Gegevensvelden van RICOH Supervisor Data Collector

Velden van RICOH Supervisor Data Collector stellen de door uw gegevensbronnen verzamelde gegevens voor. Interactie met de velden is mogelijk vanuit de gegevensbrowser die op diverse plaatsen in de toepassing wordt weergegeven. De gegevensbrowser wordt bijvoorbeeld weergegeven wanneer u gegevens selecteert die zijn opgenomen in een widget, wanneer u filters maakt, of wanneer u inzoomt in een widget.

Er zijn drie types velden van RICOH Supervisor Data Collector: datumvelden, beschrijvende velden en numerieke velden. De gegevensbrowser geeft net voor elk veld een pictogram weer om aan te geven wat voor type het is:

  • Datumpictogram Datumvelden

    Datumvelden kunnen zowel datum- en tijdwaarden omvatten. U kunt datumvelden gebruiken om uw gegevens te ordenen in hiërarchieën volgens jaar, kwartaal en maand, of in tijdseenheden zoals uren of intervallen van 15 minuten.

  • Beschrijvend pictogram Beschrijvende velden

    Beschrijvende velden omvatten alfanumerieke strings die u kunt gebruiken om gegevens zoals printernamen, printertypen en taakstatussen te labelen en te categoriseren.

  • Numeriek pictogram Numerieke velden

    Numerieke velden omvatten gekwantificeerde gegevens zoals aantal prints, aantal exemplaren en duur van gebeurtenissen, die u kunt combineren en berekenen.

    Belangrijk:
  • Om gegevens op te halen van uw printers moet u de printers eerst toevoegen in RICOH Supervisor Data Collector. Zorg ervoor dat u alle instellingen correct configureert op basis van het printertype en dat de data collector met de printers kan communiceren en gegevens kan ophalen. Raadpleeg de documentatie van RICOH Supervisor Data Collector voor meer informatie.
  • Alle tijdgerelateerde gegevens worden weergegeven in de tijdzone van de printer, die is ingesteld in RICOH Supervisor Data Collector.

De volgende gegevensvelden zijn beschikbaar:

Veldnaam Beschrijving
Sectie Printerdoorvoer - snijvelprinters
Alle klikken op de printer

Het totale aantal printerclicks.

De waarde voor Alle klikken op de printer bevat niet het aantal klikken op de vijfde stationprinter, met uitzondering van taken die alleen met de vijfde stationtoner zijn afgedrukt.

Klikken op de printer, zwart-wit Het aantal zwart-witprinterclicks.
Klikken vijfde stationprinter

Het aantal clicks op de vijfde stationsprinter, inclusief clicks voor heldere toner en andere tonertypen voor speciale effecten.

Het aantal klikken op de vijfde stationprinter is niet opgenomen in de waarden Alle klikken op de printer en Kliks op printer tijdens levensduur, met uitzondering van taken die alleen met de vijfde stationtoner zijn afgedrukt.

Klikken op de printer, volledig in kleur Het aantal full-colorprinterclicks.
Kliks op printer tijdens levensduur

Het totale aantal clicks dat sinds het eerste gebruik van de printer is geregistreerd.

De waarde voor Kliks op printer tijdens levensduur bevat niet het aantal klikken op de vijfde stationprinter, met uitzondering van taken die alleen met de vijfde stationtoner zijn afgedrukt.

Wanneer u het gegevensveld Kliks op printer tijdens levensduur aan een widget toevoegt, moet u de aggregatiemethode Max() gebruiken. Beweeg in het dialoogvenster Een veld toevoegen de cursor boven het veld Kliks op printer tijdens levensduur, klik op Meer... en selecteer Max.

Gebruik ook altijd de aggregatiemethode Max() wanneer u het gegevensveld Kliks op printer tijdens levensduur in formules opneemt:

SUM([Printer Name], [Max Lifetime Printer Clicks])

Wanneer u gegevens over alle clicks gedurende de levensduur bekijkt voor specifieke tijdperioden, wordt in RICOH Supervisor alleen een waarde weergegeven voor de tijdperioden waarin er activiteit op de printer was en het aantal clicks over de levensduur toenam.

