Uitvoermapeigenschappen bewerken
Om de eigenschappen van een uitvoermap te bewerken, kunt u of met de rechtermuisknop op een rij van de uitvoermap klikken en Eigenschappen selecteren, of dubbelklikken op de rij van de hotfolder. Het venster Uitvoer: wordt weergegeven:
U kunt de volgende eigenschappen wijzigen:
- Status
- U kunt op , de knop Ingeschakeld klikken of op , de knop Uitgeschakeld om tussen de twee statussen te schakelen.
- Naam
- U kunt de naam van de uitvoer-hotfolder bewerken.
Tabblad Algemeen
- Beschrijving
- U kunt de korte beschrijving van de uitvoer-hotfolder bewerken.
- Geschatte uitvoersnelheid
- U kunt de uitvoersnelheid van de printer bewerken. Selecteer Voet/uur of Vellen/uur als u de maateenheid wilt veranderen.
Opmerking: Afhankelijk van uw selectie tijdens de installatie kan het meetstelsel afwijken.
- Minimale uitvoeringstijd van taak
- Geef een aantal minuten op als standaard minimale uitvoeringstijd voor elke taak die in de uitvoermap wordt geplaatst. Deze Minimale uitvoeringstijd van taak wordt toegevoegd aan de bestaande uitvoeringstijd voor elke taak uit een filter of batch, waarvoor deze uitvoermap als uitvoerapparaat is opgegeven.
- Wanneer u de totale uitvoeringstijd voor een batch, filter of groep taken wilt vaststellen, wordt de Minimale uitvoeringstijd van taak toegevoegd aan de uitvoeringstijd van elke taak.
- Taakpapier vóór verzending aanpassen
- Geeft aan of de papiereigenschappen van de taak overeen moeten komen met een vermelding uit de papiercatalogus voordat de taak naar het uitvoerapparaat wordt verzonden.
- Selecteer een van de volgende opties:
- Uit
- Selecteer deze optie om de taak naar het uitvoerapparaat te verzenden zonder de papiereigenschappen te wijzigen. Dit is de standaardoptie.
- Aan; gebaseerd op papiercatalogus
- Selecteer deze optie als u de papiereigenschappen van de taak wilt aanpassen, zodat ze overeenkomen met een vermelding uit de papiercatalogus voordat de taak naar het uitvoerapparaat wordt verzonden.
Tabblad Configuratie
- Uitvoertype
- Selecteer het uitvoertype uit de lijst. De volgende waarden zijn beschikbaar:
- PDF/PostScript
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder voor elke taak in de batch een PDF/PostScript-bestand in de uitvoer-hotfolder zet.
- PDF/PostScript en XML
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder een PDF/PostScript-bestand en een XML-bestand in de uitvoermap opslaat voor elke
taak in de batch.
Opmerking: U kunt verschillende locaties voor uitvoer-hotfolders opgeven voor de PDF/PostScript-bestanden en voor de XML-bestanden.
- PDF/PostScript en CSV
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder voor elke taak in de batch een PDF/PostScript-bestand en het gegenereerde CSV-bestand in de uitvoer-hotfolder zet.
- Het XML-voorbeeldbestand is een intern XML-bestand van TotalFlow BatchBuilder dat is geconverteerd naar een CSV-bestand met behulp van een opgegeven toewijzingsbestand.
- Van CSV-uitvoer:
-
Schakel het selectievakje Eerste rij bevat veldnamen in als het CSV-bestand veldnamen moet bevatten.
-
Schakel het selectievakje Eén CSV per batch in als u één CSV-bestand wilt genereren voor alle taken in de batch.
-
- TotalFlow MIME
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder voor elke taak in de batch een MIME-pakket (Multipurpose Internet Mail Extensions)
in de uitvoer-hotfolder zet. Het MIME-pakket bevat een JMF-bestand, een JDF-bestand
en het taakbestand. Het TotalFlow BatchBuilder-systeem genereert het JDF-bestand met een intern XSL-toewijzingsbestand.
Het MIME-pakket heeft dezelfde bestandsnaam als het taakbestand.
