Gedeelte - Taken

Het gedeelte Taken geeft een lijst met taken weer die afhankelijk is van de geselecteerde filter of taakweergave.

De taken kunnen op basis van de volgende kolommen worden gesorteerd:

Bestelnummer
Het bestelnummer wordt gebruikt om bestellingen te identificeren. Wanneer u handmatig een bestelling verzendt, moet u het bestelnummer opgeven.
Opmerking: Als een invoer-hotfolder de naam bevat van een verzonden PDF-bestand, is de waarde van het veld Bestelnummer gelijk aan de naam van het bestand en niet een specifiek getal.
Onderdeelnummer
De code die een taak binnen een bestelling op unieke wijze identificeert.
Klant
De naam van de klant van wie de taak afkomstig is.
Taaknaam
De naam van de taak wordt gebruikt om te helpen bij het identificeren van de taken. Standaard wordt de naam van het invoerbestand gebruikt. U kunt een andere naam toekennen. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren.
Status
De huidige verwerkingsstatus van de taak. De door het systeem gedefinieerde taakstatussen zijn:
  • Samengevoegd: De taak maakt deel uit van een batch. Een batch is een groep taken.
  • Samenvoeging ongedaan gemaakt: De taak maakt geen deel uit van een batch en kan worden samengevoegd.
  • Vastgehouden: De taak is gepauzeerd en wacht op actie van de gebruiker.
  • Impositie ontbreekt Wanneer taken door filters worden verwerkt en niet overeenkomen met een impositie of met uitsluitingsfilters voor impositie, worden de taken ingesteld op de status Impositie ontbreekt.
    Opmerking: Wanneer een taak is ingesteld op Geen impositie toepassen, wordt Samenvoeging ongedaan gemaakt de status van de taken en kunnen de taken met filters worden verwerkt.
  • Bezig met wachten op bestand: Er ontbreken taakbestandgegevens voor de taak.
  • Verzonden: De taak is naar een uitvoerapparaat verzonden.
  • Afgedrukt: De taak is afgedrukt op een apparaat.
  • Bezig met toepassen van impositie: De taak is verzonden voor impositie.
  • Impositie toegepast: Er is impositie toegepast op de taak.
  • Impositiefout: Er is een fout opgetreden tijdens taakimpositie of de gespecificeerde impositietimer is verlopen.
  • Bezig met wachten op gerelateerde taken: Een taak heeft de status Bezig met wachten op gerelateerde taken wanneer een andere ontvangen taak in dezelfde bestelling de status Bezig met wachten op bestand heeft en de instelling Houd de bestellingen samen is ingeschakeld voor een hotfolder.
  • Uitvoerfout: Wanneer een taak de status Samengevoegd heeft en de batch naar een uitgeschakelde uitvoerbestemming wordt verzonden of als de uitvoerbestemming niet kan worden bereikt, wordt de taakstatus gewijzigd in Uitvoerfout.
    Opmerking: Als er een onbekende fout optreedt nadat een taak voor afdrukken is verzonden, wordt de taakstatus in Uitvoerfout veranderd.
  • Bezig met preflighten: De taak bevindt zich in het preflight-proces en is niet beschikbaar voor filters of batches.
  • In wachtrij geplaatst voor preflight: De taak wordt verzonden voor preflight en staat in de wachtrij voor verwerking.
  • Preflightfout: Er is een fout opgetreden tijdens het preflighten of de taak komt niet overeen met de preflightfilters.
  • Proef verzonden: Er is een proefvoorbeeld verzonden voor afdrukken en deze wacht op goedkeuring.
  • Proef afgekeurd: De proeftaak is afgedrukt en afgekeurd.
  • Bezig met wachten op bestand: Het taakbestand kan niet worden gevonden op de gespecificeerde locatie.
  • Bezig met wachten op goedkeuring: Wanneer impositiecontrole is ingeschakeld, wordt de taak vastgehouden en kunt u het bestand waarop impositie is toegepast controleren en goedkeuren voordat u het bestand naar een uitvoer verzendt.
Opmerking: U kunt aangepaste taakstatussen maken op de pagina Admin Aangepaste statussen.
Locatie
Geeft op waar de taak zich bevindt nadat deze voor afdrukken is verzonden.
Opmerking: U kunt aangepaste locaties maken in de pagina Admin Aangepaste locaties.
Status tijdstempel
Specificeert de datum en tijd van de laatste wijziging van de taakstatus.
Batchnummer
Het nummer van de batch waaraan de taak is toegekend.
Taakbestand
De originele naam van het invoerbestand.
Bestandsgrootte
De grootte van het taakbestand in GB, MB of KB.
Aanmaakdatum/-tijd
De datum en het tijdstip waarop de taak is aangemaakt.
Vervaldatum
De datum en het tijdstip waarop de taak voor de verwerking in de planning staat.
Pagina's
Het aantal pagina's van de taak.
Pagina's per zijde
Het aantal pagina's per zijde van een vel papier. Geef het aantal pagina's per zijde op. Dit veld is verplicht.
Hoeveelheid van klant
De hoeveelheid die door de klant is besteld en bij de klant is afgeleverd.
Kopieën
Het aantal af te drukken exemplaren. Dit veld is verplicht.
Opmerking: Wanneer taken naar een InfoPrint 5000-printermodel worden verzonden, is het maximumaantal afdrukken dat kan worden gemaakt 32.767.
Vellen
Het aantal vellen wordt door het systeem bepaald.
Opnieuw af te drukken aantal
Het totale aantal afdrukkopieën dat voor een taak is verzonden, met uitzondering van de proefdrukkopieën.
Papierformaat
Het formaat van het papier, uitgedrukt in de maateenheid die bij de installatie is ingesteld.
Rollengte
De fysieke papierlengte wordt door het systeem bepaald en wordt in voet en meters weergegeven.
Uitvoeren
De geschatte tijd die nodig is voor het afdrukken van de taak.
Documentpagina-formaat
De breedte en hoogte van de pagina.
Impositie
De beschrijving van de volgorde van de pagina's op het vel van de printer. U kunt de waarde beschrijven, zoals gespecificeerd in het veld Pagina's per zijde. Dit zijn voorbeelden van mogelijke waarden:
  • 1–op-1
  • 2–op-1
  • 3–op-1
  • 4 pagina's
  • 8 pagina's
  • 6 pagina's Z-vouw
Papiernaam
De naam van het papier dat wordt gebruikt.
Product-ID
Het ID van het product.
Papiertype
De papiersoort die wordt gebruikt:
  • Geen
  • Bankpost
  • Offset tekst
  • Voor-/achterblad
  • Label
  • Index
Papiergewicht
Het papiergewicht wordt uitgedrukt in gram per vierkante meter (g/m²) in het metrische systeem of als pounds (lbs) in het imperiale systeem. De waarde verschilt naar gelang het papiertype en -formaat.
Papierkleur
U kunt een papierkleur invoeren of vanuit een lijst selecteren.
Papierafwerking
Dit zijn de typen papierafwerkingen die worden ondersteund:
  • Ongecoat
  • Gecoat
  • Glanzende afwerking
  • Inkjet afwerking
  • Hoogglans afwerking
  • Matte afwerking
  • Polymeren afwerking
  • Satijnen afwerking
  • Semiglanzende afwerking
  • Zilveren afwerking
Enkel-/dubbelzijdig
  • Enkelzijdig
  • Dubbelzijdig
Dubbelzijdig modus
  • Linkerrand
  • Bovenrand
  • Rechterrand
  • Onderrand
Inbinden
Dit zijn de inbindstijlen die ondersteund worden:
  • Niet inbinden
  • Alleen snijden
  • Snijden/vouwen
  • Perfect bind
  • Vierkante rug
  • Ringband
  • Spiraal
  • 3 gaten boren
  • Rughechting
Ruggrootte
De opgegeven waarde in inch of mm voor de maat van de rug.
Kleuren
Er zijn verschillende methodes voor het afdrukken in kleur:
  • Geen
  • Volledig proces (4 kleuren)
  • Zwart-wit
  • Volledig proces plus steunkleuren
Producttype
Het type product.
Perforatie
Specificeert of het product al dan niet geperforeerd moet worden.
Gaten boren
Specificeert of er al dan niet gaten in het product geboord moeten worden.
Coating
Geeft aan of voor de taak laminering, ultraviolet (UV), andere coatings of geen coating wordt gebruikt.
Coatingstype
Het type coating dat voor de taak wordt gebruikt.
Coatingsoppervlak
Het coatingoppervlak dat voor de taak wordt gebruikt.
Sortering
Specificeert of het product al dan niet gesorteerd moet worden.
Proef
Geeft op of een proef is vereist.
Goedkeuring proef
Geeft de status van de proef op wanneer een proef is vereist.
Finisher
De finishernaam van de taak.
Uitvoerapparaat
Het digitale printsysteem van de taak.
Goedkeuring impositie
Geeft de status van de impositie aan. De status kan Impositie goedgekeurd, Impositie afgekeurd of - (streepje) zijn.
Uitvoerlade
Geeft aan welke JDF-waarden voor de uitvoerlade worden ondersteund.
Uitvoer uitwerpen
Geeft aan of de uitvoer met de bedrukte zijde naar boven of beneden wordt uitgeworpen in de uitvoerlade.
ISBN
Geeft de ISBN-code aan.
SKU
Bevat een nummer dat de productkenmerken toont, zoals fabrikant, omschrijving van het product, formaat, enz.
Locatie
Geeft op waar de taak zich bevindt nadat deze voor afdrukken is verzonden.
Ultimate Impostrip®-map
Geeft de map aan waar TotalFlow BatchBuilder de taak waarop impositie is toegepast naartoe stuurt een naam geven.