Klikken op de printer, in één of twee kleuren Het aantal printerclicks met één kleur en printerclicks met twee kleuren.
  • U kunt gegevens over clicks alleen per printer bijhouden, niet per taak.
  • Het aantal printerclicks wordt gebaseerd op de gegevens die afkomstig zijn van de printertellers, exclusief scanner- en kopieerapparaatclicks. Als een printer geen clickgegevens doorgeeft, wordt voor het aantal clicks 0 weergegeven in RICOH Supervisor. Voor meer informatie over printertellers, zie de printerdocumentatie.
  • De manier waarop de clicks worden geteld, is ook afhankelijk van de printer. Sommige printers geven bijvoorbeeld alleen het totaal aantal printerclicks door en verzenden geen afzonderlijke gegevens voor de zwart-witclicks, full-colorclicks of clicks met één kleur en clicks met twee kleuren.
  • Wanneer RICOH Supervisor Data Collector is gestopt, worden geen clickgegevens van de printer ontvangen. Wanneer RICOH Supervisor Data Collector opnieuw wordt gestart, wordt de waarde voor clicks gesynchroniseerd met de printertellers.
  • Clickgegevens worden alleen opgehaald voor printers voor losse vellen.
Sectie Printerdoorvoer - kopieerapparaten
Klikken op alle kopieerapparaten Het totale aantal clicks op het kopieerapparaat.
Klikken op het zwart-witkopieerapparaat Het aantal zwart-witclicks op het kopieerapparaat.
Klikken op het kleurenkopieerapparaat Het aantal full-colorclicks op het kopieerapparaat.
Klikken op het kopieerapparaat, in één kleur Het aantal clicks met één kleur op het kopieerapparaat.
Klikken op het kleurenkopieerapparaat, in twee kleuren Het aantal clicks met twee kleuren op het kopieerapparaat.
  • U kunt gegevens over clicks alleen per printer bijhouden, niet per taak.
  • Het aantal kopieerapparaatclicks wordt gebaseerd op de gegevens die afkomstig zijn van de printertellers. Als een printer geen clickgegevens doorgeeft, wordt voor het aantal clicks 0 weergegeven in RICOH Supervisor. Voor meer informatie over printertellers, zie de printerdocumentatie.
  • De manier waarop de clicks worden geteld, is ook afhankelijk van de printer. Sommige printers geven bijvoorbeeld alleen het totaal aantal kopieerapparaatclicks door en verzenden geen afzonderlijke gegevens voor de zwart-witclicks, full-colorclicks of clicks met één kleur en clicks met twee kleuren.
  • Wanneer RICOH Supervisor Data Collector is gestopt, worden geen clickgegevens van de printer ontvangen. Wanneer RICOH Supervisor Data Collector opnieuw wordt gestart, wordt de waarde voor clicks gesynchroniseerd met de printertellers.
  • Clickgegevens worden alleen opgehaald voor printers voor losse vellen.
Sectie Datum
Datum

Datum- en tijdwaarden, nuttig voor het filteren van gegevens op basis van specifieke tijdsintervallen.

Deze waarden zijn gebaseerd op de tijdzone van de webbrowser waarmee toegang wordt verkregen tot RICOH Supervisor.

De eerste dag van de week is maandag.

Sectie Printerfout
Printerengine

De printerengine waar de fout is opgetreden.

U kunt dit gegevensveld gebruiken om fouten per printerengine te bekijken.

Voor printers met kettingformulieren kunnen de waarden van Printerengine 1, 2 of 3 zijn, afhankelijk van de printer. Voor printers voor losse vellen is de waarde van Printerengine 'Niet beschikbaar'.

Het gegevensveld Printerengine is alleen beschikbaar voor het bijhouden van fouten.

Printerfoutcode De code van de printerfout.
Duur van printerfout (ms) De duur van de foutvoorwaarde van de printer in milliseconden.
Printerfout-id

De unieke ID die aan de printerfout is toegewezen.

Fout-ID's zijn handig om afzonderlijke fouten van elkaar te onderscheiden en bij te houden.

Zo kunt u met het veld Printerfout-id het aantal fouten tellen dat tijdens een bepaalde periode is opgetreden. Als u in plaats daarvan de velden Bericht over printerfout of Printerfoutcode gebruikt, worden elke foutmelding of foutcode maar één keer geteld, zelfs wanneer dezelfde foutcode meerdere keren is opgetreden.

Bericht over printerfout De beschrijving van de foutvoorwaarde van de printer.
Volgorde printerfouten

De foutenreeks die wordt gebruikt wanneer de printer tegelijkertijd verschillende foutcodes verzendt: Belangrijkste fout, Tweede fout, Derde fout, Vierde fout, Vijfde fout, Zesde fout, Zevende fout, Achtste fout of Negende fout.

Dit gegevensveld is belangrijk voor de nauwkeurigheid van foutgegevens wanneer door een grote foutstatus een reeks andere foutstatussen wordt gegenereerd. Naast de hoofdfout ontvangt u bijvoorbeeld ook vaak de foutcodes serviceRequested en offline.

De foutenreeks is ook handig wanneer verschillende onafhankelijke fouten, zoals paperJam en mediaLow, zich op hetzelfde moment voordoen.

Met RICOH Supervisor worden de fouten in een reeks gelijktijdige fouten gerangschikt op basis van deze standaardvolgorde:

  1. inputTrayEmpty
  2. mediaEmpty
  3. markerSupplyEmpty
  4. outputBinFull
  5. markerWasteFull
  6. paperJam
  7. mediaLow
  8. coverOpen
  9. serviceRequested
  10. offline
  11. onbekend

Als u bijvoorbeeld tegelijkertijd de foutcodes inputTrayEmpty, serviceRequested en offline ontvangt, komt inputTrayEmpty overeen met Belangrijkste fout, serviceRequested met Tweede fout en offline met Derde fout.

Als de foutcodes mediaEmpty en paperJam tegelijkertijd worden ontvangen, komt mediaEmpty overeen met Belangrijkste fout en paperJam met Tweede fout.

Eventuele andere fouten die van de printer worden ontvangen maar die niet in de standaardlijst staan, krijgen een hogere prioriteit dan de fouten in de lijst.

U kunt het veld Volgorde printerfouten als een filter toevoegen om nauwkeurige resultaten te krijgen in widgets waarin de duur van de fout wordt weergegeven. U kunt de gegevens bijvoorbeeld filteren zodat alleen foutcodes met de waarde Belangrijkste fout worden opgenomen en de foutcodes serviceRequested en offline niet bij de duur van de fout worden meegerekend wanneer ze met de hoofdfout overlappen.

Alle fouten die zijn verzameld met een versie van RICOH Supervisor Data Collector ouder dan 1.1.0.669 worden automatisch toegewezen aan de foutenreekswaarde N.v.t.. Als u oudere gegevens wilt weergeven, moet u deze waarde opnemen in het Volgorde printerfouten-filter.