- PDF/PostScript- en RPD-lijstbestand
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder behalve de PDF-bestanden voor de taken in de batch, ook een RICOH ProcessDirector-lijstbestand maakt. Het RICOH ProcessDirector-lijstbestand is een tekstbestand die de geordende lijst met bestandsnamen van de batch weergeeft. Het RICOH ProcessDirector-lijstbestand wordt op de laatste positie in de uitvoer-hotfolder geplaatst.
- JMF via HTTP
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder een MIME-pakket naar een virtuele printer verzendt. Voor elke taak in de uitvoermap wordt een JMF-bestand verzonden via een HTTP-protocol. U moet de URL en de naam van de virtuele printer opgeven. Het MIME-pakket bevat een JMF-bericht, een JDF-bestand en een PDF-taakbestand. TotalFlow BatchBuilder converteert de taakinstellingen naar het JDF-bestand via het opgegeven toewijzingsbestand.
- TotalFlow JMF via HTTP
- Selecteer deze optie als u wilt dat TotalFlow BatchBuilder een MIME-pakket naar een virtuele printer verzendt. Voor elke taak in de uitvoermap wordt een JMF-bestand verzonden via een HTTP-protocol. U moet de URL en de naam van de virtuele printer opgeven. Het MIME-pakket bevat een JMF-bericht, een JDF-bestand en een PDF-taakbestand. TotalFlow BatchBuilder converteert de taakinstellingen naar het JDF-bestand via de JTAPI-bibliotheek van Ricoh.
- Toewijzingsbestand
- U kunt XSL-toewijzingsbestanden gebruiken om in TotalFlow BatchBuilder uitvoerapparaten zodanig te configureren dat er verschillende XML-bestanden worden gegenereerd op basis van het TotalFlow BatchBuilder-schema. Door gebruik te maken van het XSL-toewijzingsbestand wordt de uitvoer-hotfolder geconfigureerd om een XML-bestand aan te maken op basis van uw standaard doelschema. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het uitvoertype PDF/PostScript en XML, TotalFlow MIME of JMF via HTTP is.
- Het XSLT-conversieproces gebruikt het interne schema van TotalFlow BatchBuilder als invoer om een XML-uitvoer voor een taak aan te maken.
Wanneer het geselecteerde uitvoertype TotalFlow MIME of JMF via HTTP is, is het standaard XSL-toewijzingsbestand
TotalFlow JTAPI.xsl
. - Extensie van XML-uitvoerbestand
- Specificeer het type extensie voor het gegenereerde XML-uitvoerbestand. Als het geselecteerde
uitvoertype PDF/PostScript en XML is, kunt u de extensie voor het XML-uitvoerbestand instellen.
Belangrijk: Controleer of de gespecificeerde extensie van het XML-bestand afwijkt van die van de overeenkomstige bestandsextensie van de taak.
- MIME-bestandsextensie
- Geef het type extensie op voor het gegenereerde MIME-uitvoerpakketbestand. Wanneer
het geselecteerde uitvoertype TotalFlow MIME is, kunt u de extensie voor het MIME-uitvoerpakketbestand instellen. De standaard
bestandsextensie is
.mjm
. - Uitvoerlocatie (mappad)
- Voer het pad in of klik op Bladeren… om de maplocatie te selecteren. Als de gespecificeerde map niet bestaat, wordt een
nieuwe map aangemaakt.
Om handmatig een bestaande map te selecteren of een nieuwe map aan te maken, klikt u op Bladeren…. Het dialoogvenster Batchsysteemmap wordt weergegeven.
Navigeer door de bestaande lokale of externe stations, selecteer de map die u wilt gebruiken en klik vervolgens op Selecteren.
Om een nieuwe map aan te maken, klikt u in de menubalk op Nieuwe map….
Om de naam van een bestaande map te bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de map en selecteert u Mapnaam bewerken.
Om een bestaande map te verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op de map en selecteert u Verwijderen….
