De afwerkingsopties wijzigen

In deze sectie leest u hoe u de instellingen voor het afwerken van een taak kunt bekijken en bewerken.

Ga als volgt te werk om de afwerkingsopties te wijzigen:

De niet- en inbindmethoden instellen
U kunt selecteren hoe u de pagina's in de taak wilt nieten of inbinden.
De perforatiemethode selecteren
U kunt de perforatiemethode voor de taak selecteren.
De vouwmethode selecteren
U kunt opgeven hoe de taak of grote vellen in de taak moeten worden gevouwen.
De uitvoerlade wijzigen
U kunt selecteren welke lade u wilt gebruiken voor de afgewerkte uitvoer.
De lade voor ongebruikte tabbladen selecteren
U kunt selecteren in welke lade de ongebruikte tabbladen moeten worden afgeleverd.
De taakexemplaren samenvoegen
Bepaalt hoe de kopieën van de taak gestapeld worden.
De taakexemplaren uitwerpen
Geeft aan of de uitvoer met de afdrukzijde omhoog of omlaag wordt uitgeworpen in de uitvoerlade.
De methode voor perforeren selecteren
U kunt perforatielijnen in het vel maken.
De methode voor rillen selecteren
U kunt rillen in het vel maken.
Afdrukken tot maximaal afdrukbaar gebied
U kunt het maximale beschikbare papieroppervlak voor het afdrukken gebruiken.