Sectie Inktverbruik per taak - InfoPrint 5000 zwart-wit
K1-inktgebruik - engine 1 (Cc) De hoeveelheid K1-inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.
K2-inktgebruik - engine 1 (Cc) De hoeveelheid K2-inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.
K1-inktgebruik - engine 2 (Cc) De hoeveelheid K1-inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.
K2-inktgebruik - engine 2 (Cc) De hoeveelheid K2-inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.
Taaknaam De naam van de taak.
Totale inktgebruik K1 (Cc) De totale hoeveelheid K1-inkt die is gebruikt op beide engines, gemeten in kubieke centimeter.
Totale inktgebruik K2 (Cc) De totale hoeveelheid K2-inkt die is gebruikt op beide engines, gemeten in kubieke centimeter.
Afdruksnelheid (M/min) De afdruksnelheid in meter per minuut.
Afgedrukte papierlengte (voet)

De lengte van het papier waarop is afgedrukt, gemeten in voet.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

Afgedrukte papierlengte (meter)

De lengte van het papier waarop is afgedrukt, gemeten in meter.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

  • De sectie Inktverbruik per taak - InfoPrint 5000 zwart-wit bevat gegevens van InfoPrint 5000-zwart-witprinters.

    Om het inktgebruik van InfoPrint 5000-printers bij te houden, moet u op het tabblad Data Collectors inktgegevens voor elke printer uploaden. Zie Inktgegevens voor InfoPrint 5000-printers uploaden voor meer informatie.

  • Wanneer u widgets met velden voor inktgegevens maakt, moet u alleen velden insluiten vanuit dezelfde inktgegevenssessie, Inktverbruik per taak - alle printers, Inktverbruik per taak - kettingformulieren in kleur of Inktverbruik per taak - InfoPrint 5000 zwart-wit.
  • Standaard worden de inktwaarden die in RICOH Supervisor worden weergegeven, afgerond op twee cijfers achter de komma. U kunt het aantal cijfers achter de komma aanpassen wanneer u widgets maakt of bewerkt in de Widget Designer. Zie Nummers in widgets opmaken voor meer informatie.
Sectie Inktverbruik per taak - kettingformulieren in kleur
Inktgebruik - C, engine 1 (Cc)

De hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - C, engine 1 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid cyaan inkt die op engine 1 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - K, engine 1 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid zwarte inkt die op engine 1 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - M, engine 1 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid magenta inkt die op engine 1 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - Y, engine 1 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid gele inkt die op engine 1 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - K, engine 1 (Cc)

De hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - M, engine 1 (Cc)

De hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - Y, engine 1 (Cc)

De hoeveelheid gele inkt die is gebruikt op engine 1, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - C, engine 2 (Cc)

De hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - C, engine 2 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid cyaan inkt die op engine 2 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - K, engine 2 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid zwarte inkt die op engine 2 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - M, engine 2 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid magenta inkt die op engine 2 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik bij spoelen - Y, engine 2 (Cc) - RICOH Pro VC

De hoeveelheid gele inkt die op engine 2 is gebruikt voor het spoelen van de printkop, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is alleen van toepassing op RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - K, engine 2 (Cc)

De hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - M, engine 2 (Cc)

De hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Inktgebruik - Y, engine 2 (Cc)

De hoeveelheid gele inkt die is gebruikt op engine 2, gemeten in kubieke centimeter.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

K1-inktgebruik - engine 3 (Cc) - InfoPrint 5000

De hoeveelheid K1-inkt die is gebruikt op engine 3, gemeten in kubieke centimeter.

De K1- en K2-inktgegevens voor engine 3 verwijzen doorgaans naar MICR-inkt (magnetic ink character recognition).

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

K2-inktgebruik - engine 3 (Cc) - InfoPrint 5000

De hoeveelheid K2-inkt die is gebruikt op engine 3, gemeten in kubieke centimeter.

De K1- en K2-inktgegevens voor engine 3 verwijzen doorgaans naar MICR-inkt (magnetic ink character recognition).

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

Taaknaam

De naam van de taak.

Dit veld is van toepassing op zowel InfoPrint 5000-kleurenprinters als RICOH Pro VC-printers.

Totale inktgebruik C (Cc)

De totale hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid cyaan inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale inktgebruik K (Cc)

De totale hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid zwarte inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale K1-inktgebruik (Cc) - InfoPrint 5000

De totale hoeveelheid K1-inkt die is gebruikt op engine 3, gemeten in kubieke centimeter.

De K1- en K2-inktgegevens voor engine 3 verwijzen doorgaans naar MICR-inkt (magnetic ink character recognition).

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

Totale K2-inktgebruik (Cc) - InfoPrint 5000

De totale hoeveelheid K2-inkt die is gebruikt op engine 3, gemeten in kubieke centimeter.

De K1- en K2-inktgegevens voor engine 3 verwijzen doorgaans naar MICR-inkt (magnetic ink character recognition).

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

Totale inktgebruik M (Cc)

De totale hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid magenta inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale inktgebruik Y (Cc)

De totale hoeveelheid gele inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid gele inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid gele inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Afdruksnelheid (M/min) - InfoPrint 5000

De afdruksnelheid in meter per minuut.