Opmerking: U kunt mappen verslepen om de volgorde te wijzigen of om ze te verplaatsen van de ene naar de andere bovenliggende map. U kunt alleen lege mappen slepen en neerzetten en alleen binnen hetzelfde netwerkstation.Om een nieuwe netwerklocatie toe te voegen, klikt u op Netwerkstation toewijzen… in de menubalk. Het dialoogvenster Nieuw toegewezen netwerkstation verschijnt.
Selecteer de Stationsletter uit de lijst en voer het pad voor de map in in het Map-veld. U heeft de mogelijkheid om een gebruikersnaam en een wachtwoord in te voeren. Klik op OK. Een bevestigingsmelding wordt weergegeven en het nieuwe station wordt aan de lijst toegevoegd.
Als u een bestaande toegewezen netwerklocatie wilt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op het netwerkstation dat u wilt aanpassen en selecteert u Toegewezen netwerkstation bewerken…. Het dialoogvenster voor de stationkeuze verschijnt.
U kunt de letteraanduiding van het station en de naam van het pad bewerken. Om de wijzigingen op te slaan, voert u nogmaals het wachtwoord in en klikt u opOK. Het systeem toont een bevestigingsmelding als de wijzigingen zijn opgeslagen.
Als u de verbinding met een toegewezen netwerklocatie wilt verbreken:
- Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstation en selecteer Toegewezen netwerkstation bewerken…. Het dialoogvenster Station: "{0}" opent.
- Klik op Verbinding verbreken. U kunt ook met de rechtermuisknop op het netwerkstation klikken en Verbinding verbreken selecteren.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
- Klik op Ja om de verbinding met het station te verbreken of klik op Nee om de actie de annuleren.
-
Opmerking: Als het geselecteerde uitvoertype PDF/PostScript en XML is, kunt u verschillende locaties opgeven voor de PDF-bestanden en de XML-bestanden.
- Uitvoerlocatie (XML-bestanden)
- Voer het pad in of klik op Bladeren… om de locatie van de uitvoer-hotfolder voor de XML-bestanden te selecteren.
- Uitvoerlocatie (PDF-bestanden)
- Selecteer de optie Gebruik zelfde locatie als XML als u voor XML-bestanden en PDF-bestanden dezelfde uitvoer-hotfolder locatie wilt gebruiken.
- Uitvoerlocatie
- Voer het pad in of klik op Bladeren… om de locatie van de uitvoer-hotfolder voor de PDF-bestanden te selecteren.
- Locatie van het PDF-bestand om te specificeren in het XML-bestand
- Wanneer de PDF- en XML-bestanden in afwijkende uitvoer-hotfolder locaties worden geplaatst, moet u het pad naar de PDF-bestanden opgeven.
- Het opgegeven pad wordt gebruikt als bestandsreferentie naar het PDF-taakbestand in het overeenkomende XML-bestand.
Belangrijk: Als u een netwerkstation met een alleen-lezen hoofdmap toewijst, zorg er dan voor dat de opgegeven locatie op het geselecteerde netwerkstation schrijftoegang heeft. - Doelapparaat
- Als het geselecteerde uitvoertype JMF via HTTP of TotalFlow JMF via HTTP is, moet u de naam opgeven van het apparaat waarnaar u het JMF-bestand wilt verzenden of het apparaat selecteren uit een lijst met beschikbare apparaten. Onder apparaat wordt elke (virtuele) printer of elk invoerapparaat verstaan die of dat het JMF via HTTP- en TotalFlow JMF via HTTPprotocol ondersteunt.
- Doel-URL
- Als het geselecteerde uitvoertype JMF via HTTP of TotalFlow JMF via HTTP is, moet u het adres opgeven van de server waarnaar u het JMF-bestand via HTTP wilt verzenden.
- Afhankelijk van de server kan de URL afwijken. Lees de specifieke documentatie over het JMF via HTTP- of het TotalFlow JMF via HTTP-protocol van elke server om het exacte pad voor de server te achterhalen.
