Gedeelte - Filters

In het gedeelte Filters wordt een lijst weergegeven met alle filters in het systeem.

U kunt het gedeelte Filters zodanig configureren dat alleen filters worden weergegeven die overeenkomen met specifieke kenmerken.

Klik op , de knop Verfijningen bewerken om de kenmerken in te stellen als filtercriteria voor de lijst met filters. Het venster Lijstverfijningen filteren wordt weergegeven:

In het venster Lijstverfijningen filteren kunt u met een of meer kenmerken opgeven hoe de filterlijstresultaten moeten overeenkomen. Selecteer een van de volgende opties:

  • Alle kenmerken ("en" logisch)
  • Ieder kenmerk ("of" logisch)
Als u Alle kenmerken ("en" logisch)selecteert, geeft het systeem alleen de filters weer die overeenkomen met alle kenmerken die zijn ingesteld in het Lijstverfijningen filteren-venster. Als u Ieder kenmerk ("of" logisch)selecteert, geeft het systeem alle filters weer die met minstens één van de opgegeven kenmerken overeenkomen.

U kunt meer kenmerken aan de lijst toevoegen of er een aantal uit verwijderen. Klik op , de knop Criteria toevoegen, om een nieuw kenmerk toe te voegen. Klik op , de knop Criteria verwijderen, om een kenmerk te verwijderen.

Ga als volgt te werk om de criteria voor de lijst met filters te configureren:

  1. Selecteer het type kenmerk uit de eerste lijst.
    Opmerking: U kunt een waarde kiezen uit twee kenmerkcategorieën:
    1. De categorie Batcheigenschappen bevat alleen het kenmerk Uitvoerbestemming. Hiermee kunt u de lijst filteren op de opgegeven Uitvoerbestemming.
    2. De categorie Taakeigenschappen bevat verschillende taakkenmerken.
  2. Uit de tweede lijst selecteert u een operator.
  3. Selecteer of voer een waarde in voor het gespecificeerde kenmerktype om de criteria te voltooien.
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.

U kunt elke lijst met filterverfijningen opslaan en alle opgeslagen verfijningen bekijken in het menu Verfijningen.

Om de ingestelde verfijningen op te slaan, klikt u op Verfijningsets opslaan, voert u een naam in het tekstveld in en klikt u op OK. U kunt ook bepaalde kenmerken uit de verfijningen verwijderen door op de knop Verwijderen te klikken. Klik op Wijzigingen opslaan om de gewijzigde verfijningen op te slaan.

Als u alle opgeslagen filterverfijningen wilt verwijderen, klikt u op , de knop Wissen. Om filterverfijningen permanent te verwijderen, klikt u er met de rechtermuisknop op en selecteert u Opgeslagen verfijningset verwijderen.

Klik op Nieuwe filter en selecteer Eenvoudig filter, Gecombineerde filter of Proeffilter om een nieuwe filter aan te maken. Zie Een nieuwe eenvoudige filter aanmaken,Een nieuwe gecombineerde filter aanmaken of Een nieuwe proeffilter aanmaken voor meer informatie.

Selecteer in het menu Sorteren: de optie Huidige sortering van het tabblad "Taken" als u de sorteercriteria wilt gebruiken uit het hoofdtabblad Taken van het zijvenster Filters.

U kunt ook Kolom sorteren uit het vervolgekeuzemenu Sorteren: selecteren als u de lijst met filters handmatig wilt sorteren aan de hand van de bestaande kolommen:

Automatiseringspictogram
Als het automatiseringsniveau Automatisch samenvoegen of Automatisch samenvoegen en verzenden is, worden er andere pictogrammen weergegeven en als Geen automatisering is geselecteerd, worden er geen pictogrammen weergegeven.
Naam
De naam van de filter.
ID
De door het systeem gegenereerde filter-ID.
Taken
Het aantal taken in de filter.
Vellen
Het totale aantal vellen van alle taken in de filter.
Voet
Het nummer van voet voor alle taken in het filter.
Opmerking: Het meetsysteem kan afwijken, afhankelijk van de selectie die u tijdens de installatie heeft gemaakt.
Impressies
Het totale aantal impressies van alle taken in de filter. De impressies vertegenwoordigen het aantal pagina's vermenigvuldigd met het aantal exemplaren.
Uitvoeren (u:m)
De geschatte benodigde tijd voor het afdrukken van alle taken in de filter.
Bestandsgrootte
De totale grootte van de bestanden in de filter.
Automatiseringstrigger
De trigger die in het filterautomatiseringstabblad is geselecteerd voor eenvoudige filters en het aantal triggers voor gecombineerde filters
Uitvoerbestemming
De gespecificeerde hotfolder-bestemming.
Verwachte uitvoersnelheid
De geschatte uitvoersnelheid die is ingesteld door de geselecteerde uitvoerbestemming.

U verwijdert een filter door de filter te selecteren in de lijst, hier met de rechtermuisknop op te klikken en Verwijderen… te selecteren. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Klik op Ja om de filter te verwijderen of klik op Nee om de actie te annuleren.

Als u het dialoogvenster voor het bewerken van filters wilt openen en de filtereigenschappen wilt bewerken, dubbelklikt u op een filter in de lijst of klikt u op de rechtermuisknop en selecteert u Eigenschappen.

Als u een kopie van een filter wilt maken, selecteert u een filter in de lijst, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Filter dupliceren…

Als u een nieuwe batch wilt aanmaken, selecteert u een filter uit de lijst, klikt u vervolgens op de rechtermuisknop en selecteert u Batch aanmaken….