Automatische uitlijning gebruiken

U kunt als volgt automatische uitlijning gebruiken:
  1. Klik aan de rechterkant van het instellingengebied op Opruiming.
  2. Klik Opruiming op het paneel Uitlijnen.
    Paneel Uitlijnen
    Opmerking: In Modus Bewerken, Lichttafel of Lichttafel spiegelen verschijnt een dradenkruis in de werkruimte om het referentiepunt op de pagina aan te geven. Klik en sleep het dradenkruis om de locatie van het referentiepunt te wijzigen.
    Dradenkruis referentiepunt
  3. Onder Pagina's selecteert u Alle geldige pagina's, Actieve pagina, Geselecteerde geldige pagina's of Geldige pagina's in stapel op lichttafel.
    • Met Alle geldige pagina's past u de wijzigingen in de uitlijning toe op alle geldige pagina's in de taak.
    • Met Actieve pagina past u de wijzigingen in de uitlijning toe op de actieve pagina. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt de actieve pagina in het blauw gemarkeerd.
    • Met Geselecteerde geldige pagina's past u de wijzigingen in de uitlijning toe op alle geldige pagina's die in de paginalijst zijn geselecteerd. Dit is de standaardinstelling.
    • Met Geldige pagina's in stapel op lichttafel past u de wijzigingen in de uitlijning toe op alle geldige pagina's in de lichttafelstack.
  4. Bij Positie klikt u op Automatisch.
  5. Geef onder Uitlijnen met een referentiepunt voor de uitlijning op.
    Het standaard referentiepunt bevindt zich links bovenin de pagina.
  6. Gebruik de velden Van links en Van boven om specifieke afstanden vanaf het referentiepunt in te voeren.
  7. Als u het referentiepunt op de achterzijde wilt uitlijnen met het referentiepunt op de voorzijde, vinkt u het selectievakje Spiegelen aan.
    Als het selectievakje Spiegelen niet is aangevinkt, wordt het referentiepunt van de achterzijde niet uitgelijnd met de voorzijde.
    • Dit is een voorbeeld waarbij het selectievakje Spiegelen is aangevinkt.
      Optie Spiegelen geselecteerd
    • Dit is een voorbeeld waarbij het selectievakje Spiegelen niet is aangevinkt.
      Optie Spiegelen niet geselecteerd
  8. Als u een pagina heeft met marges die u op andere pagina's wilt toepassen, vinkt u het selectievakje Marges voor verwijzingspagina's gebruiken aan en voert u het nummer in van de pagina die u als referentie wilt gebruiken.
      Opmerking:
    • Wanneer u het selectievakje Marges voor verwijzingspagina's gebruiken aanvinkt, detecteert de uitlijningsfunctie inhoud op de referentiepagina, niet op de actieve pagina.
    • Als de referentiepagina geen inhoud bevat, wordt een foutmelding weergegeven en wordt het vinkje in het selectievakje Marges voor verwijzingspagina's gebruiken automatisch verwijderd.
  9. Onder Detectiesterkte van inhoud selecteert u Grof (tekst, sneller) of Fijn (afbeelding, langzamer).
  10. Klik op Toepassen.

Klik voor meer details over een bepaalde instelling op de knop Help om de help voor het veld op het scherm weer te geven.