voer vervolgens de naam van de nieuwe map in.
    3. Selecteer de map waarin u de oorspronkelijke gegevens en de perfecte voorbeeldgegevens wilt opslaan en klik op Map selecteren.
      De toepassing slaat de oorspronkelijke gegevens en de perfecte voorbeeldgegevens op in de geselecteerde map.
  9. Om het profiel op te slaan, selecteert u Opslaan rechtsonder in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster.
      Opmerking:
    • De indeling van de bestandsnaam die wordt toegewezen aan een profiel is Match_jjjjmmdduumm.icc. U kunt de naam desgewenst aanpassen.
  10. Selecteer Afsluiten.
    De kleurafstemming is voltooid en het profiel is opgeslagen. Als u de perfecte voorbeeldgegevens hebt opgeslagen, laad deze dan de volgende keer dat u kleuren moet matchen en maak een profiel op basis van hetzelfde perfecte voorbeeld.

1.4.2.2.1 Het profiel gebruiken om een document af te drukken met Fiery

Gebruik het profiel dat is gemaakt met het proces van kleurafstemming om documenten af te drukken in de kleuren die overeenkomen met de kleuren in het kleurmonster.

    Opmerking:
  • De procedure verschilt afhankelijk van de DFE die u gebruikt. Wanneer u een andere DFE gebruikt dan Fiery of TotalFlow Print Server, raadpleegt u de handleiding van uw DFE.

  1. Start de Fiery Command WorkStation.
  2. Log als systeembeheerder in bij de toepassing.
  3. Klik op Server Apparaatcentrum.
  4. Klik op RESOURCES Profielen.
  5. Klik op Importeren en geef vervolgens CMYK-bron en simulatie op.
  6. Geef het profiel op dat is gemaakt.
    Het profiel wordt geïmporteerd in Fiery.
  7. Geef het geïmporteerde profiel op in CMYK Source: van de afdrukinstellingen.
  8. Geef voor de andere items de instellingen op die u heeft opgegeven bij het afdrukken van de documentgegevens voorafgaand aan het uitvoeren van kleuraanpassing.
  9. Druk het document af.

1.4.2.2.2 Het profiel gebruiken om een document af te drukken met TotalFlow Print Server

Gebruik het profiel dat is gemaakt met het proces van kleurafstemming om documenten af te drukken in de kleuren die overeenkomen met de kleuren in het kleurmonster.

    Opmerking:
  • De procedure verschilt afhankelijk van de DFE die u gebruikt. Wanneer u een andere DFE gebruikt dan Fiery of TotalFlow Print Server, raadpleegt u de handleiding van uw DFE.

  1. Start de TotalFlow Print Server met een account met beheerdersrechten.
  2. Klik op Instellingen Profielen.
  3. Klik op Kleurbeheer Profielen.
  4. Klik op de knop Bewerken (de knop Bewerken) in CMYK-invoerprofiel.
  5. Klik op Importeren CMYK-bron en simulatie.
  6. Geef het gemaakte profiel op en klik op Importeren.
  7. Geef het CMYK-invoerprofiel op en klik op OK.
  8. Geef het profiel op dat is gemaakt.
    Het profiel wordt geïmporteerd in TotalFlow Print Server.
  9. Geef het geïmporteerde profiel op in CMYK Input Profile van de afdrukinstellingen.
  10. Geef voor de andere velden de instellingen op die u heeft opgegeven bij het afdrukken van de documentgegevens voorafgaand aan het uitvoeren van kleuraanpassing.
  11. Druk het document af.

1.4.3 Gebruiksmogelijkheden

U kunt de reproduceerbaarheid van kleuren verbeteren door een document te gebruiken dat uit meerdere pagina's bestaat of door een specifiek gebied op een pagina op te geven.

1.4.3.1 Een document met meerdere pagina's gebruiken

Gebruik een document van maximaal 15 pagina's om de kwaliteit van het reproduceren van kleuren te verbeteren.

Een document met meerdere pagina's gebruiken:

  1. Druk de documentgegevens (PDF) af.
    1. Selecteer de printer waarop kleurafstemming moet worden uitgevoerd.
    2. Druk de documentgegevens af.
        Belangrijk:
      • U mag het document niet verkleinen of vergroten tijdens het afdrukken.
  2. Klik op de computer op Afstemming kleurmonster.Het scherm van RICOH Auto Color Adjuster
    Het scherm Afstemming kleurmonster wordt weergegeven.
      Opmerking:
    • Geef de items van links naar rechts op.
  3. Klik in de sectie Oorspronkelijke gegevens op Bestand selecteren.
  4. Selecteer in het dialoogvenster Originele gegevens selecteren het bestand met de oorspronkelijke gegevens.
    Het geselecteerde bestand wordt weergegeven in het gedeelte Oorspronkelijke gegevens.
  5. Klik op de knop Vorige pagina (de knop Vorige pagina) en de knop Volgende pagina (de knop Volgende pagina) om naar de pagina te gaan voor kleurafstemming.
  6. Leg het kleurmonster met de te scannen zijde omhoog in de invoerlade van het apparaat. Het kleurmonster op de lade plaatsen
  7. Selecteer in het gedeelte Perfect voorbeeld het papierformaat van uw afgedrukte kleurmonster.
  8. Als u Aangepast formaat heeft geselecteerd, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.Het papierformaat van het kleurmonster opgeven
      Belangrijk:
    • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het perfecte voorbeeld dat u wilt scannen.
  9. Selecteer Scannen in het gedeelte Perfect voorbeeld.
    Wanneer het scannen klaar is, wordt de gescande afbeelding weergegeven in het gedeelte Perfect voorbeeld.
  10. Leg het afgedrukte document met de te scannen zijde naar boven in het apparaat.
  11. Geef in de sectie Voor kleurafstemming het papierformaat van het afgedrukte origineel op. Als u Aangepast formaat heeft opgegeven, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.Het formaat van het origineel opgeven vóór kleurafstemming
      Belangrijk:
    • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het origineel dat u wilt scannen.
  12. Klik in de sectie Voor kleurafstemming op Scannen.
    Wanneer het scannen klaar is, wordt de gescande afbeelding weergegeven in Voor kleurafstemming.
  13. Herhaal stap 3 t/m 13 om alle pagina's te scannen.
  14. Klik in het gedeelte Oorspronkelijke gegevens op de knop Vorige pagina (de knop Vorige pagina) en op de knop Volgende pagina (de knop Volgende pagina) om te controleren of alle pagina's worden gescand.
  15. Ga verder met de stappen voor het maken van een profiel.

1.4.3.2 Het gebied en de richting opgeven

Wanneer u kleuren gaat afstemmen op de pagina's in opgelegde documentgegevens die voor elke pagina afzonderlijk worden afgedrukt, moet u hetzelfde gebied en dezelfde richting opgeven voor alle pagina's om de kwaliteit van het reproduceren van kleuren te verbeteren. Geef ook het gebied op voor het uitlijnen van de positie wanneer Uitlijningsfout verschijnt.

