Afbeeldingen kunnen worden gepositioneerd door coördinaten in te voeren in de invoervelden
x en y op de werkbalk of door de afbeelding handmatig op de pagina te verplaatsen.
De bestandsindelingen PNG en TIFF ondersteunen transparantie. Als u een transparant
PNG- of TIFF-bestand opent in de werkruimte, verschijnt er een transparantietool op
de werkbalk.