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

Afgedrukte papierlengte (voet) - InfoPrint 5000

De lengte van het papier waarop is afgedrukt, gemeten in voet.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

Afgedrukte papierlengte (meter) - InfoPrint 5000

De lengte van het papier waarop is afgedrukt, gemeten in meter.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

Dit veld is alleen van toepassing op InfoPrint 5000-kleurenprinters.

  • De sectie Inktverbruik per taak - kettingformulieren in kleur bevat gegevens van InfoPrint 5000-kleurenprinters en RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers.

    Om het inktgebruik van InfoPrint 5000-printers bij te houden, moet u op het tabblad Data Collectors inktgegevens voor elke printer uploaden. Voor meer informatie, zie Inktgegevens voor InfoPrint 5000-printers uploaden.

    Bij RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers dient u te controleren of u de configuratie voor het RICOH Pro VC-printertype gebruikt in RICOH Supervisor Data Collector.

  • Wanneer u widgets met velden voor inktgegevens maakt, moet u alleen velden insluiten vanuit dezelfde inktgegevenssessie, Inktverbruik per taak - alle printers, Inktverbruik per taak - kettingformulieren in kleur of Inktverbruik per taak - InfoPrint 5000 zwart-wit.
  • Standaard worden de inktwaarden die in RICOH Supervisor worden weergegeven, afgerond op twee cijfers achter de komma. U kunt het aantal cijfers achter de komma aanpassen wanneer u widgets maakt of bewerkt in de Widget Designer. Zie Nummers in widgets opmaken voor meer informatie.
Sectie Taak
Taakduur (ms)

De hoeveelheid tijd die nodig is voor het afdrukken van de afdruktaak in milliseconden.

Voor printers voor losse vellen maakt de tijd waarop de printer een foutstatus aangaf tijdens het afdrukken van de taak deel uit van de taakduur.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgedrukt of Afgebroken wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. De taakduur wordt afzonderlijk voor elke taak-id bijgehouden; de tijd dat de printer een foutstatus had, wordt niet meegerekend.

Eindtijd van taak

Het tijdstip waarop de afdruktaak is voltooid in de tijdzone van de printer, die is ingesteld in RICOH Supervisor Data Collector.

We raden u aan de gegevensvelden Starttijd van taak en Eindtijd van taak alleen te gebruiken voor informatie over de taak. Om gegevens op basis van tijdsintervallen te bekijken, gebruikt u de velden die beschikbaar zijn in de sectie Datum.

Taak-ID

De unieke ID die aan de taak is toegewezen.

Taak-ID's zijn handig om afzonderlijke taken van elkaar te onderscheiden en bij te houden.

Zo kunt u met het veld Taak-ID het aantal taken tellen dat tijdens een bepaalde periode is afgedrukt. Als u in plaats daarvan het veld Taaknaam gebruikt, worden taken met dezelfde naam maar één keer geteld.

Taaknaam De naam van de taak.
Afdrukzijde van taak

De instelling Afdrukzijde: Enkelzijdig of dubbelzijdig.

Bij printers voor kettingformulieren wordt de informatie over de afdrukzijde opgehaald op basis van de huidige printerconfiguratie en niet op basis van de instellingen van de afdruktaak. Zorg ervoor dat u de printer opnieuw opstart nadat u de printerconfiguratie hebt gewijzigd.

Als op printers met meerdere engines engine 2 of 3 is uitgeschakeld, kan RICOH Supervisor Data Collector niet nauwkeurig de printerconfiguratie identificeren. Hierdoor wordt de afdrukzijde als tweezijdig vermeld als u een eenzijdige taak afdrukt.

De informatie over de afdrukzijde is niet beschikbaar voor TotalFlow Print Server-printers voor losse vellen.

Starttijd van taak

Het tijdstip waarop de afdruktaak is gestart in de tijdzone van de printer, die is ingesteld in RICOH Supervisor Data Collector.

We raden u aan de gegevensvelden Starttijd van taak en Eindtijd van taak alleen te gebruiken voor informatie over de taak. Om gegevens op basis van tijdsintervallen te bekijken, gebruikt u de velden die beschikbaar zijn in de sectie Datum.

Taakstatus De status van de taak: afgebroken, afgedrukt of afdrukken.
Afgedrukte exemplaren

Het aantal afgedrukte exemplaren.

Voor afgebroken taken op InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100- printers voor kettingformulieren wordt het aantal afgedrukte kopieën altijd geschat op basis van de aanname dat alle taken 2-up zijn. Als gevolg hiervan, is de schatting onjuist als er andere n-up-instellingen voor de taak zijn geconfigureerd.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. Het aantal afgedrukte kopieën wordt als volgt vermeld:

  • Als de taak naar de status Afgebroken is gegaan, wordt het daadwerkelijke aantal afgedrukte kopieën vermeld voor de id van de eerste taak en de id's van andere tussenliggende taken. Voor de laatste taak-id die voor de taak is gemaakt, wordt in plaats daarvan het totale aantal afgedrukte kopieën vermeld.
  • Als de taak naar de status Afgedrukt is gegaan, wordt het totale aantal afgedrukte kopieën vermeld voor elke taak-id. Wanneer u de waarde van de afgedrukte kopieën aggregeert op basis van de taaknaam, is het resultaat een meervoud van het aantal kopieën dat daadwerkelijk voor de taak is afgedrukt. Als bijvoorbeeld één fout optreedt tijdens de verwerking en de taak in twee fasen wordt afgedrukt, dan is de geaggregeerde waarde 2x het aantal kopieën dat daadwerkelijk is afgedrukt.