Het gebied en de richting opgeven:

  1. Druk de documentgegevens (PDF) af.
    1. Selecteer de printer waarop kleurafstemming moet worden uitgevoerd.
    2. Druk de documentgegevens af met de vereiste afdrukinstellingen.
        Belangrijk:
      • U mag het document niet verkleinen of vergroten tijdens het afdrukken.
  2. Klik op de computer op Afstemming kleurmonster.Het scherm van RICOH Auto Color Adjuster
    Het scherm Afstemming kleurmonster wordt weergegeven.
      Opmerking:
    • Geef de items van links naar rechts op.
  3. Als u de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld hebt, laadt u ze.
    1. Om de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en het opgeslagen perfecte voorbeeld voor het gespecificeerde gebied te laden, selecteert u Laden.
    2. Selecteer in het dialoogvenster Map selecteren de map met de opgeslagen oorspronkelijke gegevens en perfecte voorbeeldgegevens.
    3. Klik op Map selecteren.
      Het gespecificeerde gebied van het originele bestand en het gespecificeerde gebied van het perfecte voorbeeld worden weergegeven in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster.
  4. Als u geen opgeslagen perfect voorbeeld voor het gespecificeerde gebied hebt, scant u het.
    1. Klik in de sectie Oorspronkelijke gegevens op Bestand selecteren.
    2. Selecteer in het dialoogvenster Originele gegevens selecteren het bestand met de oorspronkelijke gegevens.
      De afbeelding van het geselecteerde bestand wordt weergegeven in het gedeelte Oorspronkelijke gegevens.
    3. Klik in de sectie Oorspronkelijke gegevens op Gebied opgeven.
    4. Als u de richting van de afbeelding wilt wijzigen, klikt u op 90° CCW of 90° CW.
    5. Klik in een hoek van het op te geven gebied en sleep diagonaal om het gebied te specificeren.Het gebied specificeren
      Een blauwe rechthoek geeft het gebied aan.
    6. Klik op OK.
      De afbeelding van het gebied en de richting die zijn opgegeven in Oorspronkelijke gegevens wordt weergegeven.
    7. Leg het kleurmonster met de te scannen zijde omhoog in de invoerlade van het apparaat. Het kleurmonster op de lade plaatsen
    8. Selecteer in het gedeelte Perfect voorbeeld het papierformaat van uw afgedrukte kleurmonster. Als u Aangepast formaat heeft geselecteerd, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.Het papierformaat van het kleurmonster opgeven
        Belangrijk:
      • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het perfecte voorbeeld dat u wilt scannen.
    9. Selecteer Scannen in het gedeelte Perfect voorbeeld.
      Wanneer het scannen klaar is, wordt de afbeelding die overeenkomt met het gebied dat is geselecteerd in Oorspronkelijke gegevens weergegeven in Perfect voorbeeld.
    10. Als u het geselecteerde gebied van de afbeelding wilt wijzigen, klikt u op Gebied opgeven in het gedeelte Perfect voorbeeld en selecteert u het gebied opnieuw. Gebruik dezelfde procedure zoals beschreven in stap 4, substap 4.4 t/m 4.6.
  5. Leg het afgedrukte document met de te scannen zijde naar boven in het apparaat.
  6. Selecteer in het gedeelte Voor kleurafstemming het papierformaat van het afgedrukte origineel. Als u Aangepast formaat heeft geselecteerd, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.
      Belangrijk:
    • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het origineel dat u wilt scannen.
  7. Klik in de sectie Voor kleurafstemming op Scannen.
    Wanneer het scannen klaar is, wordt de afbeelding die overeenkomt met het gebied dat is geselecteerd in Oorspronkelijke gegevens weergegeven in Voor kleurafstemming.
  8. Als u het geselecteerde gebied van de afbeelding wilt wijzigen, klikt u op Gebied opgeven in Voor kleurafstemming en selecteert u het gebied opnieuw. Gebruik dezelfde procedure zoals beschreven in stap 4, substap 4.4 t/m 4.6.
  9. Ga verder met de stappen voor het maken van een profiel.

1.4.4 Problemen oplossen (Afstemming kleurmonster)

In dit gedeelte vindt u oplossingen voor foutberichten die worden weergegeven in Afstemming kleurmonster. Daarnaast wordt de procedure beschreven voor het verbeteren van de kwaliteit van het reproduceren van kleuren.

    Opmerking:
  • Als het scherm Afstemming kleurmonster niet wordt weergegeven, en u geen bericht ziet wanneer u op Afstemming kleurmonster in het menuscherm klikt, sluit u het menuscherm en start u Windows opnieuw. Als u het scherm Afstemming kleurmonster dan nog steeds niet kunt weergeven, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.

1.4.4.1 Wanneer een bericht wordt weergegeven (Afstemming kleurmonster)

Bericht Oorzaak Oplossing en verwijzing
Fout bij instellen van CMYK-bronprofiel CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming is niet opgegeven. Geef bij CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming het profiel op dat is opgegeven in de afdrukinstellingen bij het afdrukken van de documentgegevens.
Uitlijningsfout De afbeelding die is opgegeven in Oorspronkelijke gegevens kan niet worden gebruikt voor kleurafstemming. Kleurafstemming is niet mogelijk met sommige afbeeldingen, zoals afbeeldingen met alleen een effen kleur of met een ontwerp op basis van lijn- of rotatiesymmetrie. Controleer of de opgegeven afbeelding wordt ondersteund.
Het gescande document of kleurmonster komt niet overeen met de afbeelding die wordt weergegeven in Oorspronkelijke gegevens. Scan een document of kleurmonster dat overeenkomt met de afbeelding die wordt weergegeven in Oorspronkelijke gegevens.
Het gebied of de richting van de afbeelding die is gescand in Perfect voorbeeld en Voor kleurafstemming komt niet overeen met het gebied of de richting die is opgegeven in Gebied opgeven in Oorspronkelijke gegevens. Geef in Gebied opgeven in Perfect voorbeeld en Voor kleurafstemming dezelfde afbeelding op die is opgegeven in Oorspronkelijke gegevens, en geef vervolgens hetzelfde gebied en dezelfde richting op als in de oorspronkelijke gegevens.
Fout bij kleurafstemming Een of meer instellingen zijn niet goed opgegeven.
  • Herhaal de procedure vanaf het begin.
  • Als Uitlijningsfout wordt weergegeven, lost u dit probleem op volgens de instructies.

Overschrijven van [###] is niet toegestaan.

[###] staat voor de naam van een vooraf geïnstalleerd bestand.

U heeft een bestandsnaam opgegeven die wordt gebruikt voor een vooraf geïnstalleerd bestand in CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming. Het vooraf geïnstalleerde bestand kan niet worden overschreven.

Geef een andere bestandsnaam op.

Het verwijderen van [###] is niet toegestaan.

[###] staat voor de naam van een vooraf geïnstalleerd bestand.

U heeft geprobeerd een vooraf geïnstalleerd bestand in CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming te verwijderen. De vooraf geïnstalleerde bestanden kunnen niet worden verwijderd.
Fout bij bestandsselectie

Kan [###] niet openen. De kleurruimte wordt niet ondersteund of het bestand is beschadigd.

[###] staat voor een bestandsnaam.

Bij CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming is een bestand opgegeven waarvan de kleurruimte niet CMYK is, of het opgegeven bestand is beschadigd.
  • Controleer of u het bestand kunt openen in de toepassing voor uw DFE of in een andere toepassing.
  • Geef een ander bestand op in CMYK-bron in Opnieuw afdrukken na kleurafstemming en controleer vervolgens of dit bestand wel goed werkt.
  • Geef een bestand op met de kleurruimte CMYK. Als u de gegevens wilt bekijken van de kleurruimte van een profiel, gebruikt u een toepassing die de profielgegevens kan weergeven. U kunt bijvoorbeeld de profielinformatie lezen en informatie over Kleurruimte controleren in "ICC Profile Inspector", een toepassing die wordt aangeboden door het ICC (International Color Consortium). Deze toepassing is gratis te downloaden op ICC Profile Inspector .
Fout bij bestandsselectie

Kan [###] niet openen. De bestandsindeling wordt niet ondersteund of het bestand is beschadigd.

[###] staat voor een bestandsnaam.

In Oorspronkelijke gegevens is een bestand opgegeven dat niet kan worden gebruikt of het bestand is beschadigd.
  • Controleer of het bestand van een type is dat wordt ondersteund in Afstemming kleurmonster.
  • Controleer of u het bestand kunt openen in een andere toepassing.
  • Geef een ander bestand op in Oorspronkelijke gegevens en controleer vervolgens of dit bestand wel goed werkt.
Fout in tekentype Er is bij het opslaan van het profiel een niet-singlebyte alfanumeriek teken opgegeven in de bestandsnaam. Gebruik alleen singlebyte alfanumerieke tekens als u de bestandsnaam wijzigt.
Bovenlimiet bereikt Er is een kleurmonster of document gescand met meer dan 15 pagina's. U kunt maximaal 15 pagina's scannen van een kleurmonster of document. Als u de afbeeldingen wilt verwijderen die al zijn gescand, gaat u in Oorspronkelijke gegevens naar de afbeelding die u wilt verwijderen en klikt u vervolgens op Verwijderen in Perfect voorbeeld of Voor kleurafstemming.
Fout bij verwerken van rasterafbeelding GPL Ghostscript is mogelijk niet goed geïnstalleerd of de omgevingsvariabelen in GPL Ghostscript zijn onjuist opgegeven.
  • Controleer de instellingen voor de omgevingsvariabelen.
  • Installeer GPL Ghostscript opnieuw.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

    Opmerking:
  • Volg de instructies in het bericht als er andere berichten worden weergegeven.

