Installatieprocedure
In dit gedeelte wordt de installatieprocedure beschreven die moet worden uitgevoerd
na de fysieke installatie van het apparaat.
- Belangrijk:
- Als u de Fiery Command WorkStation en de ColorGATE Productionserver heeft geïnstalleerd, sluit u het apparaat met de twee meegeleverde USB-kabels aan op de computer. Volg deze volgorde omdat anders het apparaatstuurprogramma niet goed wordt herkend.
- Bij een configuratie met meerdere apparaten configureert u eerst Apparaatinstellingen, Scaninstellingen en Begininstellingen voor de server en daarna voor de cliëntcomputer. U kunt ook vanaf de server Begininstellingen voor alle apparaten tegelijk configureren.
- Installeer de RICOH Auto Color Adjuster. Voor meer informatie, zie De RICOH Auto Color Adjuster instellen.
- Installeer de Fiery Command WorkStation. Voor meer informatie, zie De Fiery Command WorkStation verkrijgen.
- Stel de ColorGATE Productionserver in.
- Open ColorGATE Support (https://support.colorgate.com) website in een webbrowser en installeer de ColorGATE Productionserver.
- Activeer de ColorGATE Productionserver.
- Configureer de ColorGATE Productionserver. Voor meer informatie, zie De REST-server van de ColorGATE Productionserver configureren.
- Opmerking:
- Raadpleeg de ColorGATE-gebruikersdocumentatie voor informatie over het installeren en activeren van de ColorGATE Productionserver.
- Werk de ColorGATE Productionserver niet bij, aangezien de RICOH Auto Color Adjuster mogelijk niet goed werkt.
- U kunt de ColorGATE Productionserver installeren vóór de Fiery Command WorkStation.
- Installeer de GPL Ghostscript. Voor meer informatie, zie Installatie van GPL Ghostscript .
- Verbind het apparaat en de computer met de twee USB-kabels.
- Configureer de Apparaatinstellingen en de Scaninstellingen. Voor meer informatie, zie Het scherm Apparaatinstellingen weergeven.
- Configureer de Begininstellingen. Voor meer informatie, zie Het scherm Begininstellingen
weergeven.
- Selecteer Locaties beheren om de locatie-instellingen te configureren.
- Selecteer Printers beheren om de printerinstellingen te configureren.
- Selecteer Papierbeheer om de papierinstellingen te configureren.
- Selecteer Waaier toevoegen om een kleurenkaart toe te voegen.
- Selecteer Drempel instellen om de beoordelingscriteria van de Snelle kleuraanpassing te wijzigen.
- Selecteer Diversen om de locatie waar profielen worden opgeslagen te wijzigen.