Afgedrukte prints

Het aantal afgedrukte prints.

Fiery- en RICOH GW-printers voor losse vellen en RICOH Pro VC-printers voor kettingformulieren
Het aantal afgedrukte prints wordt rechtstreeks van de printer opgehaald. De printer berekent het aantal afgedrukte prints op basis van het aantal pagina's in het PDF-bestand en de taakafdrukinstellingen:

pagina's in het PDF-bestand/n-up waarde x kopieën

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 150.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.

TotalFlow Print Server-printers voor losse vellen
Het aantal afgedrukte prints wordt rechtstreeks van de printer opgehaald. De printer berekent het aantal afgedrukte prints op basis van het aantal pagina's in het PDF-bestand en de taakafdrukinstellingen:

pagina's in het PDF-bestand x kopieën

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.

InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100-printers voor kettingformulieren
Het aantal afgedrukte prints wordt in RICOH Supervisor Data Collector berekend, waarbij ervan wordt uitgegaan dat alle taken 2-up zijn, ongeacht de printerconfiguratie:

pagina's in het PDF-bestand/2 x kopieën

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 150.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 150.

Als een afdruktaak insteekvellen bevat, worden die insteekvellen niet meegeteld voor het aantal afgedrukte prints.

Voor afgebroken taken op InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100- printers voor kettingformulieren wordt het aantal afgedrukte afbeeldingen altijd geschat op basis van de aanname dat alle taken 2-up zijn. Als gevolg hiervan, is de schatting onjuist als er andere n-up-instellingen voor de taak zijn geconfigureerd.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. Het aantal afgedrukte prints wordt als volgt vermeld:

  • Als de taak naar de status Afgebroken is gegaan, wordt het daadwerkelijke aantal afgedrukte prints vermeld voor de id van de eerste taak en de id's van andere tussenliggende taken. Voor de laatste taak-id die voor de taak is gemaakt, wordt in plaats daarvan het totale aantal afgedrukte prints vermeld.
  • Als de taak naar de status Afgedrukt is gegaan, wordt het totale aantal afgedrukte prints vermeld voor elke taak-id. Wanneer u de waarde van de afgedrukte prints aggregeert op basis van de taaknaam, is het resultaat een meervoud van het aantal prints dat daadwerkelijk voor de taak is afgedrukt. Als bijvoorbeeld één fout optreedt tijdens de verwerking en de taak in twee fasen wordt afgedrukt, dan is de geaggregeerde waarde 2x het aantal prints dat daadwerkelijk is afgedrukt.

Afgedrukte pagina's

Het aantal afgedrukte pagina's.

EFI Fiery- en RICOH GW-printers voor losse vellen
Het aantal afgedrukte pagina's wordt rechtstreeks van de printer opgehaald. De printer berekent het aantal afgedrukte pagina's op basis van het aantal pagina's in het PDF-bestand en de taakafdrukinstellingen:

pagina's in het PDF-bestand/n-up waarde x kopieën

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 150.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.

TotalFlow Print Server-printers voor losse vellen en RICOH Pro VC-, InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100-printers voor kettingformulieren
Het aantal afgedrukte pagina's wordt rechtstreeks van de printer opgehaald. De printer berekent het aantal afgedrukte pagina's op basis van het aantal pagina's in het PDF-bestand en de taakafdrukinstellingen:

pagina's in het PDF-bestand x kopieën

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte prints 300.

Als een afdruktaak insteekvellen bevat, worden die insteekvellen niet meegeteld voor het aantal afgedrukte pagina's.

Voor afgebroken taken op InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100- printers voor kettingformulieren wordt het aantal afgedrukte pagina's altijd geschat op basis van de aanname dat alle taken 2-up zijn. Als gevolg hiervan, is de schatting onjuist als er andere n-up-instellingen voor de taak zijn geconfigureerd.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. Het aantal afgedrukte pagina's wordt als volgt vermeld:

  • Als de taak naar de status Afgebroken is gegaan, wordt het daadwerkelijke aantal afgedrukte pagina's vermeld voor de id van de eerste taak en de id's van andere tussenliggende taken. Voor de laatste taak-id die voor de taak is gemaakt, wordt in plaats daarvan het totale aantal afgedrukte pagina's vermeld.
  • Als de taak naar de status Afgedrukt is gegaan, wordt het totale aantal afgedrukte pagina's vermeld voor elke taak-id. Wanneer u de waarde van de afgedrukte pagina's aggregeert op basis van de taaknaam, is het resultaat een meervoud van het aantal pagina's dat daadwerkelijk voor de taak is afgedrukt. Als bijvoorbeeld één fout optreedt tijdens de verwerking en de taak in twee fasen wordt afgedrukt, dan is de geaggregeerde waarde 2x het aantal pagina's dat daadwerkelijk is afgedrukt.

Afgedrukte papierlengte (voet)

De afgedrukte papierlengte van printers voor kettingformulieren, gemeten in voet.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

De gegevens over de lengte van het papier zijn mogelijk niet altijd exact vanwege vertragingen in de printercommunicatie. Soms kunnen de gerapporteerde gegevens en de daadwerkelijke lengte van het bedrukte papier een paar voet van elkaar verschillen.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. De afgedrukte papierlengte wordt bijgehouden en afzonderlijk vermeld voor elke taak-id.

Afgedrukte papierlengte (meter)

De afgedrukte papierlengte van printers voor kettingformulieren, gemeten in meter.

