Venster Aangepaste statussen

U kunt aangepaste statussen definiëren voor een verzonden taak.

In het venster Aangepaste statussen kunt u aangepaste statussen voor de taken in uw systeem aanmaken en bewerken. De status wordt als een kolomtitel weergegeven in het venster Taken en als een bewerkbaar kenmerk in het venster Taak.

U kunt maximaal 20 aangepaste statussen aanmaken. Om een nieuwe aangepaste status toe te voegen, klikt u op , de knop Status toevoegen. Om een aangepaste status te verwijderen, klikt u op , de knop Status verwijderen.

    Opmerking:
  • U kunt alleen aangepaste statussen selecteren voor taken die zijn verzonden.

Om de aangepaste wijzigingen op te slaan, klikt u op OK.

Om de ingevoerde gegevens te negeren, klikt u op Annuleren.