1.4.4.2 De kwaliteit van het reproduceren van kleuren verbeteren

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het verbeteren van de kwaliteit van de reproduceerbaarheid van kleuren door het proces van kleurafstemming twee keer uit te voeren wanneer er een grote mate van kleurafwijking is vastgesteld, zelfs nadat er kleurafstemming is uitgevoerd.

    Belangrijk:
  • De kans bestaat dat de kwaliteit van de reproduceerbaarheid van kleuren niet is verbeterd na het uitvoeren van deze procedure.

De kwaliteit van de reproduceerbaarheid van kleuren verbeteren:

  1. Om het profiel op te slaan, selecteert u Opslaan rechtsonder in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster.Selecteer [Opslaan] rechtsonder in het dialoogvenster Afstemming kleurmonster
      Opmerking:
    • De indeling van de bestandsnaam die wordt toegewezen aan een profiel is Match_jjjjmmdduumm.icc. U kunt de naam desgewenst aanpassen.
  2. Druk een document af met behulp van het profiel dat u heeft opgeslagen.
  3. Klik in de sectie Voor kleurafstemming op Verwijderen.
  4. Leg het afgedrukte document met de bedrukte zijde naar boven in het apparaat.
  5. Geef het formaat van het afgedrukte origineel op in Voor kleurafstemming.
      Opmerking:
    • Als u Aangepast formaat heeft opgegeven, voert u de papierlengte (richting van subscan) in bij Subscan.
    • Er kan een papierstoring optreden als u een papierformaat selecteert dat verschilt van het papierformaat van het origineel dat u wilt scannen.
  6. Klik op Scannen bij Voor kleurafstemming.
    Het scannen begint. Wacht tot het scannen is voltooid. Wanneer de scan klaar is, wordt de gescande afbeelding weergegeven in Voor kleurafstemming.
  7. Geef het profiel op dat is gebruikt in stap 2 in CMYK-bron van Opnieuw afdrukken na kleurafstemming.
      Opmerking:
    • Als u een profiel wilt toevoegen, klikt u op de knop Toevoegen (de knop Toevoegen) en geeft u het profiel op dat u wilt toevoegen.
  8. Klik op Kleurafstemming uitvoeren en controleer nogmaals de kleurafwijking.

1.5 Beheerconsole

Hiermee kunt u een snelle certificering uitvoeren voor het resultaat van de kleuraanpassing van de printer op basis van verschillende certificeringsnormen. U kunt de wijzigingen in de loop van de tijd van het certificeringsresultaat beheren voor afzonderlijke printers.

U kunt ook een rapportbestand afdrukken en dit gebruiken om de afdrukwaliteit van elke printer te beheren.

1.5.1 Workflow van Beheerconsole

  1. Druk de kleurenwaaier af die u wilt gebruiken voor kleurverificatie in Snelle kleuraanpassing op de printer om de kleurverificatiegegevens te verzamelen.De testwaaier afdrukken voor kleurverificatie
  2. Scan de kleurenwaaier voor kleurverificatie in Snelle kleuraanpassing op het apparaat.De waaier scannen voor kleurverificatie
    De kleurverificatiegegevens worden opgeslagen op de computer die via USB is verbonden met het apparaat.
  3. Open Beheerconsole op de computer en bekijk de veranderingen in de loop van de tijd.
      Opmerking:
    • U kunt de gegevens gebruiken om de toestand van kleuren op elke printer te beheren of om een rapport in CSV-indeling af te drukken.
    • Verzamel de kleurverificatiegegevens in de volgende gevallen, naargelang het doel waarvoor u ze wilt gebruiken.
      • Om het resultaat van kleurverificatie te controleren: na het uitvoeren van kleuraanpassing met Snelle kleuraanpassing
      • Om de verandering van kleur in de loop van tijd op een printer te controleren: met regelmatige tussenpozen of voorafgaand aan de definitieve afdrukrun voor aflevering
    • U kunt Beheerconsole gebruiken vanaf een computer die via USB rechtstreeks met het apparaat is verbonden, of vanaf een andere computer die met het apparaat is verbonden via een netwerk.

1.5.2 Resultaat van kleuraanpassing controleren in Beheerconsole

U kunt de veranderingen in de loop van de tijd van de resultaten van kleuraanpassing en kleurverificatie controleren in Snelle kleuraanpassing, en op basis hiervan de kleurstatus van printers beheren.

1.5.2.1 Het scherm Beheerconsole gebruiken

Voer in de adresbalk van uw browser het IP-adres en het poortnummer van de computer in om het scherm Beheerconsole weer te geven.
De pagina Beheerconsole
1. Locatie:
Selecteer de locatie van de grafiek die u wilt weergeven. Een locatie verwijst naar een groep printers die zijn geregistreerd in Begininstellingen. Selecteer Alles om alle printers weer te geven.
2. Datumbereik:
Geef de periode op waarvoor u gegevens wilt uitzetten in een grafiek.
3. Weergave wijzigen:
Geef aan of u een grafiek wilt weergeven voor elk printermodel of voor elk papiertype.
4. Afdrukconditie:
Selecteer de kleurenwaaier die u wilt weergeven in de grafiek:
  • JC Digital 2011 Coated, Wedge: voor het bepalen van de kleurreproduceerbaarheid in Japan Color 2011 Coated op basis van de meetresultaten van de Japan Color controlestrook (54 kleuren) en het gemiddelde van vier metingen van dezelfde kleuren
  • ISO12647-8 Coated V3 F51: voor het bepalen van de kleurreproduceerbaarheid in Fogra51 op basis van de meetresultaten van Fogra Media Wedge V3 (72 kleuren) en het gemiddelde van vier metingen van dezelfde kleuren
  • Verify GRACoL2013, Wedge: voor het bepalen van de kleurreproduceerbaarheid in GRACoL2013 op basis van de meetresultaten van de Digital Press controlestrook 2013 (84 kleuren) en het gemiddelde van vier metingen van dezelfde kleuren
  • Simple Gray Scale, Wedge 2013: bevestigt de kleurreproduceerbaarheid van Simple Grayscale op basis van de meetresultaten van de Digital Press controlestrook 2013 (gemiddelde van 84 kleuren × 4 sets).
  • ISO12647-8:2021 Coated V3 F51: bevestigt de kleurreproduceerbaarheid van ISO 12647-8:2021 [VPC] gebaseerd op de meetresultaten van Fogra Media Wedge (gemiddelde van 72 kleuren × 4 sets).
5. Beheerconsole/ Begininstellingen
Klik hier om te wisselen tussen de schermen Beheerconsole en Begininstellingen.
6. Pictogram voor selecteren van weergavetaal (de knop [Weergavetaal])
Klik hierop om een andere weergavetaal te kiezen. U kunt kiezen uit Engels, Japans, Duits, Frans, Spaans, Nederlands of Italiaans.
7. Pictogram voor software die in gebruik is (de knop [Software in gebruik])
Klik hierop om te zien welke software wordt gebruikt.
8. Pictogram voor weergeven van handleiding (de knop [Help])
Klik hierop om de handleiding weer te geven.
9. Exporteren
Klik hierop om een rapportbestand op te slaan in CSV-indeling.
10. Opslaan
Klik hierop om de waarde bij te werken na het wijzigen van Datumbereik:.
11. Grafiek
De waarden die overeenkomen met de instellingen die zijn opgegeven bij Locatie:, Weergave wijzigen:, Datumbereik: en Afdrukconditie: worden weergegeven in een waaier met de datum als de horizontale as.
12. Printernaam:
De printer die is geregistreerd op de geselecteerde Locatie:. U kunt de grafiek verfijnen door het selectievakje van de printer uit te vinken om de bijbehorende gegevens te verbergen in de grafiek.
13. Papier om weer te geven:
Hier wordt het Papier om weer te geven: dat is geregistreerd voor de Locatie: die u heeft geselecteerd. U kunt de waaier verfijnen door het selectievakje Papier om weer te geven: uit te vinken om de bijbehorende gegevenspunten te verbergen in de waaier.

