Bestandviewer

U kunt de hulpmiddelen van de bestandviewer gebruiken door een taak te openen via Voorvertoning taak, door met de rechtermuisknop op een taak te klikken en Bestand bekijken… te selecteren, of door Bestand weergeven waarop impositie is toegepast… te selecteren voor bestanden waarop impositie is toegepast.

U kunt als volgt in- en uitzoomen:

  1. Selecteer , het zoomhulpmiddel, op de werkbalk.

  2. U kunt een van de beschikbare zoompercentages in de lijst selecteren.

  3. Als u wilt inzoomen op een specifiek gebied, klikt u en sleept u de cursor over de afbeelding. Met elke klik wordt er verder ingezoomd, waarbij wordt gefocust op het middelpunt of op het punt waar u heeft geklikt. U kunt het zoomformaat ook vergroten of verkleinen door , het hulpmiddel voor inzoomen, en , het hulpmiddel voor uitzoomen, te selecteren.

  4. Als u de Ctrl-toets ingedrukt houdt, verandert de cursor in een functie voor uitzoomen.

  5. Klik op , de knop Uitvouwen, om een afbeelding passend in het venster te maken.

  6. Als u wilt wisselen tussen de weergave 1-op-1 en de weergave waarop impositie is toegepast, selecteert u , het impositiehulpmiddel in de werkbalk. Als er geen impositie op de taak is toegepast, is de impositieknop uitgeschakeld.

  7. Wanneer er op de afbeelding is ingezoomd, kunt u , het navigatiehulpmiddel, selecteren om het ingezoomde gedeelte van de afbeelding weer te geven. U kunt het navigatiedialoogvenster naar elke willekeurige plek op de pagina verplaatsen. Selecteer , het panhulpmiddel, om door de afbeelding waarop is ingezoomd te navigeren.

Ga als volgt te werk om de linialen te gebruiken:

  1. Selecteer , het liniaalhulpmiddel, op de werkbalk om de verticale en horizontale linialen weer te geven.

  2. Klik nogmaals op de knop om de liniaal te verbergen.

  3. Op het liniaal worden de meeteenheden getoond die u tijdens de installatie hebt geselecteerd.

  4. Als u de linialen wilt resetten, klikt u op de 0 hoeken van de afbeelding.

U kunt als volgt de afstand of markering in taken meten:

  1. Selecteer , het afstandshulpmiddel, op de werkbalk. De cursor wordt gewijzigd in een vizier en de modaal van het afstandshulpmiddel wordt weergegeven.

  2. U kunt de afstand tussen twee punten meten door te klikken en de cursor te verslepen tussen de twee punten, of door op het eerste punt en vervolgens op het tweede punt te klikken.

  3. De waarden die in het afstandshulpmiddel worden weergegeven, worden bijgewerkt wanneer u op de taak klikt. Wanneer u het eerste punt instelt, worden X en Y bijgewerkt in de modaal. Wanneer u het tweede punt instelt, worden de breedte, hoogte, afstand en hoek in de modaal bijgewerkt.

  4. Selecteer nogmaals het afstandshulpmiddel om de laatste meetwaarden weer te geven.

  5. Beweeg de cursor over het afstandshulpmiddel, klik op de modaal en versleep deze om het hulpmiddel naar een andere locatie op het scherm te verplaatsen.

  6. Klik nogmaals op de knop om het afstandshulpmiddel te sluiten of te verbergen.

  7. Als u het afstandshulpmiddel wilt resetten, klikt u op de 0 hoeken van de afbeelding.

Klik op , het informatiehulpmiddel, in de werkbalk om informatie over de taak weer te geven.

In het taakinformatieraster, , kunt u in de lijst met taken binnen de batch de taak of het gegroepeerde impositiebestand selecteren om dit te bekijken. Als u de originele bestanden weergeeft, toont het systeem een lijst met taken. Als u bestanden weergeeft waarop impositie is toegepast, toont het systeem een tabel. De eerste kolom bevat de goedkeuringsstatus van de impositie en de tweede kolom bevat de lijst met taken waarop impositie is toegepast. Bij goedgekeurde taken staat een groen vinkje en bij afgekeurde een rood kruisje. Bij taken met de status Bezig met wachten op goedkeuring staat geen pictogram.

    Opmerking:
  • Als groeperen voor een batch is ingeschakeld, kunt u op taken in de batch niet handmatig impositie toepassen. Deze actie is van toepassing op de weergave met batchdetails en de weergave met alle taken.
  • Als de samenvoeging van een of meer taken in een gegroepeerde batch ongedaan wordt gemaakt, blijft de impositie niet in stand en kan deze niet meer worden weergegeven.
  • Als de samenvoeging van een of meer taken in een gegroepeerde batch ongedaan wordt gemaakt, blijft de impositie niet in stand en kan deze niet meer worden weergegeven.
  • Als tijdens het controleproces een taak wordt bewerkt, kunt u opnieuw impositie op de taak toepassen. De hele batch wordt dan opnieuw verstuurd.
  • Als een taak met een gegroepeerde impositie wordt goed- of afgekeurd, krijgen alle taken dezelfde status.

Klik op , de downloadtoo,l in de werkbalk om het bestand te downloaden.