Een nieuwe batch aanmaken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een nieuwe batch met taken aanmaakt en hoe u de verschillende eigenschappen voor de batch instelt.

Er zijn diverse methodes om een nieuwe batch aan te maken:

  1. Klik op , de knop Nieuwe batch in het Batches-venster.

    Het venster van de Nieuwe batch wordt weergegeven:

    Volumeschattingen
    Het systeem geeft de geschatte waarden weer voor taken, vellen en uitvoeringstijd.
    Batchnaam
    U kunt de naam van de nieuwe batch specificeren.
    Uitvoerbestemming
    U kunt een hotfolder-bestemming uit de lijst selecteren.
    Geschatte uitvoersnelheid
    Het systeem geeft de geschatte uitvoersnelheid weer die voor de geselecteerde uitvoerbestemming is ingesteld. U kunt de uitvoersnelheid bewerken en de meeteenheid daarvoor selecteren in de lijst.
    Bundelen
    Klik op het selectievakje als u het bundelen van taken voor deze batch wilt inschakelen. U kunt het bundelen van taken in- of uitschakelen via Admin Productie-instellingen Bundelen.

    Opmerking: Nadat een batch is verzonden, worden de selectievakjes Bannervellen en Bundelen uitgeschakeld weergegeven.
    Tabblad - Taken

    Een lijst met alle taken van de batch wordt weergegeven. U kunt op basis van één of meer kolommen de taken sorteren.

    Als Bundelen is ingeschakeld, kunt u alle gebundelde taken weergeven.

    Klik op Volgorde van bijwerken om de lijst met taken opnieuw te rangschikken.

    Opmerking: Wanneer een taak de status Bezig met wachten op goedkeuring heeft, kunt u met de rechtermuisknop op de taak klikken en Impositie toepassen Impositie goedkeuren of Impositie afkeuren selecteren.

    Tabblad - Volumeschattingen

    U kunt de schatting van het volume selecteren om de batchinformatie weer te geven. De mogelijke waarden voor elk menu zijn:

    • Geen
    • Taken
    • Vellen
    • Voet
    • Meters
    • Uitvoeren (u:m)
    • Impressies
    • Bestandsgrootte

    Voorvertoning

    Het systeem geeft een voorvertoning weer van de volumeschattingen voor de batch. Deze informatie wordt weergegeven in de lijst met batches, in het venster Batches.

    Opmerking: Als de Voorvertoning de schatting niet weergeeft, raadpleeg dan het gedeelte Problemen oplossen.
    Tabblad Impositie

    Groeperen

    Klik op Taken groeperen als u alle taken waarop u impositie wilt toepassen, samen wilt verzenden. Wanneer u deze optie inschakelt, wordt de optie Kopieën insluiten automatisch ingeschakeld. Hierdoor wordt één impositiebestand gemaakt voor de hele batch. Het impositiebestand bevat het opgegeven aantal kopieën van elke taak en het wordt naar de uitvoer gestuurd met als kenmerkwaarde voor kopieën 1.

    Kopieën insluiten

    Selecteer Kopieën insluiten in uitvoer om de impositie op alle kopieën toe te passen.

    Als deze optie is ingeschakeld, bevat het gemaakte impositiebestand het opgegeven aantal kopieën van elke taak en wordt het naar de uitvoer gestuurd met als kenmerkwaarde voor kopieën 1.

    Als de optie Kopieën insluiten in uitvoer is uitgeschakeld, bevat het gemaakte impositiebestand één kopie voor elke taak en wordt de daadwerkelijke waarde van het kenmerk Kopieën naar de uitvoer gestuurd.

    Ultimate Impostrip®-map

    U kunt de map waar TotalFlow BatchBuilder de taken waarop impositie is toegepast naartoe stuurt een naam geven. De impositie wordt op alle taken van deze batch toegepast. Alle vooraf gedefinieerde imposities voor een afzonderlijke taak worden overschreven.

    Selecteer een hotfolder in de lijst of typ de naam van de hotfolder in. De lijst met hotfolders kan alleen vanuit de toepassing Ultimate Impostrip worden bewerkt. U kunt hotfolders toevoegen of verwijderen met Ultimate Impostrip.

    Klik op , de knop Vernieuwen, als u de lijst met hotfolders wilt vernieuwen.