1.5.2.1.1 De waaier lezen

De lijnwaaier wordt weergegeven op het scherm Beheerconsole.
Lijnwaaier op het scherm Beheerconsole
1. Lijngrafiek

Elke printer of elk papier heeft een eigen grafieklijn. De kleur van de lijn komt overeen met de kleur van het selectievakje Printernaam: of Papier om weer te geven:.

Een ononderbroken lijn geeft een gemiddelde kleurafwijking aan, terwijl een stippellijn de maximale kleurafwijking aangeeft.

2. Kleurafwijking (ΔE2000)
De verticale as geeft de waarde van de kleurafwijking aan.
3. Printernaam
4. Gegevenspunt ●
Plaats de aanwijzer op een gegevenspunt om de datum en tijd weer te geven waarop de gegevens voor de kleurafwijking zijn verkregen.

Een rood gegevenspunt vertegenwoordigt een waarde die buiten de drempel ligt, en ■ geeft een waarde aan die is verkregen na het voor de eerste keer uitvoeren van Post-beoordeling na het registreren van het ICC-profiel in Kleuraanpassing.

5. Drempelwaarde (maximum)
De horizontale stippellijn vertegenwoordigt de maximale drempelwaarde die is opgegeven in Begininstellingen.
6. Drempelwaarde (gemiddeld)
De horizontale ononderbroken lijn vertegenwoordigt de gemiddelde drempelwaarde die is opgegeven in Begininstellingen.
7. Datum
Langs de horizontale as worden de datums weergegeven.

1.5.2.2 Verandering in de loop der tijd controleren

Op het scherm Beheerconsole kunt u de kleurveranderingen in de loop van de tijd controleren. Als u de meest recente status van een printer wilt controleren, voert u kleurverificatie uit in Snelle kleuraanpassing en opent u vervolgens het scherm Beheerconsole.

Kleurveranderingen controleren in de loop van de tijd:

  1. Controleer het IP-adres en poortnummer van de server.
    1. Als het menuscherm nog niet wordt weergegeven, klikt u op RICOH-pictogram (RICOH-pictogram) op het bureaublad om het te starten.
    2. Klik op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen) op het menuscherm.Klikken op de knop Apparaatinstellingen
    3. Klik op Inst. server Auto Color Adjuster en controleer het IP-adres en poortnummer.Het IP-adres en poortnummer controleren in de sectie [Inst. server Auto Color Adjuster]
        Opmerking:
      • U kunt Beheerconsole gebruiken vanaf een computer in het netwerk. Typ in de adresbalk van de webbrowser het IP-adres en het poortnummer van de computer die via een USB-kabel is verbonden met het apparaat.
      • Wanneer u meer dan één apparaat bedient en een cliëntcomputer gebruikt, vraagt u de beheerder om het IP-adres en het poortnummer van de server.
  2. Start uw webbrowser en typ het IP-adres en poortnummer in de adresbalk.Het IP-adres invoeren in de adresbalk
      Opmerking:
    • Voer het IP-adres en het poortnummer in met de indeling https://(IP-adres):poortnummer. Vergeet niet de dubbele punt (:) of punt (.) te typen. Als het poortnummer echter 80 is, kunt u kunt u de dubbele punt (:) en het poortnummer weglaten.
  3. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
      Opmerking:
    • Dit zijn de standaardwaarden voor de gebruikersnaam en het wachtwoord:
      • Gebruikersnaam: aca-user
      • Wachtwoord: user
    Het scherm Beheerconsole wordt weergegeven en u kunt de waaier bekijken die de volgende instellingen vertegenwoordigt:
    • Locatie: Alles
    • Afdrukconditie: De waaier gespecificeerd in Begininstellingen
    • Datumbereik:: maximaal zeven dagen geleden tot vandaag
    • Weergave wijzigen: Model
  4. Geef bij Datumbereik: de periode op waarvoor u gegevens wilt zien in de waaier en klik op Opslaan.Het [datumbereik] opgeven
  5. Wijzig de instellingen in Locatie:, Afdrukconditie: en Weergave wijzigen:.Wijzig de instellingen voor [Locatie], [Afdrukconditie] en [Weergave wijzigen]
    1. Geef in het veld Locatie: de locatie op waarop de te controleren printer zich bevindt.
    2. Geef in het veld Afdrukconditie: de doelconditie (norm) op waarmee de kleuren moeten worden vergeleken.
    3. Geef in het veld Weergave wijzigen: aan of u een waaier wilt weergeven voor elk printermodel of voor elk papiertype.
  6. U kunt bepalen voor welke printers of papiertypen er gegevens worden opgenomen in de waaier door de bijbehorende selectievakjes aan of uit te vinken.De selectievakjes uitschakelen van de items die u wilt verbergen
  7. Controleer de grafiek.
  8. Als u een rapportbestand wilt opslaan, klikt u op Exporteren.
    De waarden van elk item voor de weergegeven periode worden opgeslagen in een CSV-bestand.
  9. Sluit de internetbrowser.

1.5.2.2.1 Rapport met waaiergegevens

U kunt een rapport exporteren op basis van de lijngrafiek die wordt weergegeven op het scherm Beheerconsole. Het rapportbestand wordt geëxporteerd als CSV-bestand.
Items in het rapportbestand
Item in rapportbestand Omschrijving
IP Address IP-adres
Server Name DFE-naam
Machine Name Naam printer
Location Categorie
Paper Type Papiertype
Paper Name Papiernaam
ICC Profile Name Naam ICC-profiel
Printing Condition Grafieknaam

Max. drempel 1, 2

Gem. drempel 1, 2

Drempel 95e percentel [zonder grensvlakken] 2, 5

Gem. drempel [zonder grensvlakken] 2, 5

Gemiddelde drempel gewogen ΔL van K grijs 4

Maximale drempel gewogen ΔL van K grijs4

Gemiddelde drempel gewogen wΔL van CMY grijs4

Maximale drempel gewogen ΔL van CMY grijs 4

Gemiddelde drempel gewogen ΔCh van CMY grijs 4

Maximale drempel gewogen ΔCh van CMY grijs 4

Gem. drempel DeltaCh van CMY grijs 5

Max. drempel DeltaCh van CMY grijs 5

Drempel papier wit DELTA 5

Standaarden voor verschillende waaiers
Date Time Datum en tijd (jaar, maand, dag, uur, minuten en seconden) van de meting
DELTA Waarde van afzonderlijke kleurafwijking
DELTA AVE 1, 3 Gemiddelde delta E
DELTA AVE [without boundary patches] 2, 5 Gemiddelde delta E zonder grensvlakken
95 Percentile [without boundary patches] 2, 5 Delta E van vlakken uit 95e percentiel zonder grensvlakken
CMY gray average wΔL 4 Gemiddelde gewogen delta L van CMY grijs
CMY gray maximum wΔL 4 Maximum gewogen delta L van CMY grijs
K gray average wΔL 4 Gemiddelde gewogen delta L van K grijs
K gray maximum wΔL 4 Maximum gewogen delta L van K grijs
CMY gray average wΔCh 4 Gemiddelde gewogen delta Ch van CMY grijs
CMY gray maximum wΔCh 4 Maximum gewogen delta Ch van CMY grijs
CMY gray DeltaCh AVE 5 Gemiddelde delta Ch van samengesteld grijs
CMY gray DeltaCh MAX 5 Maximum delta Ch van samengesteld grijs
Paper White DELTA 5 Delta E van witheid papier

1 Bij gebruik van de waaier Japan Color Digital 2011 Coated, Wedge

2 Bij gebruik van de waaier ISO12647-8 Coated V3 F51

3 Bij gebruik van de waaier Verify GRACoL2013, Wedge

4 Bij gebruik van de waaier Simple Gray Scale, Wedge 2013

5 Bij gebruik van de waaier ISO12647-8:2021 Coated V3 F51

1.5.3 Problemen oplossen (Beheerconsole)

In dit gedeelte vindt u informatie over het oplossen van problemen waardoor Beheerconsole niet of niet goed werkt.
Status Oorzaak Oplossing en verwijzing
U krijgt een 404-fout en het scherm van Beheerconsole verschijnt niet wanneer u het IP-adres invoert in een browser. Het IP-adres en/of poortnummer dat u hebt ingevoerd, is onjuist. Voer het juiste IP-adres en poortnummer in. Vergeet niet om een dubbele punt (:) te typen tussen het IP-adres en poortnummer.