-
Voorbeelden
- Voor het Ricoh TotalFlow Path kan de URL
http://<ServerHostAddress>:28464/<suffix>
zijn, waarbij <ServerHostAddress> de hostnaam of het IP-adres is van de computer waarop de virtuele printer zich bevindt ensuffix
het pad is dat in de JMF-invoerextensie is geconfigureerd. - Voor RICOH ProcessDirector kunt u de volgende URL gebruiken:
http://<HostAdresServer>:15080/aiwservices/v1/jmf
waarbij <HostAdresServer> de hostnaam of het IP-adres is van de computer waarop de virtuele printer zich bevindt.Opmerking: Zorg ervoor dat het apparaat waar u de taken naar wilt verzenden JDF-invoer ondersteunt. - Voor RICOH TotalFlow Production Manager kunt u de volgende URL gebruiken:
http://<ServerHostAddress>:15080/aiwservices/v2/jmf
, waar <ServerHostAddress> de hostnaam of het IP-adres is van de computer waar de virtuele printer zich bevindt. - Voor een aantal RICOH TotalFlow Print Server-printers kunt u de volgende URL gebruiken:
http://<ServerHostAddress>/webJmf/Device1
waarbij het doelapparaat een virtuele printer is en waarbij <ServerHostAddress> de hostnaam of het IP-adres is van de computer waarop de virtuele printer zich bevindt. - Voor een aantal printers met EFI Fiery-controllers kunt u de volgende URL gebruiken:
http://<ServerHostAddress>:8010/
waarbij het doelapparaat een virtuele printer is en waarbij <ServerHostAddress> de hostnaam of het IP-adres is van de computer waarop de virtuele printer zich bevindt.
- Voor het Ricoh TotalFlow Path kan de URL
- Taakstatus
- Selecteer een van de volgende opties:
- Alleen automatische antwoorden: Het TotalFlow BatchBuilder-systeem ontvangt de status van de afdruktaak automatisch van de printer.
- Automatische antwoorden en pollen voor taakstatus: Als een printer niet automatisch de status van de afdruktaak retourneert, kunt u deze optie gebruiken om Taakstatus-informatie rechtstreeks bij de printer op te vragen. Afhankelijk van de ontvangen Taakstatus-informatie werkt de TotalFlow BatchBuilder de status van de taak bij naar Afgedrukt of Uitvoerfout.
- Testverbinding
- Als het geselecteerde uitvoertype JMF via HTTP of TotalFlow JMF via HTTP is, kunt u op Nu testen klikken om te verifiëren of de server waarnaar u het JMF-bestand wilt verzenden,
beschikbaar is of of de opgegeven virtuele printer geldig is.
Opmerking: Het verzenden van taken naar het apparaat kan mislukken, ook als de verbindingstest is geslaagd. Dit is vaak afhankelijk van het protocol dat op het apparaat is geïmplementeerd. Controleer de configuratie van het apparaat en dien de taak opnieuw in.
Het tabblad Papiercatalogus
In het dialoogvenster Papiercatalogus kunt u handmatig een papiercatalogus vanuit één uitvoer in een andere importeren. Om een papiercatalogus te importeren, klikt u op de knop Papier importeren. Het dialoogvenster Papier importeren wordt weergegeven.
- Uitvoer:
- Blader door de lijst en selecteer de papiercatalogus van een uitvoer in het systeem. De papiersoorten die worden weergegeven in de uitvoer zijn standaard geselecteerd. Wis de papiersoorten die u niet wilt importeren.
- Klik op OK. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven met het aantal geïmporteerde papiersoorten.
U kunt een mediacatalogus handmatig invoeren in TotalFlow BatchBuilder, die kan worden geselecteerd voor taken, batchtickets en bannervellen. Als u eigenschappen wilt bewerken of een papiersoort wilt dupliceren of verwijderen, selecteert u één papiersoort in de lijst en klikt u met de rechtermuisknop. Klik op de knop Papier toevoegen om een nieuwe papiersoort toe te voegen. Het dialoogvenster Papier toevoegen wordt weergegeven met de volgende opties:
- Papiernaam
- U kunt de naam van het gebruikte papier bewerken. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren. Dit veld is verplicht.
- Product-ID
- U kunt het product-ID bewerken. U kunt een tekenreeks van maximaal 256 tekens invoeren.
