Printereigenschappen bewerken

Als u een printer toevoegt met de knop Add Printer..., wordt het dialoogvenster New Printer weergegeven.

IP Address or Host Name

Geef een geldig IP-adres of een geldige hostnaam voor de printer op. Het IP-adres of de hostnaam van de printer is vereist en moet uniek zijn.

Opmerking: Gebruik een vast IP-adres of zorg bij gebruik van DHCP dat altijd hetzelfde IP-adres via DNS wordt toegewezen aan het fysieke MAC-adres van de printernetwerkkaart. De velden Manufacturer, Model, Printer Type, Serial Number, Time Zone, Printer Character Set en JMF URL worden telkens bijgewerkt wanneer u het veld IP Address or Host Name wijzigt en u het veld verlaat of op de Enter-toets drukt.

Name

De naam van de printer. De printernaam is vereist en moet uniek zijn.

Description

Hier kunt u een beschrijving van de printer toevoegen.

Manufacturer

Hier staat de naam van de printerfabrikant. De waarde wordt bijgewerkt wanneer het veld IP Address or Host Name wordt gewijzigd. U kunt de waarde van deze eigenschap wijzigen.

Model

Hier staat het printermodel. Het systeem werkt het printermodel bij wanneer het IP Address or Host Name wordt gewijzigd. U kunt de waarde van deze eigenschap niet wijzigen.

Printer Type

Hiermee worden de communicatiekanalen gedefinieerd die worden gebruikt voor het ophalen van printergegevens. RICOH Supervisor Data Collector maakt gebruik van verschillende communicatiekanalen en protocollen om gegevens van de printers op te halen die u heeft toegevoegd in de toepassing. Elk printertype communiceert via een of meer verschillende kanalen met de printer. De waarde voor Printer Type wordt bijgewerkt wanneer u het IP Address or Host Name wijzigt. U kunt het printertype wijzigen, maar het is raadzaam om dit alleen te doen als u weet of het type gegevens dat u nodig heeft, kan worden verzameld via een ander communicatiekanaal.

Belangrijk:
• RICOH Supervisor Data Collector bepaalt het Printer Type door een zoekopdracht via SNMP te verzenden naar het opgegeven IP-adres. Zorg dat de SNMP-instellingen correct zijn.
• Als u wilt dat de printergegevens worden doorgegeven, moet u zorgen dat de printer ingeschakeld is wanneer u deze toevoegt aan RICOH Supervisor Data Collector.

De volgende printertypen zijn beschikbaar:

RICOH Pro VC

Wordt gebruikt met RICOH-printers voor kettingformulieren uit de Pro VC-serie: RICOH Pro VC40000, RICOH Pro VC60000, RICOH Pro VC70000 en RICOH Pro VC80000.

InfoPrint 5000

Wordt gebruikt in combinatie met RICOH-printers voor kettingformulieren uit de InfoPrint 5000-serie.

InfoPrint 4100

Wordt gebruikt met RICOH-printers voor kettingformulieren uit de InfoPrint-serie: InfoPrint 4000 en InfoPrint 4100.

RICOH GW Cut Sheet Printer

Wordt gebruikt met printers die worden bediend via RICOH GW-controllers.

RICOH Fiery-printer voor losse vellen

Wordt gebruikt met printers die worden bediend via Fiery-controllers.

RICOH TotalFlow Print Server Cut Sheet Printer

Wordt gebruikt met printers voor losse vellen die worden bediend via TotalFlow Print Server-controllers.

Generic SNMP Printer

Wordt gebruikt met alle printers die SNMP gebruiken en die niet tot een van de andere ondersteunde printertypen behoren.

Opmerking: Met de optie Generieke SNMP-printer wordt alleen printerinformatie verzameld. Als u taakinformatie nodig hebt, selecteert u een van de andere printertypen en controleert u of het communicatiekanaal is ingeschakeld op de printer.

Afhankelijk van het geselecteerde Printer Type komt er een communicatiekanaal beschikbaar. Voer alle vereiste informatie in.

Voor meer informatie over de ondersteunde printers, zie Ondersteunde printers. Zie Verzamelde gegevens voor meer informatie over de gegevens die door elk printertype worden verzameld.

Serial Number

Het serienummer van de fysieke printer.