U kunt het IP-adres en poortnummer controleren in Inst. server Auto Color Adjuster onder Apparaatinstellingen dat wordt weergegeven wanneer u op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen) op het menuscherm klikt. Als u een clientcomputer gebruikt, vraagt u de beheerder om het juiste IP-adres en poortnummer.

Oude gegevens blijven aanwezig in de cache van de browser. Druk op het scherm Beheerconsole tegelijkertijd op de toetsen F5 en Shift. De cache van de browser wordt gewist en de pagina wordt opnieuw geladen.
Als u meer dan een apparaat bedient, is de server niet toegankelijk vanaf een clientcomputer.
  • Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.
  • Start Windows opnieuw op de computer en server.
    Opmerking:
  • Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
U krijgt de fout 404 en het scherm Beheerconsole verschijnt niet wanneer u op Beheerconsole op het scherm Begininstellingen klikt. Oude gegevens blijven aanwezig in de cache van de browser of de service op de server werkt niet goed.
  • Druk op het scherm Beheerconsole tegelijkertijd op de toetsen F5 en Shift. De cache van de browser wordt gewist en de pagina wordt opnieuw geladen.
  • Start Windows opnieuw op. Als u een clientcomputer gebruikt, moet u Windows ook op de server opnieuw starten.
    Opmerking:
  • Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
Het scherm Beheerconsole wordt niet volledig weergegeven en u kunt niets doen. Oude gegevens blijven aanwezig in de cache van de browser of er is een fout opgetreden in de database.
  • Druk op het scherm Beheerconsole tegelijkertijd op de toetsen F5 en Shift. De cache van de browser wordt gewist en de pagina wordt opnieuw geladen.
  • Start Windows opnieuw op. Als u een clientcomputer gebruikt, moet u Windows ook op de server opnieuw starten.
    Opmerking:
  • Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
Er wordt geen waaier weergegeven op het scherm Beheerconsole. Er is een onjuiste waaier opgegeven. Controleer of de juiste kleurenwaaier is afgedrukt. Gebruik de volgende procedure om te controleren of het nummer (de ID) van de kleurenwaaier juist is:
  1. Geef in het scherm Begininstellingen een combinatie op van Apparaatnaam en Papiernaam en klik vervolgens op Details.
  2. Controleer ID verificatiestrook.
Oude gegevens blijven aanwezig in de cache van de browser. Druk op het scherm Beheerconsole tegelijkertijd op de toetsen F5 en Shift. De cache van de browser wordt gewist en de pagina wordt opnieuw geladen.
Er is een inconsistentie aangetroffen in de opgegeven gegevens.
  • Controleer of de volgende map niet wordt gedeeld:

    C:\RicohAutoColorAdjuster\DB

  • Start Windows opnieuw op. Als u een clientcomputer gebruikt, moet u Windows ook op de server opnieuw starten.
    Opmerking:
  • Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

1.6 Colorimetrie

Het apparaat meet de kleuren op een afgedrukte testwaaier volgens een vooraf ingesteld interval. U kunt de meetresultaten opslaan in een bestand en beheren met een app voor kleurbeheer of een andere vergelijkbare app.

1.6.1 Workflow van colorimetrie

Druk de colorimetriewaaier af op de printer waarvan de kleuren moeten worden aangepast en scan de waaier op het apparaat om de kleuren ervan te meten. Sla het meetresultaat op in de indeling IT8 of CGATS TXT. Laad dit bestand in een app voor kleurbeheer of een ander programma en gebruik het om de kleurkwaliteit van een printer te beheren.

    Opmerking:
  • U kunt een waaier selecteren in de lijst met waaiers voor colorimetrie die vaak worden gebruikt, maar u kunt ook het paperformaat en de kleurvakken opgeven om een nieuwe waaier voor colorimetrie te maken.

  1. Start Colorimetrie en registreer een waaier voor colorimetrie.Een waaier registreren voor colorimetrie
      Opmerking:
    • U kunt ook een van de waaiers voor colorimetrie selecteren die al zijn geregistreerd.
  2. Druk de waaier voor colorimetrie af op de printer die u wilt afstellen.De waaier voor colorimetrie afdrukken
  3. Geef bij Colorimetrie de meetomstandigheden op, de locatie waar u het meetresultaat wilt opslaan en andere instellingen.
  4. Scan op het apparaat de afgedrukte waaier voor colorimetrie.De waaier voor colorimetrie scannen
  5. Beheer de meetresultaten op uw computer.

1.6.1.1 Schermconfiguratie van het scherm Colorimetrie

Klik op Colorimetrie op uw computer om het scherm Colorimetrie weer te geven. Op dit scherm kunt u de waaier voor colorimetrie registreren, beheren of scannen.

Lijst van waaiers voor colorimetrie

1. Toevoegen
Hiermee kunt u een waaier voor colorimetrie registreren.
2. Verwijderen
Hiermee verwijdert u de geselecteerde waaier voor colorimetrie.
3. Scannen
Geeft het scherm Meet- en opslaginst. weer. Geef hier de meetomstandigheden op, de locatie waar u het meetresultaat wilt opslaan en andere instellingen. Klik op OK om de waaier voor colorimetrie te scannen op het apparaat.Het dialoogvenster Meet- en opslaginst.
  • Geef in het veld Bestandsnaam de naam op waarmee u het meetresultaat wilt opslaan.
      Opmerking:
    • U kunt geen naam opgeven als er meer dan één colorimetriewaaier wordt opgegeven.
    • In dat geval krijgen de bestanden automatisch namen die bestaan uit (naam van waaier)+(mmdd).
  • Klik op Bladeren... en geef de doelmap op om de bestanden op te slaan.
  • Selecteer de Verlichtingsconditie uit M0(A), M1(D50) en M2(A+UV cut).
  • Selecteer in het veld Kleurruimte voor meting de kleurruimte voor meting uit Lab, LCh, XYZ, Spectroscopie, Dichtheid (status T) en Dichtheid (status E).
  • Selecteer in het veld Bestandsind. voor opsl. de bestandsindeling voor het opslaan van het meetresultaat van IT8 (*.it8) en CGATS.txt (*.txt).
4. Voorbeeld van (de knop [Informatie])
Hiermee geeft u een voorbeeld weer van de geselecteerde waaier.
5. Lijst van waaiers voor colorimetrie
Hier ziet u de beschikbare waaiers voor colorimetrie.

1.6.2 De colorimetriefunctie gebruiken

1.6.2.1 Typen waaiers voor colorimetrie

Gebruik in het gedeelte Colorimetrie de waaiers met verschillende papierformaten en verschillende kleurvakken om de kleuren te meten die door de printer worden gegenereerd.

Op de lijst met colorimetriewaaiers zijn onder andere "IT8.7-3", "IT8.7-4/ IT8.7-4 Random", "IT8.7-5/ TC1617", "ECI2002/ ECI 2002 Random", "Idealliance Control Strip 2009" en "Idealliance Control Wedge 2014" vermeld. Gebruik een van de waaiers in de lijst bij het meten van de doelkleur in de standaard waaraan u wilt voldoen.

Wanneer u een kleurenwaaier met een aangepast kleurenschema gebruikt, maak dan een informatiebestand van de kleurenwaaier aan. Dit is een tekstbestand waarin het papierformaat en de kleurvakken op de waaier worden gespecificeerd. Voeg deze toe aan de lijst.

Een afgedrukte waaier bevat de volgende gegevens.Beschrijving van de waaier

1. Kleurcode
Het nummer van de waaier voor colorimetrie. Het apparaat identificeert het waaiernummer als u een testwaaier scant op het apparaat.
2. Kleurenwaaier
Kleurvakken die worden gebruikt voor colorimetrie.