U kunt de sorteervolgorde van een aangepaste taak aanmaken door meerdere sorteercriteria te selecteren.

Ga als volgt te werk om de volgorde van een aangepaste taak aan te maken of te beheren:

  1. Klik op de knop Maken/bewerken. Het dialoogvenster Sorteren op: wordt weergegeven.

  2. U kunt maximaal drie criteria aan de lijst toevoegen of er een aantal uit verwijderen. Klik op de knop Criteria toevoegen om een nieuw criterium toe te voegen. Klik op de knop Criteria verwijderen om een criterium te verwijderen. Klik op de knop Verplaatsen en versleep de selectie om de positie van een rij te wijzigen.

  3. Als u een criterium wilt configureren, selecteert u een waarde in de lijst Kolom en geeft u de sorteervolgorde op.

  4. Voer een naam in voor de nieuwe aangepaste taakvolgorde.

  5. Klik op OK.

Als u de volgorde van de criteria bovenaan de lijst wilt wijzigen, kunt u de criteria handmatig slepen en neerzetten. Klik op , de knop Verwijderen, om een item uit de geselecteerde aangepaste volgorde te verwijderen.

Selecteer de taak of taken in de lijst, klik met de rechtermuisknop en selecteer Taak verwijderen… of Taken verwijderen… in het menu. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Klik op Ja om de taken te wissen of klik op Nee om de actie te annuleren