In zowel standaard- als aangepaste widgets worden de gegevensvelden Afgedrukte papierlengte (voet) en Afgedrukte papierlengte (meter) automatisch omgewisseld op basis van de optie Lengte-eenheid die u heeft opgegeven onder Instellingen Gebruikersvoorkeuren.

De gegevens over de lengte van het papier zijn mogelijk niet altijd exact vanwege vertragingen in de printercommunicatie. Soms kunnen de gerapporteerde gegevens en de daadwerkelijke lengte van het bedrukte papier een paar voet van elkaar verschillen.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. De afgedrukte papierlengte wordt bijgehouden en afzonderlijk vermeld voor elke taak-id.

Afgedrukte vellen

Het aantal afgedrukte vellen.

EFI Fiery-, RICOH GW- en TotalFlow Print Servers-printers voor losse vellen en RICOH Pro VC-printers voor kettingformulieren
Het aantal afgedrukte vellen wordt rechtstreeks van de printer opgehaald. De printer berekent het aantal afgedrukte vellen op basis van het aantal pagina's in het PDF-bestand en de taakafdrukinstellingen:

(pagina's in het PDF-bestand/n-up waarde/waarde afdrukzijde) x kopieën

Voor enkelzijdige taken is de waarde voor de afdrukzijde 1. Voor dubbelzijdige taken is de waarde voor de afdrukzijde 2.

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte vellen 150.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte vellen 150.

InfoPrint 5000- en InfoPrint 4100-printers voor kettingformulieren
het aantal afgedrukte vellen wordt berekend in RICOH Supervisor Data Collector assuming that all taken are 2-up, ongeacht de printer configuratie:

(pagina's in het PDF-bestand/2/waarde afdrukzijde) x kopieën

Voor enkelzijdige taken is de waarde voor de afdrukzijde 1. Voor dubbelzijdige taken is de waarde voor de afdrukzijde 2.

Voorbeelden:

  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak enkelzijdig, de waarde voor n-up 2 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte vellen 150.
  • Als het PDF-bestand uit 100 pagina's bestaat, de taak dubbelzijdig, de waarde voor n-up 1 en het aantal kopieën 3 is, dan is het aantal afgedrukte vellen 75.

Als een afdruktaak insteekvellen bevat, worden die insteekvellen niet meegeteld voor het aantal afgedrukte vellen.

Voor afgebroken taken op printers voor kettingformulieren wordt het aantal afgedrukte vellen altijd geschat op basis van de aanname dat alle taken 2-up zijn. Als gevolg hiervan, is de schatting onjuist als er andere n-up-instellingen voor de taak zijn geconfigureerd.

Op printers voor kettingformulieren gaat de taak altijd naar de status Afgebroken of Afgedrukt wanneer er zich een printerfout voordoet. Wanneer de fout is hersteld en het afdrukken wordt hervat, wordt met RICOH Supervisor Data Collector een nieuwe taak met dezelfde naam gemaakt, maar wel met een andere taak-id. Het aantal afgedrukte vellen wordt als volgt vermeld:

  • Als de taak naar de status Afgebroken is gegaan, wordt het daadwerkelijke aantal afgedrukte vellen vermeld voor de id van de eerste taak en de id's van andere tussenliggende taken. Voor de laatste taak-id die voor de taak is gemaakt, wordt in plaats daarvan het totale aantal afgedrukte vellen vermeld.
  • Als de taak naar de status Afgedrukt is gegaan, wordt het totale aantal afgedrukte vellen vermeld voor elke taak-id. Wanneer u de waarde van de afgedrukte vellen aggregeert op basis van de taaknaam, is het resultaat een meervoud van het aantal vellen dat daadwerkelijk voor de taak is afgedrukt. Als bijvoorbeeld één fout optreedt tijdens de verwerking en de taak in twee fasen wordt afgedrukt, dan is de geaggregeerde waarde 2x het aantal vellen dat daadwerkelijk is afgedrukt.

Sectie Inktverbruik per taak - alle printers
Taaknaam De naam van de taak.
MICR-inktgebruik (Cc)

De totale hoeveelheid MICR-inkt (magnetic ink character recognition) die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid K1- en K2-inkt die is gebruikt op engine 3.
InfoPrint 5000-zwart-witprinters en RICOH Pro VC-printers
De waarde voor dit veld is altijd 0.

Totale inktgebruik C (Cc)

De totale hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid cyaan inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid cyaan inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale inktgebruik K (Cc)

De totale hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-zwart-witprinters
De totale hoeveelheid K1- en K2-inkt die is gebruikt op beide engines.
InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid zwarte inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid zwarte inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale inktgebruik M (Cc)

De totale hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid magenta inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid magenta inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

Totale inktgebruik Y (Cc)

De totale hoeveelheid gele inkt die is gebruikt, gemeten in kubieke centimeter.

Welke inktgegevens in dit veld zijn opgenomen, is afhankelijk van de printer:

InfoPrint 5000-kleurenprinters
De totale hoeveelheid gele inkt die is gebruikt op beide engines.
RICOH Pro VC-printers
De totale hoeveelheid gele inkt die op beide engines is gebruikt voor afdrukken en voor het spoelen van de printkop.

  • De sectie Inktverbruik per taak - alle printers bevat gegevens van InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers.

    Om het inktgebruik van InfoPrint 5000-printers bij te houden, moet u op het tabblad Data Collectors inktgegevens voor elke printer uploaden. Voor meer informatie, zie Inktgegevens voor InfoPrint 5000-printers uploaden.