1.6.2.2 Een nieuwe waaier registreren voor colorimetrie

Maak een bestand met waaiergegevens en registreer deze om een nieuwe waaier voor colorimetrie te registreren.

    Belangrijk:
  • U hoeft de waaier voor colorimetrie niet te registreren als u een waaier gebruikt die al is geregistreerd.

  1. Maak een tekstbestand zonder opmaak met de cgegevens (TXT) met behulp van een teksteditor zoals Kladblok van Windows.
      Opmerking:
    • Geef desgewenst een naam en locatie voor het bestand op.
  2. Klik op Colorimetrie op uw computer.Klikken op Colorimetrie
  3. Klik op Toevoegen.Op de knop [Toevoegen] klikken
  4. Klik op Bladeren... en selecteer een bestand met waaiergegevens.Op de knop [Bladeren] klikken om een bestand met waaiergegevens te selecteren
  5. Klik op OK OK.
  6. Als de waaier voor colorimetrie klaar is, klikt u op OK.
    Er wordt een PDF-bestand gemaakt om af te drukken, evenals een paar andere bestanden. De waaier voor colorimetrie wordt toegevoegd aan de lijst.

1.6.2.2.1 Bestand met waaiergegevens

Neem de volgende instellingsitems en instellingswaarden op in het bestand met waaiergegevens.
    Opmerking:
  • U kunt een aangepaste waaier maken op basis van de voorbeeld waaiergegevensbestanden beschikbaar onder C:\RicohAutoColorAdjuster\ReferenceChart\CMS\SampleChartInfoFiles
Categorie Instellingsitem Instellingswaarde
Gegevens van waaier CHART_NAME Geef de naam van de waaier op tussen dubbele aanhalingstekens (") en volg hierbij de onderstaande regels:
  • Codering: UTF-8
  • Verboden tekens: /:*?<>\|
  • Aantal tekens: maximaal 259 tekens inclusief het pad naar de doelmap en een extensie van vier letters

Voorbeeld: "Meting1"

SHEET_WIDTH

SHEET_HEIGHT

Geef hier de breedte en lengte (langs de richting van de subscan) op van het papier:
  • Breedte: van 21000 t/m 33000 (210– 330 mm, 8,2–13 inch)
  • Lengte: van 21000 t/m 48700 (210– 487 mm, 8,2–19,2 inch)

Voorbeeld: breedte 29700 (297 mm, 11,7 inch), lengte 42000 (420 mm, 16,5 inch)

PATCH_WIDTH

PATCH_HEIGHT

Geef hier de horizontale en verticale lengte van een kleurvak op:
  • Eenheid: 100 (1 mm, 0,04 inch)
  • Minimum: 600 (7 mm, 0,28 inch)
  • Maximum: 1500 (15 mm, 0,6 inch)

Voorbeeld: 700 voor zowel de horizontale als verticale lengte

Gegevens van kleurvakken NUMBER_OF_PATCHES Geef hier het totale aantal kleurvakken voor de kleurenwaaier op.

Voorbeeld: 200

COLOR FORMAT Deze instelling heeft de vaste waarde CMYK

Voer alle regels in tot END_DATA_FORMAT zoals in het voorbeeld.

BEGIN_DATA

END_DATA

Geef hier de apparaatwaarde op in de kleurruimte die de kleur van het vak bepaalt.

Geef tussen de regels BEGIN_DATA en END_DATA de CMYK-waarden op van het aantal kleurvakken dat is opgegeven bij NUMBER_OF_PATCHES.

Voorbeeld: 1 70 40 10 0–200 10 100 30 0 (waarden voor 4–199 zijn weggelaten)

Voorbeeld van bestand met waaiergegevens
CHART_NAME "Meting1"

SHEET_WIDTH 29700

SHEET_HEIGHT 42000

PATCH_WIDTH 700

PATCH_HEIGHT 700

NUMBER_OF_PATCHES 200

COLOR FORMAT CMYK

BEGIN_DATA_FORMAT

SAMPLE_ID CMYK_C CMYK_M CMYK_Y CMYK_K

END_DATA_FORMAT

BEGIN_DATA

1 70 40 10 0

2 100 20 10 10

3 80 80 100 10

...

200 10 100 30 0

END_DATA

1.6.2.3 De colorimetriewaaier controleren

Gebruik in het gedeelte Colorimetrie de waaiers met verschillende papierformaten en verschillende kleurvakken om de kleuren te meten die door de printer worden gegenereerd.

Controleer de gegevens van de waaier voor colorimetrie:

  1. Klik op Colorimetrie op uw computer.Klik op [Colorimetrie]
  2. Schakel het selectievakje in van de waaier voor colorimetrie en klik op de knop Informatie (de knop Informatie).De waaier selecteren en op de knop Informatie klikken
  3. Controleer de colorimetriewaaier.De waaier voor colorimetrie controleren

1.6.2.4 Colorimetrie uitvoeren

Colorimetrie uitvoeren:

  1. Klik op Colorimetrie op uw computer.Klikken op Colorimetrie
  2. Kijk in de Waaier-ID van de waaier die u voor colorimetrie wilt gebruiken.De waaier-ID controleren
  3. Druk op de printer die u wilt afstellen de PDF af die voor de waaier-ID is opgeslagen in de map C:\RicohAutoColorAdjuster\ReferenceChart\CMS.
  4. Leg de waaier voor colorimetrie met de te scannen zijde omhoog op het apparaat. De waaier voor colorimetrie op het apparaat leggen
  5. Vink het selectievakje voor de colorimetriewaaier aan en klik vervolgens op Scannen.De waaier selecteren en op [Scannen] klikken
  6. Geef in het dialoogvenster Meet- en opslaginst. de meetomstandigheden op, de locatie waar u het meetresultaat wilt opslaan en andere instellingen en klik op OK.
  7. Klik op Scannen starten.Klikken op [Scannen starten]
    Het apparaat begin met het scannen van de colorimetriewaaier en maakt een bestand aan in de opgegeven map.

1.6.3 Problemen met Colorimetrie oplossen

Sluit het menuscherm en herstart Windows als na het klikken op Colorimetrie op het menuscherm niet het scherm Colorimetrie wordt weergegeven en er ook geen bericht verschijnt met een foutbericht of melding. Als u het scherm Colorimetrie dan nog steeds niet kunt weergeven, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.

1.6.3.1 Als er een fout wordt gemeld in het Scanresultaat

Als er een fout wordt gemeld in Scanresultaat na het scannen van de waaier voor colorimetrie, controleert u de onderstaande tabel voor de foutcode en gaat u te werk zoals daar wordt beschreven.
Fout in het gescande resultaat
Foutcode Oorzaak Oplossing en verwijzing
02XX0002

04XX0003

04XX0009

04XX000A

(XX staat voor een hexadecimaal getal tussen 00–ff)

Er is een systeemfout opgetreden. Start Windows opnieuw op.
02XX0004

(XX staat voor een hexadecimaal getal tussen 00–ff)

Er is een onverwachte fout opgetreden. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Verzamel zo nodig het logboek van het apparaat.
02010007 De doelmap is verwijderd. Geef de juiste map op in Geef doelmap op. onder Meet- en opslaginst..
02020008 Er bestaat al een bestand met de opgegeven naam in de doelmap.
  • Verplaats of verwijder het bijbehorende bestand uit de map die is opgegeven in Geef doelmap op. onder Meet- en opslaginst..
  • Geef de juiste bestandsnaam op in Bestandsnaam onder Meet- en opslaginst.. U kunt geen naam opgeven als er meer dan 1 colorimetriewaaier wordt opgegeven. In dat geval krijgen de bestanden automatisch namen die bestaan uit (naam van waaier)+(mmdd).
0402000C Er is een fout opgetreden op het apparaat. Lees het bericht en ga te werk zoals daar wordt beschreven.

Herstart het apparaat en Windows nadat de fout is verholpen op het apparaat.

