De functie Impositie

U kunt impositie toepassen op taken in het TotalFlow BatchBuilder-systeem met behulp van de toepassing Ultimate Impostrip®.

Zie Ultimate Impostrip® configureren om met TotalFlow BatchBuilder te verbinden voor informatie over het configureren van Ultimate Impostrip® om verbinding te maken met TotalFlow BatchBuilder.

Ultimate Impostrip®
U kunt impositie in- of uitschakelen in het TotalFlow BatchBuilder-systeem door op de knop Ingeschakeld/ Uitgeschakeld te klikken.
Toewijzing
Toewijzing van BatchBuilder naar Impostrip (wanneer Impostrip® op afstand is)
Als Ultimate Impostrip® op een andere machine is geïnstalleerd dan de TotalFlow BatchBuilder-server, moet u de bestandstoewijzing configureren. Dit stelt TotalFlow BatchBuilder ertoe in staat op externe locaties naar Ultimate Impostrip®-mappen te zoeken.
Opmerking: Als de TotalFlow BatchBuilder-server en Ultimate Impostrip® op hetzelfde apparaat zijn geïnstalleerd, klikt u op Co-locatie. De regels voor bestandstoewijzing worden automatisch toegepast

Voor betere prestaties wordt u aangeraden Ultimate Impostrip® en TotalFlow BatchBuilder op verschillende servers te installeren.

Ultimate Impostrip® versie

Selecteer de Ultimate Impostrip®-versie die u wilt gebruiken.

De velden Serveradres en Poort zijn beschikbaar als u 2019 1.0 of nieuwer (nieuwe generatie) gebruikt. Voer de hostnaam of het IP-adres en de poort van de Ultimate Impostrip®-server in.

Ultimate Impostrip®-hoofdmap (mappad) is beschikbaar wanneer u 10 of ouder (verouderde versie) gebruikt.

Voer het bestandspad in of klik op Bladeren… en selecteer de map waar Ultimate Impostrip® is geïnstalleerd.

Toewijzingen tussen Ultimate Impostrip® en BatchBuilder
Voor ieder bestand moet u de corresponderende lokale en externe maplocaties opgeven voor de TotalFlow BatchBuilder-server en de Ultimate Impostrip®-server.
  • XML-ticket: Geef het bestandspad op waar TotalFlow BatchBuilder het gegenereerde XML-ticketbestand opslaat. Het TotalFlow BatchBuilder-systeem genereert een XML-ticketbestand voor elk PDF-taakbestand dat wordt verzonden voor impositie.
  • Bestandscontrolelogboek: Geef het bestandspad op waar TotalFlow BatchBuilder zoekt naar het bestandscontrolelogboek dat door Ultimate Impostrip® voor elk PDF-taakbestand wordt gegenereerd.
  • Foutlogboek: Geef het bestandspad op waar TotalFlow BatchBuilder zoekt naar het foutenlogboek dat door Ultimate Impostrip® voor elk PDF-taakbestand wordt gegenereerd.
  • PDF waarop impositite moet worden toegepast: Geef het bestandspad op waar TotalFlow BatchBuilder het PDF-taakbestand opslaat dat wordt verzonden voor impositie.
  • PDF waarop impositie is toegepast: Geef het bestandspad op waar TotalFlow BatchBuilder zoekt naar het PDF-taakbestand waarop impositie is toegepast en dat door Ultimate Impostrip® is gegenereerd.

Geef in het veld BatchBuilder-locatie het lokale bestandspad op waaraan de map met de Impostrip®-serverlocatie is toegewezen of klik op Bladeren… en wijs voor ieder bestand handmatig de externe maplocatie toe.

Geef in het veld Impostrip®-serverlocatie het bestandspad op voor iedere map van het systeem waarop Ultimate Impostrip® is geïnstalleerd. De informatie over de Impostrip®-serverlocatie voor de mappen van het XML-ticket, het Bestandscontrolelogboek en het Foutlogboek wordt automatisch verkregen van de Ultimate Impostrip®-server.

Timer
Impositietimer
U kunt een timer instellen voor batches die voor impositie zijn verzonden door het aantal uren en minuten op te geven. Als de tijd verstrijkt voordat de impositie is voltooid, wordt de batch ingesteld op de status Impositiefout. De impositie gaat door totdat het proces voltooid is. Als de timer niet is ingesteld, is er geen tijdslimiet voor de batchimpositie.
Filters

U kunt impositiefilters aanmaken voor het verwerken van taken die via invoeren of handmatige verzending binnenkomen. Alleen taken die niet over het opgegeven taakkenmerk Ultimate Impostrip®-map beschikken, worden door impositiefilters verwerkt.