Met RICOH Supervisor Data Collector wordt het serienummer van de printer geïdentificeerd op basis van de instelling IP Address or Host Name. Als er al eerder een gegevensbron met dat serienummer in het systeem is geregistreerd, kunt u een nieuwe instantie maken of het traceren van de vorige gegevensbron hervatten en toekomstige gegevens aan de bestaande historische gegevens toevoegen. Als u een andere naam voor de gegevensbron invoert, wordt de nieuwe naam ook op de bestaande historische gegevens toegepast.

Standaard is de optie Resume tracking the previous data source ingeschakeld en wordt een lijst weergegeven met de namen van de vorige gegevensbronnen die in het systeem zijn geïdentificeerd. Alleen inactieve gegevensbronnen die niet meer in eender welke data collector zijn geregistreerd, worden in de lijst weergegeven. U kunt de optie Resume tracking the previous data source uitschakelen als u in plaats daarvan een nieuwe gegevensbron wilt maken.

Time Zone

De tijdzone van de fysieke printer.

RICOH Supervisor Data Collector gebruikt de tijdzone van de printer om de printer te identificeren en nauwkeurige gegevens te verzamelen. Controleer of de waarde die voor de optie Time Zone is ingesteld, overeenkomt met de tijdzone-instellingen die op de printer zijn geconfigureerd.

Voor tijdzones waarbij rekening wordt gehouden met de zomertijd, is het selectievakje Adjust for daylight saving time automatically standaard geselecteerd. U kunt het selectievakje wissen als u de aanpassing voor de zomertijd niet wilt toepassen. Voor tijdzones waarbij geen rekening wordt gehouden met de zomertijd, is de optie Adjust for daylight saving time automatically uitgeschakeld.

Opmerking:
• Nadat u de instelling IP Address or Host Name hebt opgegeven, wordt bij deze optie de tijdzone weergegeven die van de printer is ontvangen.
• Als u de tijdzone-instellingen van de printer wijzigt, moet u de optie Time Zone handmatig bijwerken.
• De opgegeven tijdzone is van toepassing op alle gegevens die in de toekomst van de printer worden verzameld.

Printer Character Set

Hiermee geeft u de tekenset op die wordt gebruikt voor het verwerken en weergeven van printergegevens.

RICOH Supervisor Data Collector gebruikt de tekenset voor het correct weergeven van printergegevens zoals taaknamen. Controleer of de waarde die voor de optie Printer Character Set is ingesteld, overeenkomt met de taalinstellingen die op de printer zijn geconfigureerd. Raadpleeg de printerdocumentatie voor meer informatie.

Opmerking:
• Nadat u de instelling IP Address or Host Name hebt opgegeven, wordt bij deze optie de tekenset weergegeven die van de printer is ontvangen. Als de printer geen informatie over de tekenset geeft, stelt RICOH Supervisor Data Collector de waarde in op Standaard - ISO-8859-1 - Westers alfabet.
• Als u de taalinstellingen van de printer wijzigt, moet u de optie Printer Character Set handmatig bijwerken.
• De opgegeven tekenset is van toepassing op alle gegevens die in de toekomst van de printer worden verzameld.

Status

Specificeert de status van de logverzamelingsservice van de RICOH Pro Scanner Server. U kunt de RICOH Pro Scanner Server in- of uitschakelen om logs te verzamelen en naar de cloud te uploaden.

IP-adres en hostnaam RICOH Pro Scanner Server

Geef een geldig IP-adres en geldige hostnaam op voor de RICOH Pro Scanner Server. Het IP-adres of de hostnaam van de printer is vereist.

Opmerking:
• Telkens wanneer u het IP-adres of de hostnaam van de server wijzigt en op de TEST-knop klikt, maakt RICOH Supervisor Data Collector een testverbinding en probeert de server te detecteren. Als het IP-adres of de hostnaam van de RICOH Pro Scanner Server correct is, wordt de server weergegeven als 'Verbonden'. De melding 'Kan RICOH Pro Scanner Server niet bereiken' duidt op een onjuist IP-adres of een verbindingsprobleem.
• Als de controllerversie gelijk is aan of groter is dan 6, wordt het vak IP-adres of hostnaam van RICOH Pro Scanner-server niet weergegeven. In dit geval gebruikt RICOH Supervisor Data Collector het IP-adres of de hostnaam van de printer om te communiceren met de ingebouwde RICOH Pro Scanner.