0403000C Waaier scannen mislukt. Scan de waaier opnieuw. Als de fout blijft optreden, drukt u de waaier opnieuw af in het midden van het papier en scant u de opnieuw afgedrukte waaier.
00010006 Het bestand met meetresultaten wordt niet uitgevoerd nadat u een aangepaste waaier hebt gescand. Dit probleem treedt op omdat de ID van de gescande waaier niet overeenkomt met de ID van de waaier die u selecteert om te scannen in het dialoogvenster Colorimetrie. Scan een waaier waarvan de waaier-ID overeenkomt met de ID van de waaier die u selecteert om te scannen in het dialoogvenster Colorimetrie.
020F0007 Nadat u de doelmap voor het opslaan van het bestand met meetresultaten hebt geselecteerd, is het veld Geef doelmap op. weer leeg. Selecteer de doelmap opnieuw. Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
0403000D De gescande waaier komt niet overeenkomt met de waaier die u selecteert om te scannen in het dialoogvenster Colorimetrie. Selecteer in het dialoogvenster Colorimetrie een waaier die overeenkomt met de kaart in de papierlade.
Time-outfout tijdens colorimetrie Er is een papierstoring of ander probleem opgetreden tijdens het scannen van een origineel. Los het probleem op het apparaat op.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Fout bij maken van colorimetriebestand

1.7 Problemen oplossen

Gebruik dit hoofdstuk om problemen met het apparaat of de toepassing te identificeren en op te lossen.

1.7.1 Als het apparaat niet bediend kan worden

Status Oorzaak Oplossing en verwijzing
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld. Het netsnoer van het apparaat zit niet in een stopcontact. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Er wordt een verlengsnoer of stekkerdoos gebruikt. Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos.

Regio A (voornamelijk Europa)

Steek de stekker rechtstreeks in een geaard stopcontact van 220–240 V, 1 A of hoger en 50 of 60 Hz.

Regio B (voornamelijk Noord-Amerika)

Steek de stekker rechtstreeks in een geaard stopcontact van 120–127 V, 1,2 A of hoger en 60 Hz.

Het netsnoer is niet op het apparaat aangesloten. Zorg dat het bijgeleverde netsnoer goed in de stroomaansluiting van het apparaat zit.
Er is mogelijk een probleem met het stopcontact. Steek de stekker in een stopcontact waarvan u zeker weet dat het goed werkt.

Als het apparaat nog steeds niet start, neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger.

Het lampje is rood. Er heeft zich een probleem voorgedaan op het apparaat. Controleer het bericht dat wordt weergegeven op de computer en volg de instructies om het probleem op te lossen.

1.7.1.1 Automatisch logboeken verzamelen

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven die u moet volgen wanneer uw servicevertegenwoordiger u vraagt automatisch een logboek te verzamelen. Een logboek kan overigens ook in andere situaties handig zijn.

    Opmerking:
  • Het logboek bevat geen gegevens of persoonlijke gegevens aan de hand waarvan een persoon kan worden geïdentificeerd.

Automatisch logboeken verzamelen:

  1. Als het scherm RICOH Auto Color Adjuster nog niet wordt weergegeven, klikt u op het RICOH-pictogram (RICOH-pictogram) op het bureaublad om het te starten.
  2. Klik op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen).Klikken op de knop Apparaatinstellingen
  3. Klik op Back-up/Terugzetten/Logboeken.Klikken op de knop [Back-up/Herstellen/Logboek]
  4. Klik in de sectie Logboekverzameling op Verzameling starten.
  5. Geef een bestandsnaam en locatie op, en sla het logboek op.
    Het logboek wordt opgeslagen als een ZIP-bestand.
  6. Klik op OK Terug naar beginscherm.

1.7.1.2 Handmatig logboeken verzamelen

Als u het kleurverschil in Afstemming kleurmonster niet verder kunt verminderen en u wordt gevraagd om een logboek op te sturen, stelt u een e-mail op en verstuurt u de logboekbestanden vanaf de server als bijlage bij de e-mail.

    Belangrijk:
  • Leg het logboek vast direct nadat het probleem is opgetreden. Het logboek dat nodig is voor het analyseren van het probleem kan niet correct worden verkregen als u RICOH Auto Color Adjuster opnieuw start of als u een andere bewerking uitvoert na het probleem.

Handmatig logboeken verzamelen:

  1. Zoek de logboekbestanden op de servercomputer.
  2. Stuur de logboekbestanden per e-mail.

1.7.1.2.1 Locatie en namen van logboekbestanden

Mappad Naamgeving van bestanden
C:\RicohAutoColorAdjuster\Apps\AppsUI\Sysdata\reference [jjjjMMddUUmmss]_a.csv

[jjjjMMddUUmmss]_b.csv

[jjjjMMddUUmmss]_L.csv

C:\RicohAutoColorAdjuster\Apps\AppsUI\Sysdata\target [jjjjMMddUUmmss]_a.csv

[jjjjMMddUUmmss]_b.csv

[jjjjMMddUUmmss]_L.csv

C:\RicohAutoColorAdjuster\Apps\AppsUI\tmp after_dE_map_[paginanummer].tif

before_dE_map_[paginanummer].tif

org_cmyk_[PDF-bestandsnummer]_[PDF-paginanummer].tif

org_lab_[PDF-bestandsnummer]_[PDF-paginanummer].bin

org_lab_[PDF-bestandsnummer]_[PDF-paginanummer].tif

org_mask_[PDF-bestandsnummer]_[PDF-paginanummer].tif

ref_[paginanummer].bin

ref_[paginanummer].tif

ref_mask_[paginanummer].tif

ref_registration_[paginanummer].tif

tgt_[paginanummer].bin

tgt_[paginanummer].tif

tgt_mask[page number].tif

tgt_registration_[paginanummer].tif

1.7.2 Bij foutberichten (alle functies)

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u problemen oplost waardoor het apparaat niet of niet goed kan worden bediend vanaf een computer.
Bericht Oorzaak Oplossing en verwijzing
Kan de toepassing niet starten. Probeer het opnieuw. Bel om service als deze fout blijft optreden. Kan de variabelen voor Afstemming kleurmonster niet initialiseren. Maak een back-up van de instellingen van RICOH Auto Color Adjuster, verwijder de software en installeer deze opnieuw.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Starten van de toepassing is mislukt. Er is een netwerkprobleem. Controleer wat er mis is. De clientcomputer kan geen toegang krijgen tot de server of er is sprake van een probleem in een toepassing op de server.
  • Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.
  • Start Windows opnieuw op de computer en server.

Als de fout blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.

Er is een fout opgetreden op de volgende locatie.Zet het apparaat uit en weer aan, en start vervolgens de toepassing opnieuw.Als de fout blijft optreden, belt u om service.

SCXXX-XX

Er is een storing opgetreden in het apparaat die mogelijk reparatie vereist. Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.

Als de fout blijft optreden, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger en geeft u de tekst van het bericht en het SC-nummer door.

Er is een fout opgetreden op de volgende locatie.Zet het apparaat uit en weer aan, en start vervolgens de toepassing opnieuw.Als de fout blijft optreden, belt u om service.

SCXXX-XX

Er is een fout opgetreden bij de communicatie tussen het apparaat en de computer die mogelijk reparatie vereist.
  • Controleer of het apparaat en de computer zijn verbonden met twee USB-kabels.
  • Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.

Als de fout blijft optreden, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger en geeft u de tekst van het bericht en het SC-nummer door.

Colorimeter is niet aangesloten. Sluit de colorimeter aan en start de toepassing opnieuw. Er is een probleem opgetreden bij de communicatie tussen het apparaat en de computer.
  • Controleer of het apparaat en de computer zijn verbonden met twee USB-kabels.
  • Zet het apparaat aan als het is uitgeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, zet u hem uit en weer aan.
  • Sluit Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster, Colorimetrie en Apparaatinstellingen af als deze toepassingen actief zijn en start ze vervolgens opnieuw vanaf het menuscherm. Als alleen het menuscherm wordt weergegeven, start u RICOH Auto Color Adjuster opnieuw.
  • Start Windows opnieuw op. Als u een clientcomputer gebruikt, moet u Windows ook op de server opnieuw starten.
Niet veilig Het SSL-certificaat dat u gebruikt om vanaf de clientcomputer online toegang te krijgen tot de server is niet geïnstalleerd op de server. Voeg het SSL-certificaat toe aan de server.
De licentie is verlopen. Werk de licentie bij. De licentie is verlopen.
  • Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger. Als de server is verbonden met internet, wordt de status van de licentie automatisch bijgewerkt nadat de licentie is vernieuwd.
  • De licentiegegevens worden onderaan het menuscherm weergegeven.
  • Als u de licentiegegevens wilt bijwerken, klikt u op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen) en gaat u naar Apparaatinstellingen Licentiebeheer.

