De apparaatinstellingen configureren

U kunt de naam van het apparaat opgeven, de lengte van het scangebied op het papier en verschillende andere instellingen. Bovendien kunt u RICOH Auto Color Adjuster activeren op het scherm Licentiebeheer.
  1. Als het menuscherm RICOH Auto Color Adjuster niet wordt weergegeven, start u de toepassing via het pictogram RICOH (RICOH-pictogram) op het bureaublad.
  2. Klik op de knop Apparaatinstellingen (de knop Apparaatinstellingen).De knop Instellingen in het hoofddialoogvenster van RICOH Auto Color Adjuster
  3. Voer de naam van het apparaat in Apparaatinstellingen Apparaatnaam.Apparaatinstellingen > Apparaatnaam
    De apparaatnaam wordt gebruikt in Begininstellingen.
  4. Als er bij Kalibratiemodelbestand een foutbericht wordt weergegeven dat de bestanden niet overeenkomen, klikt u op Bladeren... en geeft u het juiste bestand op.
      Opmerking:
    • Het Kalibratiemodelbestand wordt opgeslagen in de map model op het USB-geheugen dat bij het apparaat is geleverd. Kopieer het bestand van het USB-geheugen naar de computer en selecteer het bestand daar.
  5. Klik op Opslaan.
  6. Klik op Scaninstellingen en geef de verschillende instellingen op.Pagina met scaninstellingen
    1. Lengte-eenheid: selecteer de eenheid voor het opgeven van de papierlengte in de richting van de subscan van een origineel/waaier.
    2. Snelle kleuraanpassing, Afstemming kleurmonster: geef de te scannen papierlengte op voor elke toepassing.
    3. M-factor (Kleuroptimalisatie starten): geef de verlichtingsconditie op voor het scannen van een kleurenwaaier in Snelle kleuraanpassing. Selecteer M0 als u JC Digital 2011 Coated, Wedge gebruikt als de kleurverificatienorm. Geef M1 op bij gebruik van ISO12647-8 Coated V3 F51, Verify GRACoL2013, Wedge, Simple Gray Scale, Wedge 2013 of ISO12647-8 Coated V3 F51.
  7. Klik op Opslaan.
      Opmerking:
    • Voer de volgende bewerkingen uit in een omgeving die toegankelijk is via internet.
  8. Klik op Licentiebeheer Verbinding maken.[Licentiebeheer] > [Verbinding maken]
  9. Geef een naam op bij Systeemnaam.Systeemnaam
  10. Als u de proxy-instellingen moet opgeven voor verbinding met internet, configureert u Proxy-instellingen.Proxyinstellingen
    1. Schakel het selectievakje Ik ga een proxyserver gebruiken. in.
    2. Geef het IP-adres of de hostnaam van de proxyserver op.
    3. Geef de poort van de proxyserver op en klik op PROXY TESTEN.
  11. Klik op CODE GENEREREN.
    Het aanmeldingsscherm wordt weergegeven.
  12. Voer een e-mailadres en wachtwoord in voor de RICOH Auto Color Adjuster en klik op AANMELDEN. Voor meer informatie, zie Een wachtwoord registreren om verbinding te maken met de cloud voor licentiebeheer.
  13. Als u meer dan een apparaat tegelijk bedient, geeft u een belanghebbende op en klikt u op Eenmalige code genereren.
  14. Klik op Kopiëren SLUITEN.
    De eenmalige code wordt naar het klembord gekopieerd.
  15. Plak de gekopieerde eenmalige code in het invoervak Eenmalige code en klik op VERZENDEN.
  16. Herhaal stap 13 t/m 15 als u meer dan één apparaat gebruikt.
  17. Als er een bericht wordt weergegeven dat het verzenden is gelukt, klikt u op Sluiten WIJZIGINGEN OPSLAAN.
    De configuratie van de apparaatinstellingen tijdens de installatie is nu klaar. Ga verder met het opgeven van de volgende instellingen, indien nodig.
      Opmerking:
    • Klik op Toepassen onder Licentiebeheer of Apparaatinstellingen om de licentiegegevens onmiddellijk bij te werken. Voor meer informatie, zie Licentiebeheer.