    Bij RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers dient u te controleren of u de configuratie voor het RICOH Pro VC-printertype gebruikt in RICOH Supervisor Data Collector.

  • Wanneer u widgets met velden voor inktgegevens maakt, moet u alleen velden insluiten vanuit dezelfde inktgegevenssessie, Inktverbruik per taak - alle printers, Inktverbruik per taak - kettingformulieren in kleur of Inktverbruik per taak - InfoPrint 5000 zwart-wit.
  • Standaard worden de inktwaarden die in RICOH Supervisor worden weergegeven, afgerond op twee cijfers achter de komma. U kunt het aantal cijfers achter de komma aanpassen wanneer u widgets maakt of bewerkt in de Widget Designer. Zie Nummers in widgets opmaken voor meer informatie.
Sectie Locatie
Locatienaam

De naam van de locatie.

Om de gegevens per locatie te bekijken, moet u uw printers eerst op locatie groeperen in het paneel Locaties op het tabblad Instellingen.

Alleen de printers die momenteel in RICOH Supervisor Data Collector zijn geregistreerd, kunnen aan een locatie worden gekoppeld.

Een locatie wordt alleen in widgets en filters weergegeven als deze ten minste één printer bevat en als er gegevens beschikbaar zijn van de printers die aan de locatie zijn toegewezen. Als de locatie is gekoppeld aan een dienst, moeten er gegevens beschikbaar zijn voor het tijdsinterval waarop de dienst betrekking heeft.

Sectie Operatoractiviteit - Kettingformulier
Geregistreerd activiteitstype

Het type operatoractiviteit, zoals inloggen, uitloggen, fouten wissen, de printer opschonen of formulieren uitlijnen.

De inlog- en uitlogactiviteiten worden automatisch gegenereerd wanneer een operator in- of uitlogt. De rest van de activiteiten wordt opgehaald uit het printerlogboek. Raadpleeg de printerdocumentatie voor meer informatie over het toevoegen van activiteiten aan het printerlogboek.

De activiteitsgegevens van de operator worden verzameld via de lokale printerconsole en de externe console. Wanneer de gegevens worden verzameld vanaf de externe console, wordt de activiteit gekoppeld aan de gebruiker van de lokale console.

Dit gegevensveld is alleen van toepassing op InfoPrint 4100-, InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers voor kettingformulieren.

Sectie Operatorsessie - Kettingformulier
Duur van operatorlogin (ms)

De tijd dat de operator was ingelogd op de printer, gemeten in milliseconden.

Wanneer een operator inlogt op de printer, begint de aanmeldingsduur toe te nemen totdat die operator weer uitlogt of een andere operator inlogt.

De gegevens over de aanmeldingsduur worden alleen verzameld voor operators die zijn ingelogd op de lokale printerconsole.

Dit gegevensveld is alleen van toepassing op InfoPrint 4100-, InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers voor kettingformulieren.

Sectie Operator - Kettingformulier
Operatornaam

De naam of gebruikers-id van de operator die op de printer is ingelogd.

Dit gegevensveld is alleen van toepassing op InfoPrint 4100-, InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers voor kettingformulieren.

Sectie Printer
Account-ID De unieke ID die aan het account in RICOH Account Administration is toegewezen.
Accountnaam De accountnaam die in RICOH Account Administration is geconfigureerd.
Data Collector De naam van de data collector zoals die in RICOH Supervisor Data Collector is geconfigureerd.
Printer-id

De unieke id die aan de printer is toegewezen.

Printer-id's zijn handig om elke afzonderlijke printer te onderscheiden en te traceren.

U kunt bijvoorbeeld het veld Printer-id in formules gebruiken om het gemiddelde aantal afgedrukte taken per printer te berekenen.

De lijst met printer-id's bevat alle printer-id's die in het systeem zijn geregistreerd, dus ook de id's van verwijderde printers.

Naam printer

De naam van de printer zoals die in RICOH Supervisor Data Collector is geconfigureerd.

Als u de naam van de printer wijzigt, moet u alle filters waarin de oude printernaam wordt gebruikt, bijwerken. Dit heeft geen invloed op de gegevens die beschikbaar zijn voor de printer waarvan de naam wordt gewijzigd.

De lijst met printers bevat alle printers die in het systeem zijn geregistreerd, dus ook verwijderde printers.

Printertype

Het type printer: losse vellen, kettingformulieren of Niet beschikbaar.

Niet beschikbaar wordt weergegeven voor printers die de status Niet verbonden hadden toen ze werden toegevoegd RICOH Supervisor Data Collector.

Sectie Printerdoorvoer - scanners
Klikken op alle scanners Het totale aantal scannerclicks.
Klikken op de zwart-witscanner Het aantal zwart-witclicks op de scanner.
Klikken op de kleurenscanner Het aantal full-colorclicks op de scanner.
  • U kunt gegevens over clicks alleen per printer bijhouden, niet per taak.
  • Het aantal scannerclicks wordt gebaseerd op de gegevens die afkomstig zijn van de printertellers. Als een printer geen clickgegevens doorgeeft, wordt voor het aantal clicks 0 weergegeven in RICOH Supervisor. Voor meer informatie over printertellers, zie de printerdocumentatie.
  • De manier waarop de clicks worden geteld, is ook afhankelijk van de printer. Sommige printers geven bijvoorbeeld alleen het totaal aantal clicks door en verzenden geen afzonderlijke gegevens voor de zwart-witclicks en kleurenclicks.
  • Wanneer RICOH Supervisor Data Collector is gestopt, worden geen clickgegevens van de printer ontvangen. Wanneer RICOH Supervisor Data Collector opnieuw wordt gestart, wordt de waarde voor clicks gesynchroniseerd met de printertellers.
  • Clickgegevens worden alleen opgehaald voor printers voor losse vellen.
Sectie Dienst
Naam dienst

De naam van de dienst.