Uitsluitingsfilters voor impositie
U kunt maximaal 20 Uitsluitingsfilters voor impositie aanmaken. Wanneer een nieuwe taak wordt ontvangen, controleert het TotalFlow BatchBuilder-systeem of de taak met één van de bestaande Uitsluitingsfilters voor impositie overeenkomt. Als de taak overeenkomt met een Uitsluitingsfilters voor impositie, wordt de instelling voor de Impostrip-impositiemap ingesteld op Geen impositie toepassen.
Impositiefilters
U kunt maximaal 20 Impositiefilters aanmaken. Als een nieuwe taak wordt ontvangen die niet met één van de Uitsluitingsfilters voor impositie overeenkomt, controleert het TotalFlow BatchBuilder-systeem of de taak met één van de bestaande Impositiefilters overeenkomt.

U kunt nieuwe impositiefilters toevoegen of u kunt er een paar verwijderen. Klik op , de knop Filter toevoegen, om een nieuwe impositiefilter toe te voegen. Klik op , de knop Filter verwijderen, om een impositiefilter in de lijst te verwijderen.

Klik op Bewerken om de eigenschappen van de impositiefilter te configureren. Het dialoogvenster Impositiefilters wordt weergegeven:

Filternaam
U kunt een filternaam opgeven.
Beschrijving
U kunt een beschrijving voor de filter opgeven.

In het tabblad Taakeigenschappen kunt u specifieke taakkenmerken opgeven die worden gebruikt om binnenkomende taken te selecteren.

Overeenkomst
Selecteer een van de volgende opties:
  • Alle kenmerken ("en" logisch)
  • Ieder kenmerk ("of" logisch)

Als u Alle kenmerken ("en" logisch) selecteert, selecteer de filter de taken die overeenkomen met alle kenmerken die zijn ingesteld in het tabblad Taakeigenschappen. Als u Ieder kenmerk ("of" logisch) selecteer, selecteert de filter elke taak die met minstens één van de opgegeven kenmerken overeenkomt.

U configureert als volgt de criteria voor de filter:

  1. Selecteer het type kenmerk uit de eerste lijst.
  2. Uit de tweede lijst selecteert u een operator.
  3. Voer een waarde voor het geselecteerde kenmerktype in om de criteria af te ronden.

Selecteer één of meerdere kenmerken als criteria voor de filter. Om een nieuw kenmerk toe te voegen, klikt u op , de knop Criteria toevoegen. Klik op , de knop Criteria verwijderen, als u een kenmerk uit de componentcriteria wilt verwijderen.

Als u de taken op basis van een specifieke datum en tijd wilt filteren, selecteert u het kenmerk Vervaldatum uit de eerste lijst. Selecteer Is of Kleiner dan of gelijk als operator uit een tweede lijst.

Opmerking: Als u Is als operator selecteert, kunt u de dag alleen instellen als de gespecificeerde waarde.

Ga als volgt te werk om specifieke waarden voor de datum en tijd in te stellen:

  1. Klik op , de knop Kalender. Het dialoogvenster Vervalt verschijnt. Selecteer één van de beschikbare opties of typ een datum en tijd in om in te stellen wanneer de bestelling moet worden geleverd.

    Opmerking: De opgegeven waarde vertegenwoordigt een specifieke datum en wordt niet elke week herhaald.
  2. Klik op OK.

Op het tabblad Impositie kunt u opgeven welke papierkenmerken voor de binnenkomende taken moeten worden gebruikt. De impositie-instellingen worden toegepast wanneer de taken de uitvoerbestemming bereiken.

Ultimate Impostrip®-map

U kunt de map waar TotalFlow BatchBuilder de taken waarop impositie is toegepast naartoe stuurt een naam geven. De impositie wordt op alle taken toegepast als er een batch van deze filter wordt aangemaakt.

Selecteer een hotfolder uit de lijst of typ de naam van de hotfolder. De lijst met hotfolders kan alleen vanuit de toepassing Ultimate Impostrip® worden bewerkt. U kunt hotfolders toevoegen of verwijderen met Ultimate Impostrip®.

Opmerking: Als u Ultimate Impostrip®-map lokaal configureert, moet u het pad niet opslaan in Programmabestanden.
Pagina's per zijde

Het aantal pagina's per zijde van een vel papier. Geef het aantal pagina's per zijde op. Dit veld is verplicht.

Impositie
Geef het impositietype op dat u op elke taak wilt toepassen. Selecteer een van de bestaande waarden in de lijst of voer een aangepaste waarde in.

Tabblad Aangepaste eigenschappen

U kunt voor elk PDF-taakbestand dat voor impositie wordt verzonden, taakeigenschappen toevoegen aan het overeenkomstige XML-ticketbestand. De TotalFlow BatchBuilder-taakgegevens worden naar Ultimate Impostrip® geëxporteerd en worden als aangepaste gegevensvelden gebruikt. Zie de documentatie bij Ultimate Impostrip® voor meer informatie.

Klik op , de knop Eigenschap toevoegen, als u een eigenschap aan de lijst wilt toevoegen. Klik op , de knop Eigenschap verwijderen, als u een eigenschap uit de lijst wilt verwijderen.