- Papiertype
- U kunt de gebruikte papiersoort bewerken of uit een lijst selecteren:
- Bankpost
- Offset tekst
- Voor-/achterblad
- Label
- Index
- Papiergewicht
- Het papiergewicht verschilt naar gelang de papiersoort en -formaat. U kunt het papiergewicht bewerken.
- Papierkleur
- U kunt een papierkleur invoeren of vanuit een lijst selecteren.
- Papierafwerking
- U kunt een papierafwerking invoeren of vanuit een lijst selecteren:
- Ongecoat
- Gecoat
- Glanzende afwerking
- Inkjet afwerking
- Hoogglans afwerking
- Matte afwerking
- Polymeren afwerking
- Satijnen afwerking
- Semiglanzende afwerking
- Zilveren afwerking
- Papierbreedte
- De breedte van het papier.
- Papierhoogte
- De hoogte van het papier.
- Opmerking:
-
In de kolom Invoertype staat ofwel de Lokaal papier of de Papiercatalogus van JMF via HTTP en TotalFlow JMF via HTTP. U kunt een Lokaal papier bewerken, dupliceren of verwijderen. U kunt een papiersoort dupliceren die is ontvangen via JMF via HTTP en TotalFlow JMF via HTTP Papiercatalogus. Het gedupliceerde papier wordt aangemaakt als Lokaal papier. Het systeem toont de knop Papier bijwerken op het tabblad Papiercatalogus alleen voor printers met de optie JMF via HTTP en TotalFlow JMF via HTTP.
-
Het systeem vernieuwt de Papiercatalogus eenmaal per dag. Als de printer offline is terwijl TotalFlow BatchBuilder de papiercatalogus automatisch wordt vernieuwd, wordt de bestaande catalogus niet gewijzigd. Wanneer er een nieuwe of bewerkte JMF wordt gedefinieerd, werkt het systeem de papiercatalogus automatisch bij, meteen nadat de uitvoer is opgeslagen. De papiercatalogus wordt alleen automatisch vernieuwd als en nadat u op de knop Papier importeren heeft geklikt.
Tabblad Opdrachten
U kunt een of meer aangepaste opdrachten aanmaken met behulp van batch-, bestellings-
of taakkenmerken. Het TotalFlow BatchBuilder-systeem maakt een .bat
-bestand aan dat de opgegeven opdrachten bevat. Wanneer een batch naar de uitvoer
wordt verzonden, worden de afdrukbestanden, de bannervellen, de batchtickets en de
XML
-bestanden naar de uitvoermap gekopieerd. Vervolgens worden de opdrachten uitgevoerd.
- Opdrachttime-out
- Geef het aantal minuten op waarmee TotalFlow BatchBuilder moet wachten voordat een time-out voor de opdracht optreedt en het proces moet worden beëindigd. Wanneer een time-out voor een opdracht optreedt, wordt de taakstatus ingesteld op Uitvoerfout en wordt een waarschuwing verzonden.
- Opdrachtveld
- Voer een of meer opdrachten in, gescheiden door regeleindes. In de syntaxis van elke
opdracht kunt u de eigenschappen voor batches, bestellingen of taken opgeven met behulp
van deze variabelen:
${batch.[propName]}
,${order.[propName]}
,${job.[propName]}
. - Kenmerken invoegen
- U kunt taakkenmerken, batchkenmerken of bestellingskenmerken toevoegen aan de aangepaste opdrachtsyntaxis. Selecteer in de beschikbare lijsten met kenmerken de waarden die u wilt invoegen.
- Opmerking:
- Wanneer u een batch met de status Verzonden annuleert en er nog opdrachten worden uitgevoerd, worden de processen door het TotalFlow BatchBuilder-systeem beëindigd.
- Zorg ervoor dat de opgegeven aangepaste opdrachten de juiste indeling hebben. Het TotalFlow BatchBuilder-systeem verzendt een waarschuwing als er een fout optreedt.
Tabblad Bannervellen
- Bannervellen
- Schakel het selectievakje Eerste vel en/of Laatste vel in als u wilt dat de taakbestanden in de uitvoermap van bannervellen worden voorzien.
