Tabblad Settings

Klik in de rechterbovenhoek van de hoofdpagina van RICOH Supervisor Data Collector in de rechterbovenhoek op , de Settings-knop en selecteer General Settings, Plug-in Management of Activity Log.

Tabblad General

Op het tabblad General kunt u uw data collector naar wens configureren:

Name

U kunt de naam van de data collector bewerken.

Store Data Locally

Schakel de optie Store Data Locally in om de verzamelde gegevens alleen lokaal op te slaan. Voor het instellen van de opslaglocatie voert u in het invoerveld een bestandspad in, of klik op , de Browse for Folder-knop, om een map te maken of te selecteren op de computer waarop RICOH Supervisor Data Collector is geïnstalleerd. Het inschakelen van lokale gegevensopslag vereist mogelijk meer schijfruimte.

Belangrijk:
• Als u Store Data Locally inschakelt, verstuurt RICOH Supervisor Data Collector geen gegevens naar de cloud en kunt u deze daardoor niet zien in RICOH Supervisor. Gebruik deze optie alleen als u andere opties heeft om gegevens te analyseren.
• Ook als Store Data Locally ingeschakeld is, moet u over een internetverbinding beschikken om uw abonnement te kunnen valideren.
• RICOH Supervisor Data Collector beheert uw lokale gegevensopslag niet. Als u Store Data Locally inschakelt, maakt de data collector op de opgegeven locatie een aantal bestanden aan met de gegevens die van de printers zijn verzameld, elke keer wanneer nieuwe gegevens worden verzameld. Verwijder of verplaats overbodige bestanden die zijn aangemaakt door de data collector in de opgegeven gegevensopslaglocatie.

Current version

In dit veld wordt de versie van RICOH Supervisor Data Collector weergegeven die op uw systeem is geïnstalleerd.

Available updates

In dit veld wordt de meest recente versie van RICOH Supervisor Data Collector weergegeven die momenteel beschikbaar is. Als er een update beschikbaar is, kunt u op de knop Downloaden klikken om het installatiepakket voor de nieuwe versie te downloaden.

Description

Hier kunt u een beschrijving van de data collector invoeren.

Use HTTP Proxy Server

Schakel de optie Use HTTP Proxy Server in als u proxy-instellingen voor de internetverbinding wilt inschakelen. Een onjuiste proxyconfiguratie kan leiden tot verbindingsprobemen met de cloud. Als er verbindingsproblemen zijn, geeft het systeem een offline status weer bovenaan de hoofdpagina.

Host Address

Geef het IP-adres of de DNS-naam in voor de proxyserver.

Port

Geef het poortnummer in voor de proxyserver.

Username

Geef een geldige gebruikersnaam in voor de proxyserver.

Password

Geef het wachtwoord in van de ingevoerde gebruikersnaam.

Bypass/Exclude Hosts

Geef het IP-adres of de DNS-naam in voor de uitzonderingen voor de proxyserver. U kunt uitzonderingen toevoegen aan of verwijderen uit de uitzonderingslijst door op de plus- en minknop te drukken. Elke uitzondering moet op een aparte regel worden ingegeven.

Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Klik op Cancel om de wijzigingen te negeren.

Tabblad Plug-in Management

Op het tabblad Plug-in Management kunt u informatie bekijken over de invoegtoepassingen die worden gebruikt voor het ophalen van gegevens uit verschillende bronnen.

Tabblad Activity Log

Op het tabblad Activity Log kunt u informatie over systeemgebeurtenissen en gebruikersacties bekijken. Gegevens worden 30 dagen in het activiteitenlogboek opgeslagen.

Deze informatie is beschikbaar op het tabblad Activity Log:

• Severity
• Timestamp
• Issued by
• Event Type
• Component
• Component Type
• Message