    Impositiecontrole

    U kunt de impositiecontrole in- of uitschakelen. Klik op de knop Ingeschakeld/ Uitgeschakeld om tussen de status Ingeschakeld en de status Uitgeschakeld te schakelen. Wanneer impositiecontrole is ingeschakeld, wordt de taak vastgehouden en kunt u het bestand waarop impositie is toegepast controleren en goedkeuren voordat u het bestand naar een uitvoer verzendt. De standaardinstelling is Uitgeschakeld.

    Tabblad Bannervellen
    Klik op het selectievakje als u wilt dat de taakbestanden in de uitvoermap van bannervellen worden voorzien.
    Papier
    Als u het selectievakje Bannervellen inschakelt, zijn de vooraf ingestelde instellingen voor Papier beschikbaar. De eigenschappen die hier zijn ingesteld, worden standaardinstellingen voor bannervellen;
    • Laten overeenkomen met taak — hiermee schakelt u de bedieningselementen uit waarmee media worden geconfigureerd. Deze optie gebruikt de standaardinstellingen.
    • Aangepast — met deze optie schakelt u de bedieningselementen in waarmee u media kunt configureren. Elke opgegeven instelling wordt opgenomen in XML-/JDF-/CSV-bestanden van bannervellen.
    Als u de waarde Aangepast selecteert, kunt u een medium in de uitvoerlijst Papiercatalogus invoeren of selecteren. Klik op de knop Papier toevoegen om een papiersoort toe te voegen.
    Papiernaam
    U kunt de naam van het gebruikte papier bewerken. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren. Dit veld is verplicht.
    Product-ID
    U kunt het product-ID bewerken. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren.
    Papiertype
    U kunt de gebruikte papiersoort bewerken of uit een lijst selecteren:
    • Bankpost
    • Offset tekst
    • Voor-/achterblad
    • Label
    • Index
    Papiergewicht
    Het papiergewicht verschilt naar gelang de papiersoort en -formaat. U kunt het papiergewicht bewerken.
    Papierkleur
    U kunt een papierkleur invoeren of vanuit een lijst selecteren.
    Papierafwerking
    U kunt een papierafwerking invoeren of vanuit een lijst selecteren:
    • Ongecoat
    • Gecoat
    • Glanzende afwerking
    • Inkjet afwerking
    • Hoogglans afwerking
    • Matte afwerking
    • Polymeren afwerking
    • Satijnen afwerking
    • Semiglanzende afwerking
    • Zilveren afwerking
    Papierhoogte
    De hoogte van het papier.
    Papierbreedte
    De breedte van het papier.
    Tabblad Batchtickets

    Specificeer of u de batchgegevens en de locatie waar het batchticket naartoe moet worden gestuurd wilt afdrukken. Het systeem genereert een batchticket-bestand met de batchgegevens.

    Batchticketprinter

    Batchtickets naar een printer verzenden
    Selecteer deze optie om het batchticket naar een printer te sturen. Selecteer een printer uit een bestaande lijst met printers die verbonden zijn met de TotalFlow BatchBuilder-server. U kunt ook het aantal af te drukken batchtickets opgeven.
    Batchtickets naar uitvoerapparaat verzenden
    Selecteer deze optie om het batchticket naar het gespecificeerde uitvoerapparaat te sturen. Het batchticket-bestand wordt als eerste taak in de batch geplaatst en het volgordenummer van de taak voor de batchticket is 0. Het batchticket-bestand wordt niet in het venster Batchdetails weergegeven en verschijnt niet als een taak in de gebruikersinterface.
    Papier

    Geef op welke taakeigenschappen u wilt gebruiken voor de batchticketmedia:

    • A4 — Hiervoor worden de standaard media-instellingen gebruikt voor de taakeigenschappen.
    • Aangepast — Hiermee kunt u media-instellingen opgeven voor taakeigenschappen.
        Opmerking:
      • De eerste waarde voor de Papier wordt weergegeven op basis van de installatie-instellingen. A4 wordt weergegeven voor het metrieke stelsel en Letter wordt weergegeven voor het imperiale stelsel.
      Papiernaam
      U kunt de naam van het gebruikte papier bewerken. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren.
      Papiertype
      U kunt de gebruikte papiersoort uit een lijst selecteren:
      • Bankpost
      • Offset tekst
      • Voor-/achterblad
      • Label
      • Index
      Papiergewicht
      Het papiergewicht verschilt naar gelang de papiersoort en -formaat. U kunt het papiergewicht bewerken.
      Papierkleur
      U kunt een papierkleur invoeren of vanuit een lijst selecteren.
      Papierafwerking
      U kunt een papierafwerking invoeren of vanuit een lijst selecteren:
      • Ongecoat
      • Gecoat
      • Glanzende afwerking
      • Inkjet afwerking
      • Hoogglans afwerking
      • Matte afwerking
      • Polymeren afwerking
      • Satijnen afwerking
      • Semiglanzende afwerking
      • Zilveren afwerking
      Papierhoogte
      U kunt de hoogte van het papier opgeven.
      Papierbreedte
      U kunt de breedte van het papier opgeven.

  2. U kunt met een bestaande filter een nieuwe batch aanmaken.

    Selecteer een filter uit het venster Filters. Sleep de filter naar het venster Batches. U kunt ook met de rechtermuisknop op de filter klikken en Batch aanmaken… selecteren.

    U kunt een component van een gecombineerd filter selecteren in het venster Filters, met de rechtermuisknop op het component klikken en dan Batch aanmaken… selecteren. Deze actie maakt een batch aan van het geselecteerde component van de gecombineerde filter. Het systeem maakt ook een batch van elke component die taken bevat die afkomstig zijn uit dezelfde bestelling als het geselecteerde component.

    Als voor de geselecteerde filter een Uitvoerbestemming is ingesteld, wordt automatisch een nieuwe batch aangemaakt en de taken van de filter worden aan de nieuwe batch toegevoegd. Als geen Uitvoerbestemming voor de filter is ingesteld, wordt het venster Nieuwe batch weergegeven en is het veld Uitvoerbestemming indien nodig gemarkeerd. Selecteer een bestemming uit de lijst en klik op OK.

    Opmerking: De nieuwe batch zal de filtereigenschappen automatisch overnemen:
    1. De nieuwe batchnaam gebruikt de naam van de filter.
    2. De filter Uitvoerbestemming, Snelheid, Geschatte uitvoersnelheid en Uitvoeringstijd worden gebruikt voor de eigenschappen van de nieuwe batch.
    3. Als voor de filter sorteercriteria zijn ingesteld, zal de sorteervolgorde van de taken in de filter in de nieuwe batch worden overgenomen. De sorteercriteria worden niet automatisch overgenomen.
  3. U kunt een aantal taken uit een takenlijst selecteren en deze naar de nieuwe batch verplaatsen.

    Selecteer de taken die u naar een nieuwe batch wilt verplaatsen uit een gefilterde lijst met taken. Sleep de taken naar het Batches-venster. De nieuwe batch zal de eigenschappen van de filter laden, inclusief de geselecteerde taken.

      Opmerking:
    1. Als u één of meer taken selecteert, wordt aan de onderkant van het venster een informatiebalk weergegeven. Deze informatie bestaat uit het aantal geselecteerde taken, het aantal vellen, het aantal voet en het aantal impressies van de geselecteerde taken. Als u begint met het slepen en neerzetten, zal het systeem een informatiebalk weergeven met een animatie over het slepen.

      Afhankelijk van uw selectie tijdens de installatie kan het meetstelsel afwijken.

    2. Als de geselecteerde taken in een filter zijn opgenomen, komt de weergegeven informatie overeen met de informatie die is ingesteld op het tabblad Volumeschattingen.

    Om de nieuwe batch aan te maken, klikt u op OK.

    Om het venster Nieuwe batch te sluiten en de ingevoerde gegevens te negeren, klikt u op Annuleren.

  4. U kunt een of meer taken in de takenlijst selecteren.

    Selecteer een of meer taken in de takenlijst, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer een bestaande batch of selecteer Batch Nieuwe batch om een nieuwe batch aan te maken. Er wordt een bevestigingsbericht in het rechtervenster weergegeven om te bevestigen dat de nieuwe batch is aangemaakt.

    Opmerking: Als de geselecteerde taken niet kunnen worden samengevoegd in een batch, is de mogelijkheid om met de rechtermuisknop te klikken uitgeschakeld.