- Bestandsverwerking
- Schakel het selectievakje in als u de bannervellen in het PDF-taakbestand wilt invoegen.
- Vellocatie van bannerinhoud
- Geef de locatie op van de inhoud op het bannervel. U kunt één van de volgende opties selecteren: Voorzijde, Achterzijde , of Voor- en achterzijde
- Bannerinhoudpagina
- Geef de locatie op van de pagina met de bannerinhoud. U kunt één van de volgende opties selecteren: Eerste vel of Laatste vel.
- Papier
- Als u het selectievakje Bannervellen inschakelt, zijn de vooraf ingestelde instellingen voor Papier beschikbaar. De eigenschappen die hier zijn ingesteld, worden standaardinstellingen
voor bannervellen;
- Laten overeenkomen met taak — hiermee schakelt u de bedieningselementen uit waarmee media worden geconfigureerd. Deze optie gebruikt de standaardinstellingen.
- Aangepast — met deze optie schakelt u de bedieningselementen in waarmee u media kunt configureren. Elke opgegeven instelling wordt opgenomen in XML-/JDF-/CSV-bestanden van bannervellen.
- Als u de waarde Aangepast selecteert, kunt u een medium in de uitvoerlijst Papiercatalogus invoeren of selecteren. Klik op de knop Papier toevoegen om een papiersoort toe te voegen.
- Kleur van marge/vel
- Schakel het selectievakje in als u kleur wilt afdrukken op de velranden van het document.
Selecteer de Kleurlocatie;
- Gehele vel — past de kleur op het hele vel toe.
- Vanaf rand van vel — specificeer de afstand vanaf de rand van het vel waar u de kleur wilt toepassen.
- Aangepaste kleuren
- U kunt afhankelijk van de taakeigenschappen aangepaste randen/vellen instellen. Klik op een willekeurige kleurenrechthoek om de gewenste kleur te selecteren. De kleurenkiezer wordt geopend. Klik op een van de zijden op het scherm om de kleurenkiezer te sluiten.
U configureert als volgt de criteria voor het bannervel:
- Selecteer het type kenmerk uit de eerste lijst.
- Uit de tweede lijst selecteert u een van deze operators:
- Is
- Is niet
- Tussen
- Groter dan
- Kleiner dan
- Groter dan of gelijk
- Kleiner dan of gelijk
- Selecteer of voer een waarde in voor het gespecificeerde kenmerktype om de criteria te voltooien.
Geef een percentagewaarde tussen 0 en 100 op voor elke kleur uit het CMYK-kleurmodel:
- C — cyaan
- M — magenta
- Y — geel
- K — toets (zwart)
Voorvertoning kleur geeft de kleur weer die met de opgegeven CMYK-waarden is aangemaakt.
Tabblad Batchtickets
Specificeer of u de batchgegevens en de locatie waar het batchticket naartoe moet worden gestuurd wilt afdrukken. Het systeem genereert een batchticket-bestand met de batchgegevens.
Batchticketprinter | ||
---|---|---|
Batchtickets naar een printer verzenden | Selecteer deze optie om het batchticket naar een printer te sturen. Selecteer een printer uit een bestaande lijst met printers die verbonden zijn met de TotalFlow BatchBuilder-server. U kunt ook het aantal af te drukken batchtickets opgeven. | |
Batchtickets naar uitvoerapparaat verzenden | Selecteer deze optie om het batchticket naar het gespecificeerde uitvoerapparaat te sturen. Het batchticket-bestand wordt als eerste taak in de batch geplaatst en het volgordenummer van de taak voor de batchticket is 0. Het batchticket-bestand wordt niet in het venster Batchdetails weergegeven en verschijnt niet als een taak in de gebruikersinterface. | Papier Geef op welke taakeigenschappen u wilt gebruiken voor de batchticketmedia:
|
Om de gewijzigde eigenschappen op te slaan, klikt u op OK. Als u het venster Uitvoer: wilt sluiten en de wijzigingen wilt negeren, klikt u op Annuleren.
Voor het verwijderen van de hotfolder, klikt u op Verwijderen. Voor meer informatie, zie Eén of meer uitvoermappen verwijderen.