Venster - Aangepaste kenmerken
In het venster Aangepaste kenmerken kunt u de namen bewerken van de aangepaste kenmerken die u wilt gebruiken. Het systeem heeft maar liefst 50 aangepaste taakeigenschappen beschikbaar. Elk kenmerk wordt als een kolomtitel weergegeven in het venster Taken, als een bewerkbaar kenmerk in elk venster Taak, of in een ander dialoogvenster waarin taakeigenschappen worden gebruikt.
Als u een nieuw aangepast kenmerkt aanmaakt, selecteert u een waarde uit de lijst en voert u in het tekstveld een naam in voor het nieuwe aangepaste kenmerk.
Opmerking: U kunt de lijst met aangepaste kenmerken bestellen door de rijen met de kenmerken
te slepen en neer te zetten.
Om de aangepaste wijzigingen op te slaan, klikt u op OK.
Om de ingevoerde gegevens te negeren, klikt u op Annuleren.