Om de gegevens per dienst te bekijken, moet u uw diensten eerst vastleggen in het paneel Diensten op het tabblad Instellingen.

Diensten zijn alleen van toepassing op printers die momenteel in RICOH Supervisor Data Collector zijn geregistreerd.

De gegevens worden toegewezen aan een dienst op basis van de printers die zijn opgenomen in de locatie van de dienst en de tijdzone van de printer die is ingesteld in RICOH Supervisor Data Collector. Als er geen locatie is opgegeven voor een dienst, geldt dit voor alle printers die beschikbaar zijn in het systeem.

Alle taakgegevens die in het tijdsinterval van een dienst worden verzameld, worden toegewezen aan deze dienst, ook als het afdrukken van de taak is gestart of voltooid buiten het interval van de dienst.

Een dienst wordt alleen in widgets en filters weergegeven als er gegevens beschikbaar zijn voor het tijdsinterval waarop de dienst betrekking heeft. Als de dienst is gekoppeld aan een locatie, moeten er gegevens beschikbaar zijn van de printers die zijn toegewezen aan deze locatie.

Sectie Vooraf ingestelde instelling - Kettingformulier
Naam van vooraf ingestelde instelling

De naam van de vooraf ingestelde instelling van de printer.

Dit gegevensveld is alleen van toepassing op InfoPrint 4100-, InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers voor kettingformulieren.

Sectie Actie met vooraf ingestelde instelling - Kettingformulier
Actietype van vooraf ingestelde instelling

De actie die is uitgevoerd op de vooraf ingestelde instelling: gemaakt, geladen, gewijzigd en aangepast.

  • Wanneer een nieuwe vooraf ingestelde instelling wordt gemaakt, wordt de vooraf ingestelde instelling gemarkeerd als Gemaakt en worden sommige instellingen gemarkeerd als significant of onbeduidend.
  • Wanneer een vooraf ingestelde instelling wordt geladen, wordt de vooraf ingestelde instelling gemarkeerd als Geladen.
  • Wanneer onbeduidende printerinstellingen veranderen, verandert de vooraf ingestelde instelling niet. De taak wordt als geldig beschouwd en gaat naar de status Afgedrukt. De vooraf ingestelde instelling wordt gemarkeerd als Gewijzigd om aan te geven dat er kleine verschillen zijn tussen de vooraf ingestelde instelling en de huidige printerinstellingen.

  • Wanneer significante printerinstellingen veranderen, verandert de vooraf ingestelde instelling niet. De taak wordt als ongeldig beschouwd als deze een gespecificeerde vooraf ingestelde instelling heeft. De vooraf ingestelde instelling wordt gemarkeerd als Aangepast om aan te geven dat er grote verschillen zijn tussen de vooraf ingestelde instelling en de huidige printerinstellingen.

Dit gegevensveld is alleen van toepassing op InfoPrint 4100-, InfoPrint 5000-, RICOH Pro VC40000-, RICOH Pro VC60000-, RICOH Pro VC70000- en RICOH Pro VC80000-printers voor kettingformulieren.

Sectie Printerstatus
Printerstatus De status van de printer: Initialiseren, invoeren, voorbereiden, afdrukken, verwerken, ontvangen, niet beschikbaar, niet klaar, fout, opnieuw opstarten, voor/na niet klaar, voor/na bezig, voor/na threading, voor/na EOF, voor/na gepauzeerd, reinigen, aanpassen, onderhoud, inactief, klaar, in slaapstand, uitgeschakeld, opwarmen, opgestart, opstarten of onbekend.
Categorie van printerstatus

De categorie van de printerstatus:

  • De categorie Actief komt overeen met de volgende printerstatussen: Initialiseren, invoeren, voorbereiden, verwerken en ontvangen. De printer is beschikbaar en drukt opdrachten af.
  • De categorie Inactief komt overeen met de volgende printerstatussen: Inactief, klaar, niet klaar, voor/na niet klaar, in slaapstand, uitgeschakeld, opwarmen, opgestart en opstarten. De printer is klaar om opdrachten te ontvangen, maar verwerkt ze nog niet.
  • De categorie Uitgeschakeld komt overeen met de volgende printerstatussen: Niet beschikbaar, fout, herstart, voor/na bezet, voor/na threading, voor/na EOF, voor/na gepauzeerd, reinigen, aanpassen en onderhoud. De printer kan nog geen opdrachten afdrukken omdat hij kapot is, in foutstatus verkeert, in onderhoud is, of het systeem niet beschikbaar is.
  • De categorie Onbekend omvat de onbekende printerstatus en elke printerstatus die niet tot een van de andere categorieën behoort.
Duur van printerstatus (ms) De tijd dat de printer zich in een specifieke status bevond, gemeten in milliseconden.
Printerstatus-id

De unieke ID die aan de printerstatus is toegewezen.

Status-ID's zijn handig om afzonderlijke printerstatussen van elkaar te onderscheiden en bij te houden.

Zo kunt u met het veld Printerstatus-id het aantal keren tellen dat de printer zich in een foutstatus heeft bevonden.