Objecten verwijderen

Beheerders kunnen een workflow, printer, printergroep, papier, gebruiker, activiteit, taak of rapport die niet langer nodig is verwijderen. Operators kunnen taken verwijderen.

Controleer voordat u een workflow verwijdert of alle taken die bij de workflow zijn ingediend, zijn verwijderd. Zelfs wanneer een taak al naar de printer is gestuurd, is het niet mogelijk de workflow te verwijderen zolang die zich nog in het systeem bevindt. Als u een workflow verwijdert waaraan een hotfolder is gekoppeld, zal deze ook worden verwijderd. De hotfolder blijft wel op de server staan. Als zich invoerbestanden in de hot folder bevinden, wordt de hot folder niet verwijderd.

Controleer het volgende voordat u een printer of printerpool verwijdert:

  • Er zijn geen taken naar de printer of printerpool gestuurd.
  • Geen van de standaardinstellingen of overschrijvingswaarden van de taakeigenschappen voor de workflow duiden de printer of printergroep aan als Aangevraagde printer.

    Belangrijk:
  1. Als u een printer verwijdert, wordt de printer van het systeem verwijderd. Nieuwe taken mogen niet langer om die printer vragen. TotalFlow Production Manager wijzigt de waarde van de aangevraagde printereigenschap voor een bestaande taak die om de printer vraagt in 'Niet ingesteld'.
  2. Als u een printer die deel uitmaakt van een printerpool verwijdert, wordt de desbetreffende printer uit de pool verwijderd.
  3. Als u een printergroep verwijdert, worden de gekoppelde printers niet verwijderd.

Voordat u papier gaat verwijderen, dient u te controleren of het papier niet is opgegeven in de papiertoewijzing of in een papierwijziging voor een printer.

Taken die zijn toegewezen op basis van een papierwijziging worden in niet-toegewezen veranderd of worden aan een andere printer toegewezen.

Als u een taak verwijdert, wordt de verwerking van alle overige taken stopgezet en de taak van het systeem verwijderd. Taken kunnen altijd en in elke status worden verwijderd, behalve in de status Bezig met verwerken.

Als u een taak verwijdert, worden de taak en de bijbehorende invoerbestanden ook van het systeem verwijderd.

Voordat u een activiteit verwijdert, controleert u of die activiteit geen onderdeel is van een workflow.

Als u een taak verwijdert terwijl het zich in de status Bezig met afdrukken bevindt, en ten minste 50 procent van de taak is al afgedrukt, dan beëindigt de printer de taak, maar bevat het taakrapport enkel informatie over het deel van de taak dat werd afgedrukt voordat u de taak verwijderde.

Als u een taak verwijdert die nog de status Bezig met afdrukken of Bezig met spoolen heeft, kunt u geen bijgewerkte informatie over deze taak ontvangen.

U kunt een object als volgt verwijderen:

  1. Klik met de rechtermuisknop op het object en selecteer vervolgens Verwijderen....

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  2. Klik op Ja.

Wanneer u papier of een printer verwijdert, wordt in TotalFlow Production Manager de waarde van de geldende taakeigenschap voor een bestaande taak die daarom vraagt, gewijzigd in Niet ingesteld. U moet een andere printer opgeven voor taken die een verwijderde printer aanroepen, voordat deze in TotalFlow Production Manager kunnen worden afgedrukt.

Opmerking: Soms worden taken toch afgedrukt, ondanks dat er onderdelen die door bestaande taken worden gebruikt, zijn verwijderd.