1.7.3 Bij een papierstoring

Open het voorpaneel van het apparaat en verwijder het papier als het volgende bericht op het scherm wordt weergegeven: Open het paneel en verwijder het originele document/waaier aan de binnenzijde.

    VOORZICHTIG:
  • Pas op dat uw vingers niet bekneld raken tijdens het opnieuw plaatsen van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.

1.7.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij het verwijderen van vastgelopen papier

    VOORZICHTIG:
  • Sommige onderdelen in het apparaat kunnen beschadigd raken wanneer u ze aanraakt. Raak de onderdelen binnen in het apparaat niet aan als u vastgelopen papier gaat verwijderen. Doet u dit wel, dan kan dit storingen in het apparaat veroorzaken.

Let op het volgende wanneer u het voorpaneel opent om vastgelopen papier te verwijderen.Voorzorgsmaatregelen bij het verwijderen van vastgelopen papier

1 Als u op de scaneenheid drukt om vastgelopen papier te verwijderen, mag u alleen het aangegeven onderdeel aanraken.
2 Raak het aangegeven onderdeel niet aan om vlekken of beschadiging te voorkomen.

    Opmerking:
  • Zet het apparaat niet uit als u papier gaat verwijderen.
  • Pak het papier dat u wilt verwijderen aan weerszijden vast en trek het gelijkmatig naar buiten.
  • Let erop dat het papier niet scheurt en er papiersnippers achterblijven in het apparaat. Als dat gebeurt, kan het papier opnieuw vastlopen of treedt er mogelijk een storing op.
  • Als het papier is gescheurd, controleert u zorgvuldig of alle stukjes uit het apparaat zijn verwijderd. Doe dit door weer één vel papier te maken van alle stukjes papier. Als er stukjes ontbreken, zitten die misschien nog in het apparaat. Neem in dat geval contact op met uw servicevertegenwoordiger.
  • Als het bericht nog steeds wordt weergegeven terwijl u het papier heeft verwijderd, controleert u of er geen ander papier is vastgelopen in het apparaat.

1.7.3.2 Vastgelopen papier verwijderen

Open het voorpaneel van het apparaat en volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier te verwijderen. De instructies staan ook op de binnenzijde van het voorpaneel van het apparaat.

    Opmerking:
  • De instructies voor het verwijderen van vastgelopen papier staan ook op de binnenzijde van het voorpaneel van het apparaat.

Vastgelopen papier verwijderen:

  1. Open het voorpaneel van het apparaat.Het voorpaneel van het apparaat openen
  2. Druk op de scaneenheid om deze naar de achterkant van het apparaat te schuiven (1).De scaneenheid naar de achterkant van het apparaat duwen en de hendels naar rechts draaien
  3. Schuif de scaneenheid naar achteren, zodat deze zich achter het zwarte papiertransportonderdeel bevindt (2).
  4. Draai de rechterhendel vanuit de onderste positie naar rechts (3).
  5. Draai de linkerhendel vanuit de bovenste of onderste positie naar rechts (3).
  6. Controleer of beide hendels in de posities staan zoals aangegeven in het diagram (3).
  7. Verwijder het papier aan de papierbronzijde of de papieruitvoerzijde (4).Papier verwijderen en de hendels naar beneden draaien
      Opmerking:
    • Als u het papier er aan geen van beide zijden uit kunt trekken, trek het dan vanuit het apparaat richting de voorkant eruit
  8. Draai de rechterhendel omlaag (5).
  9. Draai de linkerhendel omlaag (5).
  10. Sluit de deur aan de voorzijde.

1.7.3.3 Als het papier regelmatig blokkeert

Controleer de toestand van het papier. Kijk ook hoe het papier in het apparaat is geplaatst en of het papierformaat juist is.
Toestand van het papier
Te controleren items Oplossing indien van toepassing
Is het papier gekreukeld of omgekruld?
  • Gebruik geen gekreukeld, omgekruld of gescheurd papier.
  • Wanneer het papier erg is omgekruld, vermindert u de krul voordat u het papier plaatst.
Worden het formaat en de dikte van het papier ondersteund? Gebruik papier van een formaat en dikte die geschikt zijn voor gebruik met het apparaat.
Is het papier erg vochtig? Gebruik papier dat is opgeslagen in een droge omgeving en probeer het opnieuw.

Bewaar kleurmonsters van klanten in een plastic opbergzakje om ze droog te houden.

Zit het papier aan elkaar vast? Als u meer dan een vel papier tegelijk plaatst, waaier de vellen dan uit elkaar voordat u ze in de papierlade legt.
Toestand van de papierlader
Te controleren items Oplossing indien van toepassing
Zit er speling tussen het papier en een van de papiergeleiders of beide papiergeleiders? Zit een van de papiergeleiders te strak tegen het papier? Stel de papiergeleiders af op het papierformaat.
Wordt de papierlade op de juiste manier gebruikt?
  • Plaats het apparaat op een plek waar de papierlade en het papier niet in aanraking komen met een muur of ander voorwerp.
  • Gebruik het verlengstuk wanneer u papier gebruikt dat over de rand van de lade uitsteekt (papier langer dan A4 in staande richting).
Zijn er te veel vellen papier in de papierlade geplaatst? Zorg dat het papier in de papierlade niet boven de limietindicator (limietindicator) van de lade uitkomt.
Papierformaat
Te controleren items Oplossing indien van toepassing
Wanneer er vaak papierstoringen optreden in Snelle kleuraanpassing: komt het formaat van de kleurenwaaier overeen met het formaat dat is opgegeven in Scaninstellingen? Controleer op het scherm Scaninstellingen of het formaat dat is opgegeven in Snelle kleuraanpassing overeenkomt met het formaat van het papier dat is gebruikt om de waaier af te drukken.

Als dat niet het geval is, drukt u de waaier af op papier van het juiste formaat of geeft u een formaat op dat overeenkomt met het papierformaat in Scaninstellingen.

Als er regelmatig papier vastloopt bij gebruik van Afstemming kleurmonster:
  • Komt het papierformaat van het kleurmonster overeen met het papierformaat dat is opgegeven in Perfect voorbeeld of de instellingen in Subscan?
  • Komt het papierformaat van het afgedrukte origineel overeen met het papierformaat dat is opgegeven in Voor kleurafstemming of de instellingen in Subscan?
  • Gebruikt u klein papier met een aangepast formaat (275 mm of 11,3 inch breed of smaller × 230 mm, 9,1 inch of korter)?
  • Geef de grootte van het kleurmonster goed op in Perfect voorbeeld voordat u het monster gaat scannen.
  • Geef het formaat van het afgedrukte origineel goed op in Voor kleurafstemming voordat u het origineel gaat scannen.
  • Wijzig de richting van het papier dat is geladen in het apparaat, geef Subscan nogmaals op en start het scannen.
Als er regelmatig papier vastloopt bij gebruik van Colorimetrie:

Komt het papierformaat van de afgedrukte waaier overeen met de Grootte van de waaier voor colorimetrie die u heeft opgegeven?

Controleer of de waarde voor Grootte die u heeft opgegeven voor de waaier voor colorimetrie overeenkomt met het formaat van het papier dat u heeft opgegeven voor het afdrukken van de waaier.

Als dit niet het geval is, plaatst u ander papier of geeft u de juiste waaier voor colorimetrie op voor het formaat papier.

    Opmerking:
  • Geef de papierlengte (in de richting van de subscan) van het papier voor plaatsing in het apparaat op Scaninstellingen en Subscan.Richting subscan

1.7.3.4 Wanneer papier niet op de juiste manier wordt uitgevoerd

Als de gescande kleurenwaaier of het gescande document omgekruld of niet in een mooie stapel wordt uitgevoerd, gebruikt u de hulplade die met het apparaat is meegeleverd. Als u dit niet doet, kan het papier vastlopen.

Extra lade voor stapelen van gescand papier